FAQ's - Beleggingen

In uw Portefeuille Groei belegt u het deel van uw tegoeden waarvoor u bereid bent om een groter risico te nemen in ruil voor een hoger rendement. Wilt u de impact van dat risico op uw tegoeden toch wat inperken? Dan volstaat het om ons te laten weten welk bedrag u maximaal in deze portefeuille wilt aanhouden en welke beleggingsstrategie u erop wilt toepassen.

Er zijn twee soorten beleggingen voor uw Portefeuille Groei: activa met gemiddeld risico* en risicovolle activa**.

* Activa met gemiddeld risico zijn bijvoorbeeld obligaties in deviezen uit niet-groeilanden, Belgische obligaties zonder rating, obligatiefondsen en defensieve gemengde fondsen.
** Met risicovolle activa bedoelen we beleggingsinstrumenten zoals afgeleide producten, aandelen, aandelenfondsen, gemengde fondsen, onroerende waarden (certificaten, fondsen, vastgoedbeveks, ...), producten van het type 'reverse convertible', schuldinstrumenten zonder recht op terugbetaling op de eindvervaldag, beleggingen in grondstoffen, hoogrentende obligaties (High Yield), obligaties met zeer lange looptijd (> 35 jaar), fondsen van converteerbare obligaties, fondsen van het type 'absolute return' (uitgezonderd obligatiefondsen van het type 'absolute return') en hedge funds.

De Portefeuille Liquiditeiten bevat het bedrag dat u op elk moment nodig kunt hebben. U bepaalt het minimumbedrag waaronder u niet wilt gaan of vanaf wanneer u een waarschuwing wilt krijgen. Uiteraard zal de portefeuille hoofdzakelijk bestaan uit producten met beschikbaarheid en veiligheid als voornaamste kenmerken.

Aangezien het vooruitzicht op een hoger rendement niet het belangrijkste criterium is voor die producten, wilt u hier wellicht niet al uw tegoeden in parkeren. Daarom kunt u ook een maximumdrempel bepalen waarboven u andere beleggingsmogelijkheden wilt overwegen.

De Portefeuille Bescherming bevat tegoeden die u op langere termijn wilt beleggen en waarvoor u een hoger rendement dan voor uw Portefeuille Liquiditeiten nastreeft. U bent bereid een beleggingsrisico te nemen, maar het behoud van uw kapitaal krijgt toch voorrang (gematigd tot gemiddeld kredietrisico).

De Portefeuille Bescherming bestaat bijgevolg uit effecten die u recht geven op de terugbetaling van de nominale waarde door de uitgever (of eventueel door een derde-garant) op de eindvervaldag (bijvoorbeeld deelbewijzen van fondsen met gewaarborgd of beschermd kapitaal, Tak 21-producten, staatsbons en kasbons) en die, als u kiest voor de uitkering van inkomsten, ook regelmatige inkomsten opbrengen.

Ondanks de keuze van betrouwbaar geachte uitgevers door onafhankelijke derden (bijvoorbeeld ratingagentschappen) of van beleggingen met mechanismen om het risico te beperken (bijvoorbeeld de diversifiëringsprincipes van de fondsen), houden die producten toch altijd een kapitaalrisico in (bijvoorbeeld bij faillissement van de uitgever) dat tot een kapitaal- en inkomstenverlies kan leiden. Deze beleggingen zijn bovendien ook onderhevig aan waardeschommelingen tot de eindvervaldag.

U kunt bepalen hoeveel activa u minimaal in de Portefeuille Bescherming wilt beleggen. Onze beleggingsvoorstellen zullen hiermee rekening houden en uw prioriteit wordt dan ook de onze: het opgegeven bedrag in die tweede portefeuille veiligstellen.

U kunt uw doelstellingen op elk moment aanpassen in uw Online Banking (tabblad 'Beleggingen' - rubriek 'Financial ID' in de navigatiebalk), via onze Cliëntendienst of door langs te gaan in uw Advisory Center.

Uw financiële doelstellingen maken deel uit van uw Financial ID. Op basis daarvan kunnen we u helpen om de juiste beslissingen te nemen voor uw geld, zodat u uw doelstellingen kunt bereiken.

Als belegger bent u verplicht om aan te geven dat u kennis hebt van een product vooraleer u erin kunt beleggen. U kunt dus geen producten kopen via Online Banking waar u geen kennis van hebt.

Een adviseur mag u geen producten verkopen waarvan u hebt aangegeven dat u er geen kennis van hebt, omdat ze niet met u profiel overeenkomen.

Ervaring moet niet noodzakelijkerwijs reeds aanwezig zijn om in een bepaalde productcategorie te kunnen handelen, maar moet wel geleidelijk opgebouwd worden. U kunt de handeling samen met uw adviseur in uw Advisory Center of via onze specialisten van Talk & Invest (078 153 154) uitvoeren. Wanneer u minder dan drie transacties gedaan hebt in een bepaalde productcategorie, zal u via een pop-up aan de basiskenmerken van deze categorie herinnerd worden.

Het rendement 'year-to-date' van een effect of een portefeuille is de procentuele verandering van de waarde van het desbetreffende effect of portefeuille in de periode tussen de laatste dag van het vorige kalenderjaar en vandaag.

De voornaamste activaklassen die we bij Deutsche Bank voorstellen, zijn de volgende (niet-exhaustieve lijst): Belgische staatsleningen en staatsbons, obligaties (primaire en secundaire markt), gestructureerde producten (Notes), aandelen, warrants, strips, rechten, vastgoedcertificaten, beleggingsfondsen en trackers (ETF's). De volledige lijst, alsook onze tarieven, vindt u op onze website.

Volatiliteit is een risicomaatstaf die vaak wordt gebruikt als het gaat over de beweeglijkheid van een aandeel, obligatie of andere belegging. Het meet de beweeglijkheid van de prijs- of koersschommelingen van aandelen, obligaties, indexen of effecten in portefeuille gedurende een bepaalde periode tegenover de gemiddelde prijs. Een hoge volatiliteit betekent dat de koers van een product sterk stijgt en daalt tijdens een vrij korte periode. De volatiliteit is ook een indicator van het risico dat een belegger loopt wanneer hij inschrijft op een bepaald product. Hoe hoger de volatiliteit, hoe groter het risico op kapitaalverlies.

De continumarkt is voorbehouden voor de meest liquide aandelen, waarin de hele dag door (continu) prijsvorming mogelijk is. De fixingmarkt is voorbehouden voor minder liquide aandelen die slechts één keer per dag (enkelvoudige fixing) of twee keer per dag (dubbele fixing) een nieuwe koers krijgen. Kopers en verkopers plaatsen hun order in de markt en de evenwichtskoers is degene waaraan het grootste volume kan verhandeld worden.

De tabel van de aanbevolen fondsen op de startpagina ‘Beleggingen’ op de publieke website bevat informatie afkomstig van FTID (Financial Times Interactive Data, leverancier van financiële gegevens), terwijl de informatie op de inschrijvingsschermen van Online Banking uit onze interne systemen afkomstig is. Als u online inschrijft, is de informatie rechtstreeks afkomstig uit onze interne systemen. Hou er rekening mee dat de netto-inventariswaarde (NIW) waarop u inschrijft indicatief is.

Wat wordt verstaan onder 'cut off time'?
Dat is de laatste mogelijkheid om in te schrijven op de deelbewijzen van een fonds tegen de voorwaarden van de volgende NIW. Eenmaal voorbij die termijn zal uw inschrijving niet langer plaatsvinden onder de voorwaarde van de volgende NIW, maar van die erna. Waarom deze voorzorgsmaatregel? Voorkomen dat nieuwe beleggers instappen in een fonds aan een op voorhand gekende koers, ten nadele van bestaande beleggers. Opgelet, neem een veiligheidsmarge in overweging want de distributeur van het fonds heeft ook tijd nodig om het order te verwerken.

Hoe gaat dat in de praktijk?
Laten we een concreet voorbeeld nemen met een fonds dat wekelijks noteert. Om de NIW te berekenen, baseert de fondsbeheerder zich op de laatst beschikbare prijzen op donderdag om 10 uur. Die worden de volgende dag gepubliceerd. Maar de 'cut off time' is vastgesteld op dinsdag om 19 uur. Anders gezegd, als u uw order ingeeft vóór dinsdag om 19 uur, schrijft u in tegen de voorwaarden van de NIW die twee dagen later om 10 uur afgesloten wordt. Wordt uw order dinsdag om 20 uur ingevoerd, dan stapt u in het fonds in tegen de voorwaarden vastgestelde op de volgende donderdag, hetzij negen dagen later.

