Wereldeconomie: hoop vs. onzekerheden

Beleggen - 30 juni 2022

Wereldeconomie: hoop vs. onzekerheden

Geschreven door David Ghezal (Investment Strategist)

Samengevat:

De komende maanden zijn dit wellicht de drie belangrijkste vraagstukken voor de wereldeconomie:

    • Het monetaire beleid van de centrale banken, gezien de sterke inflatiedruk en de vrees voor een recessie.
    • De oorlog in Oekraïne met zijn gevolgen voor de energie- en grondstoffenmarkten.
    • De economische ontwikkelingen en coronasituatie en de weerslag ervan op de wereldeconomie.

    De vooruitzichten voor de mondiale groei zijn de jongste maanden vertroebeld, onder meer door de oorlog in Oekraïne en de zero-covid-strategie in China. Die duwen prijzen verder omhoog en draaien de toeleveringsketens in de soep. Als gevolg daarvan is de wereldeconomie verzwakt en de bedrijvigheid gestagneerd.

    VS: kans op milde recessie in 1ste semester 2023

    De afname van het bbp over het eerste kwartaal (-1,5%) is misleidend. In feite waren de cijfers zelfs bijzonder solide. De consumptie bij gezinnen (+3,1%) en de bedrijfsinvesteringen (meer dan +9%) bleven sterk. Het negatieve resultaat was vooral te wijten aan de daling van de voorraden en het handelstekort. Sterke importcijfers tonen aan dat de honger van de Amerikaanse consument nog lang niet gestild is. Maar volgens onze verwachtingen zou de groei dit jaar wel geleidelijk aan vertragen, met zelfs 60% kans op een milde recessie in de eerste jaarhelft van 2023.

    Hoewel de Amerikaanse economie nog steeds profiteert van de buitengewone stimuleringsmaatregelen van de afgelopen twee jaar en het einde van de lockdowns, is de tegenwind sterker geworden. Bedrijven blijven er goed voor staan, maar de verstoringen van de mondiale productieketens veroorzaken een stijging van de productiekosten en zetten een rem op de groei van de maakindustrie. Ook de torenhoge inflatie (8,6% in mei), die vooral mee omhoog gejaagd wordt door de sterk stijgende energieprijzen, zet de gezinnen onder druk. Huishoudens kunnen niettemin vertrouwen op de robuustheid van de arbeidsmarkt. De werkloosheid is historisch laag (3,6%) en de lonen stijgen als gevolg van de schaarste aan werkkrachten op de arbeidsmarkt.

    Al bij al zou de gezinsconsumptie de Amerikaanse economie overeind moeten houden. Rekening houdend met deze factoren verwachten we een groei van 2,0% dit jaar en 0,8% volgend jaar. De Federal Reserve (Fed) neemt ondertussen de inflatie bij de horens, door haar ultrasoepel monetair beleid te verstrakken. Met een reeks renteverhogingen van 50 basispunten zal ze haar beleidsrente naar verwachting tegen het einde van het jaar opgekrikt hebben tot een bandbreedte van 2,50% – 2,75%. Mogelijk zal de beleidsrente medio 2023 rond 3,25% – 3,50% cirkelen. Tegelijk is ze begin juni gestart met de afbouw van haar gigantische balans. Op die manier zet de Amerikaanse centrale bank verder koers richting de normalisering van haar monetaire beleid.

    Eurozone: tegengestelde krachten

    Na een groei van 0,6% in het eerste kwartaal, zou de groei in de eurozone zich in een gematigder tempo blijven herstellen. De onzekerheid door het aanhoudende militaire conflict in Oekraïne blijft het vertrouwen aantasten. De stijgende grondstoffenprijzen, en vooral de voedsel- en energieprijzen, drukken op de koopkracht van de gezinnen. Ze doen ook de productiekosten stijgen voor ondernemingen, die nog steeds kampen met problemen in de bevoorradingsketens.