Waar kan ik de NIW's van de fondsen vinden? Doorgaans vindt u de NIW van de fondsen in de meeste gespecialiseerde kranten of op de website van de Belgische Vereniging van Vermogensbeheerders, de BEAMA: www.beama.be of in uw Online Banking (voor fondsen verdeeld door Deutsche Bank).

De DB Market Insights is onze maandelijkse analyse van de financiële markten. Daarin vindt u onder andere vooruitzichten voor aandelen, obligaties, deviezen, grondstoffen. Bekijk hier de laatste publicatie.

Trackers zijn beursgenoteerde fondsen of aandelenkorven die tot doel hebben de prestatie van een index of een aandelenkorf na te bootsen en koppelen de voordelen van aandelen (eenvoud, continue notering) aan die van traditionele fondsen (toegang tot een ruim aanbod, diversificatie). Trackers zijn te vinden in uw portefeuille 'Groei'.

Geprogrammeerd of periodiek beleggen laat u toe periodiek vaste bedragen te beleggen in een fonds. Dat leent zich bijvoorbeeld uitstekend voor de opbouw van een aanvullend pensioenkapitaal. En het biedt u tal van voordelen. U spreidt het risico in de tijd, u bepaalt zelf het bedrag (al vanaf 100 euro per maand) en de frequentie.

Een fonds (ook wel Instelling voor Collectieve Beleggingen genoemd) brengt de door een aantal beleggers ingebrachte bedragen samen en spreidt dat totale kapitaal over verschillende beleggingsproducten, waaronder aandelen en obligaties. Het totaal van het belegde kapitaal wordt vervolgens verdeeld in deelbewijzen waarop u kunt inschrijven.

Voordat u inschrijft, dient u kennis te nemen van het document 'Essentiële-informatiedocument'. Dat document is in het Nederlands en het Frans beschikbaar op onze website. Wij verzoeken u ook om het prospectus en de laatste periodieke verslagen van de bevek/het compartiment te lezen. Die documenten kunt u ook raadplegen op onze website of zijn gratis verkrijgbaar in de agentschappen van Deutsche Bank AG Bijkantoor Brussel (als verdeler) en bij de financiële dienstverlener. Aan beleggingsproducten zijn risico's verbonden. Ze kunnen zowel stijgen als dalen en mogelijk krijgen beleggers het bedrag van hun belegging niet terug. Dit document bevat geen fiscaal noch juridisch advies. Geïnteresseerde beleggers moeten hun fiscaal raadsman raadplegen omtrent een eventuele belegging en de invloed hiervan op hun persoonlijke fiscale situatie.

Deutsche Bank AG Bijkantoor Brussel ontvangt van de beheerder van de ICB een percentage van zijn beheersvergoeding in de vorm van retrocessies. Over het algemeen varieert dat percentage tussen 50% en 60%.

1. Toegankelijkheid: dankzij fondsen krijgt u toegang tot specifieke markten die normaal gezien zijn voorbehouden voor professionals of kapitaalkrachtige cliënten (bv. de Chinese aandelenmarkt, obligatiemarkten van groeilanden).
2. Diversificatie: via een fonds belegt u onrechtstreeks in een korf van activa verdeeld over verschillende landen en/of sectoren - dankzij deze spreiding vermindert u het risico dat inherent is aan elke unieke belegging (bv. een individueel aandeel).
3. Expertise: de fondsbeheerder steunt vaak op een beheerdersteam met soms meer dan 20 analisten die bedrijven onder de loep nemen waarin het fonds belegt. Hij beschikt over de expertise die door zijn beheermaatschappij werd ontwikkeld, die vaak in alle uithoeken van de wereld actief is.

Opgelet: beleggen in een fonds brengt ook risico's met zich mee - lees daarom altijd het Essentiële-informatiedocument voordat u in een specifiek fonds belegt.

Resultaten uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst. Dat geldt ook voor het rendement van een fonds. Het verwachte rendement van een fonds hangt in de eerste plaats af van het beleggingsbeleid en de risico's van de activa waarin de fondsbeheerder kan beleggen. Over het algemeen kan geen hoger rendement worden behaald zonder bijkomende risico's te nemen.

De fondsbeheerder zal het verschil maken door zijn selectie van activa. De kwaliteit van een beheerder wordt onder meer gemeten via het rendementsverschil op lange termijn van zijn fonds in verhouding tot de markt.

1. Bepaal uw Financial ID
   Het is cruciaal dat u precies weet welke risico's u wilt nemen. Daartoe nodigen wij u uit uw Financial ID (beleggersprofiel) in te vullen. Elke beleggingsbeslissing moet in overeestemming zijn met uw Financial ID. Meer info op deutschebank.be/financialid.
2. Hou cash beschikbaar in spaarproducten
   Door te sparen, houdt u geld achter de hand voor uw projecten op korte termijn of voor onvoorziene uitgaven.
3. Bepaal uw doelstellingen en uw middelen
   Beoogt u aanvullende inkomsten? Hoeveel kunt u beleggen en gedurende hoeveel tijd?
4. Bepaal uw beleggingshorizon
   Hoelang kunt u het geld dat u wenst te beleggen missen?
5. Diversifieer
   Leg nooit al uw eieren in dezelfde mand. Niemand kan elke keer op het juiste moment voor de juiste belegging kiezen. Vandaar het belang van een goede diversificatie over producttypes, looptijden of instapmomenten.

Via onze website kan u op verschillende mogelijkheden fondsen zoeken:

1. Zoektool:
   Fondsen hebben geen geheim meer voor u en u weet exact wat u zoekt? Gebruik dan onze zoektool.
   
2. Onze fondsenselectie:
   Onze experts volgen tal van beleggingsfondsen op de voet en selecteren er enkele van op basis van kwalitatieve criteria (zoals de ervaring van het beheersteam) en kwantitatieve criteria (zoals de Morningstar-rating). Het resultaat is een verzameling van bijna 40 fondsen. Onze fondsenselectie is zichtbaar en beschikbaar voor onze cliënten in hun Online Banking.
   
3. DB Investment Plan:
   Een oplossing voor particulieren die op hun eigen ritme willen beleggen. Met deze flexibele formule belegt u op geregelde tijdstippen automatisch periodieke bedragen (vanaf € 100/maand) in fondsen. Ontdek deze oplossing.

Natuurlijk kunt u ook altijd een afspraak maken in onze Advisory Centers. Onze adviseurs helpen u graag verder een juiste keuze te maken.

Voordat u inschrijft, dient u kennis te nemen van het document 'Essentiële-informatiedocument'. Dat document is in het Nederlands en het Frans beschikbaar op onze website. Wij verzoeken u ook om het prospectus en de laatste periodieke verslagen van de bevek/het compartiment te lezen. Die documenten kunt u ook raadplegen op onze website of zijn gratis verkrijgbaar in de agentschappen van Deutsche Bank AG Bijkantoor Brussel (als verdeler) en bij de financiële dienstverlener. Aan beleggingsproducten zijn risico's verbonden. Ze kunnen zowel stijgen als dalen en mogelijk krijgen beleggers het bedrag van hun belegging niet terug. Dit document bevat geen fiscaal noch juridisch advies. Geïnteresseerde beleggers moeten hun fiscaal raadsman raadplegen omtrent een eventuele belegging en de invloed hiervan op hun persoonlijke fiscale situatie. Deutsche Bank AG Bijkantoor Brussel ontvangt van de beheerder van de ICB een percentage van zijn beheersvergoeding in de vorm van retrocessies. Over het algemeen varieert dat percentage tussen 50% en 60%.

Fondsen worden onderverdeeld volgens het soort activa waarin ze beleggen:

1. Obligatiefondsen beleggen hun kapitaal in obligaties van publieke uitgevers (overheden) en/of privé-uitgevers (ondernemingen).
2. Aandelenfondsen beleggen in aandelen van verschillende ondernemingen en concentreren zich doorgaans op een bepaalde geografische zone (Europa, Verenigde Staten, Azië, India, ...), sectoren (farmaceutica, grondstoffen, luxegoederen, ...) of nog andere specifieke thema's (aandelen die hoge dividenden uitkeren, ...).
3. Gemengde fondsen zijn ontwikkeld met het oog op een gediversifieerd vermogensbeheer. Deze fondsen verdelen hun middelen over aandelen, obligaties en liquiditeiten. Sommige daarvan definiëren bij de start een vaste verhouding tussen aandelen en obligaties (bijvoorbeeld 60% aandelen en 40% obligaties) waaraan de beheerder zich dient te houden (met een marge van 5%). Andere fondsen zijn flexibeler en beheren hun blootstelling aan de aandelenmarkten op een tactische manier, afhankelijk van de beurscyclus (bijvoorbeeld een blootstelling aan aandelen tussen 0% en 50%). Die flexibiliteit wordt beschreven in het beleggingsbeleid van het fonds.
   

U neemt geregeld uw winsten op of u herbelegt ze.

1. Kapitalisatie: u beschikt over een kapitaal dat u wilt laten opbrengen of u wilt uw kapitaal laten aangroeien? Kapitalisatiefondsen herbeleggen automatisch de winsten om de waarde van het initiële kapitaal te laten aangroeien.
2. Distributie: wenst u regelmatige inkomsten te verwerven uit een bestaand kapitaal? In de regel betaalt een distributiefonds u jaarlijks een dividend uit indien het tijdens het voorbije jaar positieve resultaten wist te behalen. Het dividend ligt evenwel niet vooraf vast en kan dus gevoelig variëren van het ene tot het andere jaar.
   

Er zijn verschillende soorten kosten van toepassing op een belegging in een fonds. Meer informatie vindt u hieronder:

• Instapkosten
  Wanneer u in een fonds belegt, betaalt u meestal instapkosten. Bij Deutsche Bank zijn deze kosten bij de laagste op de markt: 1,5% voor het standaardtarief en 1% voor de tarieven DB Personal en Private Banking, tenzij anders aangegeven (zoals eventueel opgelegd door de beheerder van het fonds in het prospectus). Meer informatie vindt u in onze Tarieven.
  
• Lopende kosten
  Deze kosten, ook wel terugkerende kosten genoemd, worden opgenomen in de waarde van het financiële instrument en bijgevolg onmiddellijk opgenomen in de rendementsberekeningen. De lopende kosten omvatten beheerskosten, andere administratieve of operationele kosten en transactiekosten.
  
  Volgens de ondertekende distributieakkoorden ontvangt Deutsche Bank vanwege de fondsbeheerder een percentage van deze beheerskosten in de vorm van retrocessies. Over het algemeen varieert dit percentage tussen 50 en 60%. Deze retrocessies zijn een vergoeding voor de selectie, de communicatie, de opvolging en de rapportering door de verdeler.
  
• Uitstapkosten
  Dit zijn de kosten die worden afgehouden bij de verkoop van een fonds. Deze kosten zijn doorgaans nul voor de meeste door Deutsche Bank verdeelde fondsen.
  

De kosten beïnvloeden het rendement. De lopende kosten worden recurrent geïnd, terwijl de instap- en uitstapkosten eenmalig worden geïnd. Hoe korter de retentieperiode van de belegging, hoe meer de eenmalige kosten zullen doorwegen op het totale rendement van de belegging.

Bijvoorbeeld: de jaarlijkse detentiekostprijs voor een belegging in een fonds met instapkosten van 1,5% (geen uitstapkosten) en totale terugkerende kosten van 1,75% zou 3,25% zijn voor een verkoop na 1 jaar, 2,25% voor een verkoop na 3 jaar en 2,05% voor een verkoop na 5 jaar.

Het precontractuele document 'kosten en taksen' geeft de belegger meer nauwkeurige en becijferde informatie over de kosten die van toepassing zijn voor elke transactie met betrekking tot een fonds.

Een 'DB Investment Plan' laat u toe periodiek vaste bedragen te beleggen in een beleggingsfonds. Dat leent zich bijvoorbeeld uitstekend voor de opbouw van een aanvullend kapitaal (bijvoorbeeld voor uw pensioen). En het biedt u tal van voordelen: u spreidt het risico in de tijd, bepaalt zelf het bedrag (al vanaf 100 euro per maand) en de frequentie.

De instapkosten zijn beperkt tot 1,5% voor het standaardtarief en 1% voor de tarieven DB Personal en Private Banking, op alle fondsen die beschikbaar zijn in het 'DB Investment Plan'.

De fondsen waarin u periodiek kunt beleggen, kunt u opzoeken via de zoekmachine voor fondsen. Vink 'DB Investment Plan' aan in uw Online Banking (of 'Geprogrammeerd beleggen' op de website) en klik vervolgens op 'Zoeken'.

Gestructureerde producten, ook Structured Notes genoemd, bestaan in de vorm van ‘schuldinstrumenten met of zonder totale of gedeeltelijke terugbetaling van het kapitaal’. Dit product is een financieel instrument van bepaalde duur, doorgaans uitgegeven door financiële instellingen, dat een rendement biedt dat gekoppeld is aan een of meer onderliggende activa (bv. een rentevoet of beursindex) via vaste of variabele coupons die tijdens de looptijd of op de vervaldag van het effect worden uitbetaald. Voor een ‘schuldinstrument met recht op terugbetaling van het kapitaal’ verbindt de uitgever zich ertoe 100% van het ingeschreven kapitaal (na aftrek van kosten en vergoedingen die bovenop de nominale waarde worden geheven) terug te betalen op de eindvervaldag (behalve bij faillissement of risico op faillissement van de uitgever of garantiegever). Bij een ‘schuldinstrument met een gedeeltelijk recht op terugbetaling van het kapitaal’ daarentegen verbindt de uitgever zich er niet toe om 100% van het ingeschreven kapitaal (zonder kosten) terug te betalen op de eindvervaldag. Er bestaan ook ‘schuldinstrumenten zonder recht op terugbetaling van het kapitaal’.

De gestructureerde producten die door Deutsche Bank geselecteerd werden, kunnen worden samengevat op basis van volgende kenmerken:

• meerdere financiële producten combineren (obligaties, fondsen, aandelen, ...) in samenwerking met verschillende financiële partners;
• verschillende rendementscenario's voorstellen (bv. het volgen van een beursindex, een rentevoet, een fonds, ...);
• het mogelijk maken te beleggen vanaf 1.000 euro door in te zetten op activaklassen die vaak minder toegankelijk zijn;
• een beleggingshorizon op korte of op langere termijn bieden;
• een beperkte inschrijvingsperiode hebben.

Ontdek ook een eenvoudige uitleg in ons filmpje.

In het kader van een defensieve strategie kunnen gestructureerde producten met recht op terugbetaling van de nominale waarde door de emittent op de eindvervaldag een uitstekende oplossing zijn. Rekening houdend met het kredietrisico - afhankelijk van de kredietwaardigheid van de emittent - bieden ze niet alleen de mogelijkheid om uw portefeuille te diversifiëren, maar kunt u ook profiteren van de potentiële stijging van de onderliggende activa, bijvoorbeeld dankzij een coupon die gekoppeld is aan de inflatie of door te profiteren van een stijging van de rentevoeten.

Beleggen in een gestructureerd product is bij Deutsche Bank in principe mogelijk vanaf 1.000 euro.

De nationale overheden en de ondernemingen die geld nodig hebben, kunnen de nodige fondsen ophalen door obligaties uit te geven.

Door in die obligaties te beleggen, leent u eigenlijk geld uit aan een onderneming of aan een overheidsinstelling. Het zijn dus zogenaamde schuldinstrumenten, wat betekent dat het een lening is in de vorm van een effect. In ruil daarvoor kunt u recht hebben op een vaste rente of coupon. U hebt ook recht op de terugbetaling van de nominale waarde op de eindvervaldag, tenzij de uitgever in gebreke blijft of failliet gaat.

Een obligatie is dus een verhandelbaar schuldbewijs waarmee een uitgever zich ertoe verbindt om de koper het bedrag van de lening (de nominale waarde) op de eindvervaldag terug te betalen, en in principe een rente op het geleende bedrag (de coupon).

1. Een voorkeur voor veiligheid en voorspelbaarheid
   Die eigenschappen vinden we eerder bij obligaties dan bij aandelen. Dankzij de vooraf bepaalde rentevergoeding en de vaste looptijd blijven obligaties een voorspelbare beleggingsvorm. Obligaties zijn ook minder volatiel dan aandelen. Daarom verdienen ze zeker een plaats in elke goed gediversifieerde beleggingsportefeuille.
2. Recht op terugbetaling van het kapitaal
   Het recht op de terugbetaling van de nominale waarde op de eindvervaldag is opgenomen in het contract dat met de uitgever wordt gesloten en dat gedetailleerd wordt beschreven in het uitgifteprospectus. In geval van faillissement van de uitgever van de obligatie heeft de (niet-achtergestelde) obligatiebelegger bij de verdeling van de activa van de failliete uitgever voorrang op de aandeelhouder van de uitgever. Een aandelenbelegger ziet bij faillissement van de onderneming waarvan hij aandelen heeft gekocht meestal niets van zijn investering terug, terwijl een obligatiebelegger als schuldeiser meer kans heeft om te delen in wat er na het faillissement van de onderneming overblijft.
   
3. Een alternatief voor uw spaargeld
   Hoewel de algemene rentetarieven door recente rentestijgingen in een opwaartse spiraal zitten, blijft het rendement op een spaarrekening historisch gezien beperkt. Daarom worden obligaties als een goed alternatief beschouwd, aangezien ze vaak een hoger rendement kunnen bieden.

Ondanks de voorspelbaarheid en de veiligheid die ze bieden, is beleggen in obligaties niet zonder risico. In principe zal het rendement hoger zijn naarmate het risico groter is. Er zijn drie hoofdrisico's en als de obligatie in een andere munteenheid dan de euro is genoteerd, is er bovendien een wisselkoersrisico.

1. Kredietrisico
   Het betreft de situatie waar de uitgever (bijvoorbeeld als gevolg van een faillissement) niet in staat om de jaarlijkse coupon te betalen en het geleende bedrag op de eindvervaldag terug te betalen. Dergelijke gevallen van niet-terugbetaling hebben zich in het verleden al voorgedaan (bv. naar aanleiding van het faillissement van SolarWorld in Duitsland). Zoals we verder zullen zien, kennen ratingbureaus zoals Moody's of Standard & Poor's aan uitgevers een rating toe die een idee geeft van de kwaliteit van hun obligaties.
   Het kredietrisico heeft niet alleen betrekking op het in gebreke blijven van de uitgever. Een verslechtering van de kwaliteit van de uitgever (uitgedrukt in zijn rating) of een algemene verslechtering van de economische omstandigheden heeft tot gevolg dat de beleggers een hogere risicopremie zullen eisen. In dat geval stijgt het potentiële rendement van de obligatie en zal de koers dalen.
2. Risico van prijsfluctuaties
   Dit risico houdt verband met de evolutie van de rentevoeten. Een stijging van de marktrente vermindert de aantrekkelijkheid (en dus de prijs) van bestaande obligaties.
   
3. Liquiditeitsrisico
   Het liquiditeitsrisico geeft aan hoe gemakkelijk de belegger een obligatie kan kopen of opnieuw verkopen zonder aanzienlijk verlies. Het risico bestaat er eigenlijk in dat u verplicht wordt om een obligatie vóór de vervaldag te verkopen omdat u nood hebt aan liquiditeiten of een meerwaarde wenst te realiseren. Indien de markt weinig liquide is, zal de verkoop van de obligatie haar prijs aanzienlijk doen dalen (we zeggen dan dat de 'spread' tussen de aankoop- en de verkoopprijs groot is). Indien de belegger zijn obligatie tot de eindvervaldag aanhoudt, blijft dit risico eerder beperkt.
4. Wisselkoersrisico
   Door te beleggen in een andere munt dan de euro loopt de belegger onvermijdelijk een wisselkoers- of valutarisico. Het wisselrisico is de kans dat een daling van de koers van de munt waarin men heeft belegd het rendement van de belegging verlaagt.
   Als de munt ongunstig evolueert, zal de belegger verlies lijden op de coupons en het belegde kapitaal. Die verliezen zijn het gevolg van de omzetting in euro. Indien de evolutie gunstig is, zal de belegger het 'normale' rendement genieten én een meerwaarde realiseren dankzij de gunstige wisselkoers.
   
5. Rendementsrisico
   Het rendement van een obligatie is niet gekoppeld aan de inflatie en kan dus hoger of lager zijn dan de inflatie. Het recht op terugbetaling van de nominale waarde op de vervaldag beschermt u echter niet tegen het effect van de inflatie. Het reële rendement van het product zou negatief kunnen zijn als het huidige economische klimaat met hoge inflatie aanhoudt.

Er zijn verschillende criteria om de kwaliteit van een emittent te beoordelen. Het bekendste criterium is ongetwijfeld de notering of 'rating'.

1. De rating
   Deze beoordelingen worden toegekend door ratingbureaus zoals Standard & Poor's en Moody's. De ratings die deze specialisten toekennen, zijn een waardevol hulpmiddel voor de belegger. Hun rol is duidelijk: de financiële draagkracht van een uitgever beoordelen en hem een rating toekennen die aan de markten wordt meegedeeld. Let wel: de ratingbureaus baseren zich op de beschikbare (vaak historische) gegevens over de uitgever en de markt waarin deze actief is. Ze kunnen dus geen onverwachte scenario's voorspellen.
   
   Ratings kunnen in twee hoofdcategorieën worden opgedeeld: 'Investment Grade' en 'Non-Investment Grade' (High Yield).
   
   'Investment Grade'-obligaties zijn obligaties van uitgevers waarvan de financiële situatie als solide wordt beschouwd. Ze hebben een rating van AAA tot BBB- bij Standard & Poor's, of een equivalente rating bij Moody's of Fitch. Hoe hoger de rating, hoe groter de kans dat de belegger op de eindvervaldag wordt terugbetaald door de uitgever (behalve bij faillissement).
   
   De obligaties die Deutsche Bank aanbiedt, zijn uitsluitend 'Investment Grade'-obligaties.
   
   'Non-Investment Grade'-obligaties (High Yield) zijn obligaties van uitgevers waarvan de financiële situatie als veel riskanter wordt beschouwd. Ze hebben een rating tussen BB+ en D bij Standard & Poor's, of een equivalente rating bij Moody's of Fitch. Omdat het risico op wanbetaling door High Yield-uitgevers aanzienlijk hoger is, bieden ze een potentieel hoger rendement dan 'Investment Grade'-obligaties.
   
   U vindt de ratingtabellen en de gedetailleerde toelichting op onze website.
2. De risicopremie
   De risicopremie is de premie die de uitgever bovenop het tarief voor een risicoloze lening betaalt, als compensatie voor het risico dat de belegger heeft genomen. Een verhoging van de risicopremie heeft een daling van de prijs van de obligatie tot gevolg en omgekeerd.
   
   Het is interessant om te weten dat deze risicopremie (ook spread genoemd) na verloop van tijd kan stijgen of dalen. Waarom? Omdat ook de financiële draagkracht van het bedrijf kan wijzigen in de tijd. In een periode van hoogconjunctuur, wanneer bedrijven veel liquiditeiten vrijmaken en hun winst zien toenemen, is het gevaar voor financiële problemen over het algemeen beperkt. Bedrijven die obligaties willen uitgeven, kunnen zich ertoe beperken om een coupon aan te bieden die iets hoger is dan die van een staatslening. Omgekeerd, wanneer de conjunctuur verslechtert, is het gevaar voor financiële problemen van een bedrijf natuurlijk groter. In die omstandigheden moet er een grotere risicopremie worden aangeboden.
   
   U vindt het niveau van de risicopremies voor verschillende uitgevers en verschillende looptijden op de markt van de kredietderivaten. Vooral de premies voor de credit default swaps (CDS) benaderen zeer dicht de premie die de markt eist om in de obligatie van een uitgever te investeren.

De staatsbon is een vastrentend schuldinstrument met een jaarlijkse coupon (zonder mogelijkheid op kapitalisatie), vier keer per jaar (in maart, juni, september en december) uitgegeven in euro door de Belgische staat. De particulier kan erop inschrijven op de primaire markt en het effect is genoteerd aan de beurs van Brussel (Euronext Brussels).

De rente is momenteel onderworpen aan 30% roerende voorheffing (vanaf 2017). Sinds de lancering van deze beleggingsformule door de Belgische staat werden diverse formules uitgegeven: de staatsbon op 3, 5, 8 of 10 jaar; de staatsbon 5-7; de staatsbon 3-5-7 en de staatsbon met jaarlijks herzienbare rente. De afgelopen jaren werden alleen de formules op 5 jaar en op 10 jaar aan het publiek voorgesteld.

Staatsbonnen worden allemaal toegewezen aan uw portefeuille 'Bescherming'.

Sinds inkomstenjaar 2018 is het mogelijk om een deel van de roerende voorheffing op dividenden terug te vorderen via uw aangifte personenbelasting. Hoe gaat dat in zijn werk? We leggen de procedure uit in een paar vragen & antwoorden.

In 2017 besliste de regering-Michel om een vrijstelling van roerende voorheffing toe te kennen op een eerste schijf van dividenden uit aandelen (destijds 640 euro). Met het initiatief wenste de voormalige regering investeringen in de reële economie aan te zwengelen.

De maatregel is van toepassing op inkomsten vanaf 2018 (aanslagjaar 2019). Als u aan de voorwaarden voldoet, kunt u de volledige roerende voorheffing terugkrijgen op de eerste schijf van 800 euro aan dividenden die u ontvangt (aanslagjaar 2023). Aangezien op die inkomsten 30% roerende voorheffing van toepassing is, kunt u maximaal 240 euro terugvorderen.

De vrijstelling geldt enkel voor de roerende voorheffing die u gedurende het inkomstenjaar betaalde op dividenden uit aandelen (zowel Belgische als buitenlandse). Of u de dividenden in cash ontving, of onder de vorm van (nieuwe) aandelen maakt niet uit.

Inkomsten uit obligaties komen niet in aanmerking voor de vrijstelling, omdat het om coupons of interesten gaat in plaats van dividenden. Ook de coupons van gestructureerde producten tellen niet mee, omdat dit schuldinstrumenten zijn. Tot slot komen de inkomsten uit uw beleggingen in beveks, gemeenschappelijke beleggingsfondsen en trackers evenmin in aanmerking voor de vrijstelling.

Samengevat: om aanspraak te maken op een teruggave moeten uw dividenden afkomstig zijn uit Belgische of buitenlandse aandelen die gedurende het inkomstenjaar zijn uitgekeerd.

Ja. Inkomsten uit specifieke juridische constructies waarop de zogenaamde Kaaimantaks van toepassing is, komen niet in aanmerking. Ook inkomsten uit bijzondere verrichtingen in het kader van de kapitaalverdeling van een vennootschap, zoals de inkoop van eigen aandelen door de uitgever (buybacks) of fusies, zijn uitgesloten.

De terugbetaling van de roerende voorheffing gebeurt via de aangifte personenbelasting. Voor de inkomsten van 2022 moeten deze bedragen worden ingevuld in de aangifte die u in 2023 indient. Het in te vullen bedrag is niet de som van de dividenden die u ontving, maar wel de roerende voorheffing die u hierop betaalde.

Het Koninklijk Besluit/WIB bepaalt dat u de documenten ter beschikking van de administratie moet houden waaruit blijkt:

• welke vennootschap het dividend heeft toegekend;
• wat het bruto bedrag is van de dividenden waarvoor de vrijstelling wordt gevraagd;
• wat het land van oorsprong is van de dividenden en het bedrag van de buitenlandse belasting (voor dividenden van buitenlandse oorsprong voor rijksinwoners);
• welk tarief voor roerende voorheffing werd toegepast;
• hoeveel roerende voorheffing is ingehouden;
• op welke datum het dividend door de vennootschap werd betaald of toegekend (voor dividenden van Belgische oorsprong);
• dat het dividend effectief werd geëind en op welke datum.

U hoeft in elk geval geen bewijsstukken voor te leggen bij het indienen van uw belastingaangifte. Bewijsstukken zoals uw rekeninguittreksels hebt u alleen achteraf nodig, bij een eventuele belastingcontrole.

Dit bedrag vindt u in uw rekeninguittreksels en borderellen. Bewaar deze documenten goed omdat de fiscus ze bij een controle steeds kan opvragen.

Aangezien alleen de vruchtgebruiker de dividenden van de portefeuille ontvangt, is hij in principe ook de enige die roerende voorheffing betaalt. Alleen de vruchtgebruiker kan dus aanspraak maken op de vrijstelling.

Absoluut. Het gaat om een belastingteruggave, geen belastingvermindering. Iedereen die in 2022 roerende voorheffing betaalde op dividenden kan er dus aanspraak op maken. Ook als u geen fiscaal inwoner van België bent, kunt u de roerende voorheffing terugkrijgen via uw belastingaangifte van niet-inwoners.

Het overzicht van de dividenden die uw afgelopen jaar hebt ontvangen is beschikbaar vanaf eind april en vindt u terug in de rubriek 'DB eSafe' van uw Online Banking.

Hieronder vindt u onze makelaarstarieven. U vindt ze ook in onze 'Documenten en tarieven' op deutschebank.be.

• Euronext (Brussel)
  
  • Tot en met 2.500 EUR: 7,5 EUR per verrichting.
    
  • Vanaf 2.500,01 EUR t.e.m. 5.000 EUR: 14 EUR per verrichting.
    
  • Vanaf 5.000,01 EUR: 24 EUR per verrichting en per schijf van 20.000 EUR (of tegenwaarde).
• Euronext (Parijs, Amsterdam)
  
  • Tot en met 2.500 EUR : 9,75 EUR per verrichting.
    
  • Vanaf 2.500,01 EUR t.e.m. 5.000 EUR: 14,75 EUR per verrichting.
    
  • Vanaf 5.000,01 EUR: 24 EUR per verrichting en per schijf van 20.000 EUR (of tegenwaarde).
• Andere (Nyse, Nasdaq, Amex, Xetra, London, Milan, Virt-X, Helsinki)
  Tot en met 5.000 EUR: 24,75 EUR per verrichting.
  Vanaf 5.000,01 EUR: 29,75 EUR per verrichting en per schijf van 20.000 EUR (of tegenwaarde).
• Order doorgegeven via een ander kanaal
  Alle beurzen: 50 EUR per verrichting en per schijf van 10.000 EUR (of tegenwaarde).
• Gedeeltelijke uitvoeringen van een order
  Als een order niet in één keer uitgevoerd kan worden, zullen de orders die dezelfde dag uitgevoerd worden, worden gegroepeerd en zal het makelaarsloon worden aangerekend per dag.

Strips, rechten: 0,80% (min. 2,50 euro)

Jazeker. Bij Deutsche Bank kunt u de aandelenkoersen in real time en gratis raadplegen op Euronext.

Hoe van Real Time genieten? Een enkel beursorder per kwartaal volstaat. Als aandelenbelegger (op Euronext) via Deutsche Bank maakt u gebruik van Real Time gedurende drie maanden. Om gebruik te kunnen maken van Real Time, moet u enkel een order plaatsen. Vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de uitvoering, kunt u Real Time bekijken. Bijvoorbeeld: u plaatst op 15 juli een beursorder op Euronext. Van 1 augustus tot en met 31 oktober kunt u gebruikmaken van Real Time. Om voor een nieuwe periode van drie maanden te kunnen profiteren van beurskoersen in real time, moet u een beursorder plaatsen tussen 1 augustus en 31 oktober.

Deutsche Bank helpt u op drie manieren verder als u wilt beleggen in aandelen:

• Tops en flops: gespecialiseerde analisten evalueren de vijf aandelen met de hoogste scores en de vijf met de laagste scores. In één oogopslag ziet u welke producten u moet kopen of vermijden.

• Technische analyse en actualiteit op de aandelenmarkten: dankzij de technische analyses (cyclus, tendensen, enz.) kunt u beter bepalen wanneer u aandelen moet verkopen of kopen.

• Voor elk product vindt u eveneens gedetailleerde informatie terug.
  

Deutsche Bank hanteert transparante en concurrentiële tarieven voor een effectenrekening: 12 euro per lijn met een maximum van 300 euro (incl. BTW) per jaar. En als u voor DB Personal* kiest, is het bewaarloon op uw effectenrekening inbegrepen in uw bankrelatie. Bekijk onze tarieven voor meer informatie.

*Beheersvergoedingen/bewaarloon op effectenrekeningen zijn inbegrepen in het DB Personal tarief van € 75 per kwartaal inclusief BTW.

Bent u reeds cliënt bij Deutsche Bank?
Er wordt automatisch een effectenrekening geopend als u over effecten beschikt.

U bent nog geen cliënt bij Deutsche Bank?
U kunt online een afspraak maken of Talk & Help contacteren op 078 156 160.

Zodra we uw ingevulde transferaanvraag ontvangen hebben, sturen we u een schriftelijke bevestiging en zetten we de nodige stappen bij uw andere bank. Het duurt gemiddeld vier tot zes weken om uw effectenrekening te transfereren, tenzij er voor een van uw effecten een langere termijn nodig is.

Als de transfer van uw effecten uitgevoerd is, neemt Deutsche Bank telefonisch contact met u op om een afspraak te maken in uw Advisory Center.

Tijdens dit onderhoud stort een van onze medewerkers de transferkosten (en de eventuele premie) en de premie op uw zicht- of spaarrekening bij Deutsche Bank. Vergeet niet om de afrekening van de transferkosten van uw andere bank mee te brengen en, als u ze nog hebt, de aankooporders voor uw effecten bij de andere bank.

We bevestigen de terugbetaling van de kosten (en de betaling van de eventuele premie) uiteraard met een rekeningafschrift. Dit rekeningafschrift wordt u ter beschikking gesteld naargelang van de periodiciteit van uw rekeninguittreksels voor uw relatie (bijvoorbeeld één keer per kwartaal voor de DB Account-cliënten, één keer per maand voor de DB Personal cliënten; dagelijks of wekelijks als de cliënt een andere periodiciteit heeft gekozen).

Uiteraard is de actie ook voor niet-cliënten. Wij vragen u eerst om een rekening te openen bij Deutsche Bank.

De gemakkelijkste manier is om een afspraak te maken in uw Advisory Center naar keuze door te bellen naar 078 156 160. Vergeet niet een overzicht van uw effectenrekening van uw andere bank mee te brengen. Een adviseur van Deutsche Bank opent vervolgens uw rekening en kan u onmiddellijk laten deelnemen aan de actie.

Het duurt gemiddeld vier tot zes weken vanaf het moment waarop de tegenpartij (de bank waar de over te dragen effectenrekening zich bevindt) ons bevestigt dat ze de transfer start. Voor bepaalde effecten kan dit langer duren, bijvoorbeeld als de bewaarnemer zich buiten de Europese Unie bevindt, en meer bepaald in de Verenigde Staten, Canada, Australië, de perifere landen van de eurozone (Turkije, ex-Oostbloklanden, enz.).

Soms moeten we ook meer opzoekingen verrichten voor bepaalde bewaarnemers, meer bepaald voor Amerikaanse, Canadese en Australische. Elk getransfereerd effect dat van eenzelfde effectenrekening afkomstig is, kan ook een andere bewaarnemer hebben.

In het geval van een fiscale regularisatie kan het nog langer duren, aangezien Deutsche Bank het dossier pas goedkeurt wanneer ze de bevestiging krijgt van de Fiscale Administratie.

Het is inderdaad mogelijk dat de transfer van bepaalde effecten sneller verloopt. Zodra een effect is getransfereerd, ontvangt u een rekeninguittreksel en verschijnt het effect in uw Online Banking (tabblad 'Beleggingen' - rubriek ‘Mijn portefeuille’). We wachten dus niet tot een effectenrekening volledig getransfereerd is om u toegang te geven tot de effecten waarvan de transfer al is voltooid.

De premie wordt pas betaald als alle effecten zijn getransfereerd. Op dat ogenblik nemen we telefonisch contact met u op om een afspraak te maken in uw Advisory Center.

In het kader van deze actie betalen we u de kosten voor de transfer van uw effectenrekening naar Deutsche Bank terug, mits het bewijs wordt geleverd van de afrekening van de transferkosten (met uitzondering van strips en rechten, behalve indien de bijbehorende aandelen eveneens worden getransfereerd). De kosten worden terugbetaald tot maximaal 1.000 EUR per cliënt (met de term cliënt bedoelen we hier de bankrelatie, zoals bepaald in de MiFID-brochure).

Ook als de vervaldag niet meer veraf is, wordt het effect in de mate van het mogelijke naar uw effectenrekening bij Deutsche Bank getransfereerd. Als het effect zich echter op de vervaldag tussen twee bewaarnemers bevindt, moet u even geduld oefenen tot het effect bij de bewaarnemer van Deutsche Bank is aangekomen, voor het wordt uitbetaald. Daarna verschijnt het uiteraard niet meer op uw effectenrekening. Houd er rekening mee dat de premie niet uitbetaald wordt voor de naar Deutsche Bank getransfereerde effecten met een resterende looptijd van minder dan twee maanden voor hun eindvervaldag.

Zodra er een transfer wordt gestart, moet Deutsche Bank de coupon betalen als de tegenpartij in de transferinformatie het nummer van de te betalen coupon heeft opgegeven. Opgelet: ‘gestart’ betekent niet dat u ze niet meer ziet in de effectenrekening bij uw andere bank, maar dat ze deze andere bank daadwerkelijk verlaten hebben en zich bij de bewaarnemer bevinden.

Ja, dat is normaal. Het transferproces verschilt naargelang van de tegenpartij. Sommige bankkantoren groeperen de verschillende transferaanvragen en nemen de effecten van het dossier dus al van de rekening vooraleer ze enige tijd later de transactie aanvragen bij de financiële intermediairs. Resultaat: uw effecten bevinden zich ergens tussen uw oude bank en de financiële intermediair (clearinginstelling, bewaarnemer, …) en zijn nog niet bij Deutsche Bank aangekomen. We stellen alles in het werk om deze periode te verkorten.

Deutsche Bank hanteert transparante en concurrerende tarieven voor een effectenrekening: 12 euro per lijn met een maximum van 300 euro (incl. BTW) per jaar. En als u voor DB Personal kiest, is het bewaarloon op uw effectenrekening zelfs inbegrepen in de trimestriële vergoeding die u betaalt voor uw bankrelatie. Ter herinnering: de dienst DB Personal ondersteunt u met, onder andere, een deskundige persoonlijke adviseur, een proactieve opvolging van uw portefeuille en toegang tot exclusieve oplossingen voor slechts 75 EUR (incl. BTW) per trimester. U kunt hier een overzicht van de kosten raadplegen.

Ja, op de volgende manier:

• Zodra we uw ingevulde transferaanvraag hebben ontvangen, sturen we u een schriftelijke bevestiging en zetten we de nodige stappen bij uw andere bank.
• Het is dus niet nodig om contact met ons op te nemen in de vier tot zes weken na ontvangst van deze brief, want dat is de gemiddelde termijn die noodzakelijk is voor de transfer van uw effectenrekening.

Deutsche Bank is voor onpartijdig advies. Dat betekent dat we ons voor de opvolging van uw beleggingen niet beperken tot onze ‘huisproducten’. U kunt bij ons ook fondsen* aankopen van meer dan dertig gerenommeerde financiële instellingen, waarvan de instapkosten zijn beperkt tot 1,5% voor het standaardtarief en 1% voor de tarieven DB Personal en Private Banking en waarvoor u geen uitstapkosten betaalt (tenzij anders bepaald in het Prospectus). En als u voor DB Personal kiest, kunt u genieten van een persoonlijk adviseur die instaat voor de opvolging van uw portefeuille, regelmatige rapportering via een gedetailleerd driemaandelijks portefeuillerapport, arbitragevoorstellen, persoonlijke adviesbrieven, enz. Houd evenwel in het achterhoofd dat Deutsche Bank in het algemeen geen individueel advies geeft omtrent aandelen en trackers.

* De term 'fonds' is de gebruikelijke benaming voor een Instelling voor Collectieve Beleggingen (ICB), die kan bestaan onder het statuut van een ICBE (UCITS) of een AICB (niet-UCITS), en die diverse rechtsvormen kan aannemen (bevek, GBF enz.). Een ICB kan compartimenten bevatten. De fondsen zijn onderhevig aan risico’s. Ze kunnen zowel stijgen als dalen en mogelijk krijgen beleggers het bedrag van hun belegging niet terug.

Zodra een effect getransfereerd is, ontvangt u hiervan de bevestiging met een rekeninguittreksel en verschijnt dit effect in uw Online Banking (tabblad 'Beleggingen' - rubriek 'Mijn portefeuille'). Vanaf dat ogenblik kunt u transacties uitvoeren voor dit effect. We wachten dus niet tot de volledige effectenrekening is getransfereerd om u toegang te geven tot de effecten waarvoor dit proces al is voltooid.

De premie is enkel van toepassing op de deelbewijzen van fondsen die op de lijst van de FSMA staan (beveks, gemeenschappelijke beleggingsfondsen, enz.).

Monetaire fondsen en beursverhandelde fondsen (ETF’s, trackers, enz.), aandelen, obligaties, staatsbons, kasbons, warrants, rechten, strips, certificaten en afgeleide producten zijn uitgesloten.

Verder komen sinds enkele jaren de volgende effecten niet meer in aanmerking voor plaatsing op een effectenrekening bij Deutsche Bank:

• Nederlandse kasbons
• Argentijnse staatsbons
• Hedge Funds
• Nominatieve certificaten (behalve als ze al omgezet zijn)
• Niet-genoteerde aandelen en obligaties (behalve bank issued loans)
• Fysieke Belgische en buitenlandse effecten.
  

Bij de overdracht van fondsen is het zeer belangrijk na te gaan of u deze fondsen voor of na de volgende data heeft aangekocht: 1 juli 2005 (fondsen met Europees paspoort) of 1 juli 2008 (fondsen zonder Europees paspoort). Voor fondsen die u na deze data aankocht, vragen wij u om ons de nodige documenten van financiële instellingen te bezorgen, zoals borderellen of rekeninguittreksels (dit geldt ook voor eventuele tussentijdse verkopen). Dit is belangrijk omdat wij later, als u een van deze fondsen wilt verkopen en wij de exacte datum van aankoop niet kennen, wettelijk verplicht zijn de twee bovengenoemde data in aanmerking te nemen bij de berekening van de eventuele meerwaarde en de bijbehorende belastingheffing. Het is dus mogelijk dat u bij de verkoop een 'fictieve' meerwaarde betaalt die hoger is dan de meerwaarde die u daadwerkelijk hebt genoten.

De premie zal op uw rekening gestort worden wanneer uw dossier goedgekeurd is door Deutsche Bank en de effecten op een effectenrekening staan bij Deutsche Bank.

De wachttijd heeft te maken met twee factoren. Een eerste factor is het producttype. Gewone aandelen overplaatsen duurt gemiddeld drie à vijf dagen, maar kan uitzonderlijk langer duren voor bepaalde fondsen. Fondsen die we zelf verhandelen, transfereren we in ongeveer tien dagen. Bij fondsen die nog niet in onze portefeuille zitten, duurt het langer, omdat we eerst nog een paar zaken moeten regelen, zoals een bewaarnemer vinden, verifiëren of we het fonds kunnen verhandelen, eventueel een rekening openen bij een bewaarnemer, een contract tekenen met de uitgever van het fonds, ... Een contract opstellen alleen al kan tot acht weken duren. Een tweede factor is alles wat vooraf gaat aan de transfer. Vaak is de tegenpartij niet echt gemotiveerd om mee te werken, waardoor het moeilijk is de nodige informatie, zoals het type effect, te krijgen. Maar zodra er een overeenkomst is, voeren we 90% van de transfers uit binnen de tien werkdagen.

U bent eigenaar van effecten in een effectendossier. Als uw financiële instelling failliet gaat, krijgt u de effecten van de uitgevers die niet bij het faillissement betrokken zijn terug (bijvoorbeeld door ze naar een andere financiële instelling over te brengen). Als u daarentegen effecten aanhoudt waarvan de uitgever failliet gaat, dan is de kans klein dat u de belegde bedragen terugkrijgt.

U kan hiervoor ons artikel “16 vragen en antwoorden over de nieuwe effectentaks” raadplegen.

Aangezien de rentetarieven van termijnrekeningen nauw verbonden zijn met de evolutie van de marktrente, vragen wij u om Talk & Invest te contacteren op 078 153 154 of om langs te gaan in één van onze Advisory Centers. U kunt ook steeds een selectie van rentevoeten terugvinden op onze pagina termijnrekeningen.

Nadat de termijn van uw rekening verlopen is, komt uw geld weer vrij en wordt het samen met de verworven intresten gestort op een rekening die u vooraf hebt opgegeven.

Het minimumbedrag voor een termijnrekening in euro is 100.000 euro en 100.000 euro tegenwaarde voor een termijnrekening in een andere munteenheid (USD, GBP, ...).

Via de DB Investor Account kunt u uw effectentransacties efficiënt uitvoeren (aankopen, intekenen, ...). Er is geen verplichting om een bepaald bedrag op deze rekening aan te houden tenzij u bepaalde transacties via deze rekening wilt doen.

De DB Investor Account kan geopend worden in euro en in een aantal vreemde munten (USD, GBP, …).

Ja, u kunt een verzekering 'overlijden door ongeval' nemen. Ga daarvoor naar uw Advisory Center om het aanvraagformulier van de verzekering 'overlijden door ongeval' te ondertekenen.

Indien u ongeacht de prijs een beursgenoteerd effect (bv. aandeel of obligatie) wilt aankopen of verkopen, geeft u een ‘Marktorder’ door.

Als er voldoende volume is, zal het order bij de opening van de markt worden uitgevoerd tegen de koers die van toepassing is op het ogenblik dat het order aan de beurt is. Als er onvoldoende volume is, zal het order in verschillende keren worden uitgevoerd, naarmate de gewenste hoeveelheden beschikbaar komen. In dat geval is het mogelijk dat uw order tegen verschillende koersen wordt uitgevoerd.

Bijvoorbeeld: Stel dat u 100 aandelen van bedrijf X wilt aankopen. De beurs is open en de koers van het aandeel bedraagt momenteel 18,30 euro. Door een ‘Marktorder’ in te geven van 100 stuks zullen er, indien er 100 aandelen beschikbaar zijn, 100 aandelen worden aangekocht tegen de koers die geldt op het ogenblik dat het order aan de beurt is. Opgelet: de prijs per aandeel kan hoger of lager zijn dan 18,30 euro aangezien dit afhankelijk is van de koers (die constant schommelt) en het beschikbare volume. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat er maar 50 stuks beschikbaar zijn tegen de prijs van 18,30 euro per aandeel en de overige 50 stuks tegen een prijs van 18,45 euro per aandeel.

Bij het invoeren van uw order geeft u dus geen maximumprijs (aankoop) of minimumprijs (verkoop) op waartegen het effect moet worden aangekocht of verkocht, u geeft alleen aan dat het om een aankoop of verkoop gaat en om hoeveel stuks.

Voordelen:

• ‘Marktorders’ hebben voorrang op een ‘Limietorder’. (zie verder)
• De kans is groter dat het order sneller wordt uitgevoerd.

Nadelen:

• Door marktschommelingen kan de prijs sterk afwijken van de laatste koers (= ‘slippage’).

Wanneer u liever meer zekerheid wilt over de prijs die u ontvangt, is een ‘Limietorder’ een betere optie. (zie verder)

Bij de aan- en verkoop van effecten kan men de gevolgen van te sterke koersschommelingen vermijden door orders door te geven met een limietkoers. Bij een ‘Limietorder’ bepaalt u dus vooraf tegen welke prijs uw order mag uitgevoerd worden.

• Een ‘Limietorder’ voor een aankoop betekent dat uw order wordt uitgevoerd zodra de koers van het effect op of onder de door u ingestelde limietkoers ligt. Met andere woorden, u geeft de maximale prijs aan die u wilt betalen.

Bijvoorbeeld: Stel dat u het aandeel A wilt aankopen, waarvan de koers momenteel rond de 16,20 euro schommelt. U wilt het aandeel aankopen voor maximaal 16 euro. Door een ‘Limiet order’ op te geven van 16 euro, weet u zeker dat uw order wordt uitgevoerd tegen een koers die maximaal 16 euro bedraagt. Dit hoeft u dan niet meer zelf in de gaten te houden.

• Een ‘Limietorder’ voor een verkoop betekent dat uw order wordt uitgevoerd zodra de koers van het effect op of boven de door u ingestelde limietkoers ligt. Met andere woorden, u geeft de minimale prijs aan die u wilt ontvangen.

Bijvoorbeeld: Stel dat u het aandeel B wilt verkopen, waarvan de koers momenteel rond de 26,50 euro schommelt. U wilt het aandeel verkopen voor minimaal 28 euro. Door een ‘Limiet order’ op te geven van 28 euro, weet u zeker dat uw order niet wordt uitgevoerd tegen een lagere koers dan 28 euro. Dit hoeft u dan niet meer zelf in de gaten te houden.

Voordelen:

• U hebt meer controle over de prijs.
• Uw order wordt nooit uitgevoerd tegen een koers die minder gunstig is dan de gestelde limiet.

Nadelen:

• Het is mogelijk dat uw order nooit wordt uitgevoerd als de koers de limiet nadert, maar die niet overschrijdt.

Hoe dichter uw ‘Limietorder’ bij de koers ligt, des te groter de kans dat deze wordt uitgevoerd.

Wanneer u op voorhand de grenzen wilt bepalen waarop uw order wordt uitgevoerd, is een ‘Stoporder’ een betere optie. (zie verder)

Met een ‘Stoporder’ geeft u – in tegenstelling tot een ‘Limietorder’ – aan vanaf welke koers u een effect wilt verkopen (of kopen). Dat moment wordt de activeringsdrempel of ‘trigger’ genoemd. Pas wanneer deze ‘trigger’ wordt bereikt, zal uw ‘Stoporder’ naar de beurs worden gestuurd.

Er bestaan 2 soorten ‘Stoporders’:

• ‘Stop-loss order’ (zie verder)
• ‘Stop-limit order’ (zie verder)

‘Stoporders’ worden vaak gebruikt om het neerwaartse risico in te dekken bij een verkoop. U kunt ‘Stoporders’ evenwel ook gebruiken bij het aankopen van effecten. Professionele beursanalysten kunnen bijvoorbeeld van mening zijn dat een aandeel pas koopwaardig is vanaf het moment dat het opwaarts door een bepaalde grens is gebroken. Zij gaan er dan van uit dat het aandeel vanaf dat moment hoogstwaarschijnlijk sterk zal blijven doorstijgen.

Bijvoorbeeld: Een slapend aandeel noteert al geruime tijd rond de 98 euro zonder de grens van 100 euro te doorbreken. Als u van mening bent dat het doorbreken van de 100 eurogrens een sterk positief signaal is, kunt u een ‘Stoporder’ ingeven met als ‘trigger’ bijvoorbeeld 100,20 euro. Uw aankooporder gaat pas naar de beurs als de koers van het aandeel 100,20 euro aantikt. U kunt een extra veiligheid inbouwen met een ‘Stop-limit order’ om uw maximale aankoopprijs te beperken. (zie verder)

Met een ‘Stop-loss order’ geeft u op voorhand een bepaalde koers (d.w.z. de activeringsdrempel of ‘trigger’) aan tegen dewelke een effect moet worden verkocht (of aangekocht). Zodra de ‘trigger’ bereikt of overschreden is, wordt een ‘Stop-loss order’ automatisch een ‘Marktorder’ en wordt deze uitgevoerd aan de eerstvolgende koers op de beurs.

Een ‘Stop-loss verkooporder’ wordt uitgevoerd zoals een ‘Marktorder’ zodra de koers de door u opgegeven 'Stop-loss koers' (d.w.z. de activeringsdrempel of ‘trigger’) bereikt of eronder daalt. Dit kan handig zijn wanneer u bijvoorbeeld op vakantie bent of wanneer u wat minder tijd hebt om de koersen van uw effecten op te volgen.

Bijvoorbeeld: U bezit een aandeel van bedrijf Y die u destijds hebt aangekocht tegen 50 euro. U hebt reeds een aardige meerwaarde gerealiseerd want de actuele koers bedraagt vandaag 75 euro. Echter, u wilt uw winst veilig stellen. Als de koers zou dalen onder de 70 euro, wilt u uw aandeel verkopen. Via een ‘Stop-loss verkooporder’ op 70 euro (= ‘trigger), zorgt u ervoor dat het order automatisch een ‘Martktorder’ wordt zodra deze ‘trigger’ is geactiveerd. Let op: Dit biedt geen garantie dat uw order ook effectief aan 70 euro wordt uitgevoerd aangezien de uiteindelijke verkoopkoers sterk kan verschillen van de vooropgestelde ‘trigger’. Uw order wordt immers als een ‘Marktorder’ aangeboden op de beurs.

Voordelen:

• U beschermt uw positie tegen een al te grote koersdaling.
• Uw order wordt meestal snel uitgevoerd wanneer de ‘trigger’ is bereikt.

Nadelen:

• De uiteindelijke verkoopprijs (of aankoopprijs) kan aanzienlijk afwijken van de vastgelegde ‘Stop-loss koers’, uw order gaat immers als een ‘Marktorder’ naar de beurs.
• Bij illiquide handel in het aandeel kunnen grote prijsschommelingen voorkomen (= ‘slippage’).

Let er bij het invoeren van uw order op dat u zich aan de volgende regels houdt:

• Voor een aankooporder moet de ‘Stop-loss koers’ die u invoert hoger zijn dan de huidige marktprijs van het aan te kopen effect.
• Voor een verkooporder moet de door u aangegeven ‘Stop-loss koers’ lager zijn dan de huidige marktprijs van het te verkopen effect.
  

Als u een ‘Stop-limit order’ opgeeft, geef je naast een activeringsdrempel of ‘trigger’ ook een limietkoers aan tegen dewelke een effect moet worden verkocht (of aangekocht). Hierdoor gaat een ‘Stop-limit order’ niet als een ‘Marktorder’ maar als een ‘Limietorder’ naar de beurs.

Voor het invoeren van een ‘Stop-limit order’ moet u dus twee parameters bepalen:

a. de ‘Stop-loss koers’ (d.w.z. de activeringsdrempel of ‘trigger’); en

b. de limietkoers.

Een ‘Stop-limit verkooporder’ wordt alleen uitgevoerd wanneer de koers daalt tot de door u aangegeven 'Stop-loss koers'; op dat moment verandert dit order automatisch in een ‘Limietorder’: uw order wordt uitgevoerd zolang de koers niet onder de door u aangegeven limietkoers daalt. Dit betekent dat in het geval van een verkoop uw order wordt uitgevoerd zodra de koers van het effect gelijk is aan of hoger is dan de door u ingestelde limietkoers.

Bijvoorbeeld: U bezit een aandeel van bedrijf Z dat u hebt gekocht aan een koers van 53 euro. Het aandeel noteert vandaag aan 70 euro. U hoopt op een verdere koersstijging, maar wilt u toch indekken tegen een mogelijke neerwaartse correctie. Via een ‘Stop-loss verkooporder’ op 67 euro (= ‘trigger) en een limiet van 60 euro, geeft u dan dat u bereid bent te verkopen van zodra de koers naar 67 euro daalt. Als het order wordt uitgevoerd, stelt u met de limietkoers in dat u voor uw aandeel wel minimaal 60 euro wilt krijgen. U geeft dus aan dat u uw aandeel enkel wilt verkopen tussen de prijsvork van 60 euro en 67 euro.

Let er bij het invoeren van uw order op dat u deze regels in acht neemt:

• Voor een aankooporder moet de ‘Stop-loss koers’ die u invoert hoger zijn dan de huidige marktkoers van het aan te kopen effect en de limietkoers moet hoger zijn dan de ‘Stop-loss koers’;
• Voor een verkooporder moet de door u aangegeven ‘Stop-loss koers’ lager zijn dan de huidige marktkoers van het te verkopen effect en de limietkoers moet lager zijn dan de ‘Stop-loss koers’.

Voordelen:

• U bent beschermt tegen een koersdaling.
• Uw order gaat als een ‘Limietorder’ naar de beurs.

Nadelen:

• Als de ‘Stop-loss koers’ en de limietkoers te dicht bij elkaar liggen en er een koersdaling optreedt, bestaat nog steeds het risico dat uw order alsnog niet wordt uitgevoerd.

Een ‘Stop-loss order’ en een ‘Stop-limit order’ zijn enkel mogelijk op de volgende markten: Amsterdam, Brussel, Parijs, Nasdaq, NYSE en AMEX. Ze zijn dus niet mogelijk op andere beurzen (Xetra, OTC, NYSE Arca,…).

Voor een volledig overzicht van welke orders op welke markten mogelijk zijn, verwijzen we naar de MiFID-brochure (pagina 53).

Een ‘Stop-limit order’ is te vergelijken met een ‘Stop-loss order’. Het verschil is dat een ‘Stop-limit order’ een gelimiteerd order is en dus een limietkoers bevat.

Afhankelijk van het effect en de markt kunt u een dagorder plaatsen, een order doorlopend open laten staan of een specifieke datum instellen tot wanneer uw order geldig is.

• Bij een dagorder wordt uw order automatisch verwijderd wanneer de markt sluit, mocht deze nog niet zijn uitgevoerd.
• Bij een doorlopend order blijft uw order open staan tot het order wordt uitgevoerd of tot u uw order annuleert.
• Wanneer u een specifieke datum instelt zal het order geldig zijn tot deze datum of tot u uw order annuleert.

Indien een order niet in een keer uitgevoerd wordt (bijvoorbeeld omdat de markt illiquide is), zullen de orders die op eenzelfde dag uitgevoerd worden gegroepeerd worden en zal de aanrekening van het makelaarsloon per dag gebeuren.