    Hoewel deze factoren de economie afremmen, kan de economische activiteit ook op verschillende steunpunten rekenen. De heropening van de economie en de ‘knaldrang’ ondersteunen het herstel. In dit opzicht is de vraag naar diensten sterk en zou ook de toeristische sector een robuuste zomer moeten kennen. En de positieve tendens op de arbeidsmarkt, met een werkloosheid die nog nooit zo laag was (6,8% in maart), moet eveneens de gezinsuitgaven mee ondersteunen.

    Tot slot zou de eurozone ook moeten profiteren van een gunstige budgettaire politiek, de uitgaven uit het Next Generation EU-fonds en van meer investeringen in energie-infrastructuur en defensie. We verwachten een groei van 2,9% dit jaar en 1,8% volgend jaar. Europa blijft echter een van de regio’s die het grootste risico lopen bij een verlenging of escalatie van de oorlog in Oekraine. De EU heeft weliswaar voor eind 2022 een embargo aangekondigd op 90% van de olie uit Rusland. Het al of niet uitblijven van een volledige onderbreking van de Russische gastoevoer dicteert mee de richting van de groeivoorspellingen.

    Nu de inflatie de pan uit rijst, neemt de druk op de Europese Centrale Bank (ECB) enorm toe. Enkele maanden geleden was het nog ondenkbaar dat we voor het einde van het jaar zouden terugkeren naar een positieve beleidsrente. Vandaag bestaat daar geen enkele twijfel meer over. De centrale bank bevestigde immers het einde van haar programma voor de aankoop van activa en ook het begin van de renteverhogingscyclus in juli (+25 basispunten). En ze zal haar belangrijkste beleidsrentevoeten in de nabije toekomst op regelmatige basis verhogen. In september zou dit zelfs met 50 basispunten kunnen zijn, indien de inflatievooruitzichten op middellange termijn dit rechtvaardigen.

    Japan: voor het eerst in 7 jaar meer dan 2% inflatie

    In Japan is de laatste golf van Covid-19 aan het wegebben, maar die heeft wel zijn sporen nagelaten in de groei. Het bbp kromp in de eerste drie maanden van het jaar met 0,5%. De opleving van de gezinsconsumptie, een nieuw pakket begrotingsmaatregelen (steun aan kmo’s, tegemoetkomingen voor de hoge brandstofprijzen) en de versoepeling van de controles op Covid-19 aan de grenzen, zouden vanaf het tweede kwartaal een heropleving van de economische activiteit moeten bevorderen. Dit neemt evenwel niet weg dat de gezinsconsumptie na de aanvankelijke opleving waarschijnlijk iets zal terugvallen door het uitblijven van sterke loonstijgingen.

    Wij verwachten dat de Japanse economie in 2022 met 1,7% en in 2023 met 1,8% zal groeien. Een opmerkelijk feit is dat de inflatie een peil van 2,5% bereikte in april. Daarmee werd de doelstelling van 2% van de monetaire autoriteiten voor het eerst sinds 2015 overschreden. Aangezien deze versnelling grotendeels toe te schrijven is aan de sterke stijging van de energiekosten en niet aan een sterke vraag, wordt niet verwacht dat de Bank of Japan haar monetaire beleid ingrijpend zal wijzigen.

    China: geleidelijk herstel in de tweede helft van het jaar

    De zero-covid-aanpak, waarbij hele steden en belangrijke economische knooppunten op slot gingen, zal in het tweede kwartaal een zware tol eisen op de economische activiteit. De versoepeling van de maatregelen is echter een goed voorteken voor een geleidelijk economisch herstel. De PMI-indicatoren (Purchasing Managers’ Index – een barometer voor het vertrouwen van aankoopverantwoordelijken in de dienstensector en maakindustrie) veerden eind mei weer op en staan wellicht binnenkort weer boven de 50 punten (boven de 50 wijst op expansie, onder de 50 op contractie).

    Het economische herstel zou vanaf de tweede helft van het jaar zichtbaarder moeten worden. Dat zou de druk op de toeleveringsketens verlichten, en zou goed nieuws zijn voor de vele bedrijven in Azië en elders in de wereld die sterk afhankelijk zijn van in China gemaakte onderdelen. Bovendien heeft China, met een inflatie die veel lager is dan in andere grote economieën, veel meer ruimte om aan de monetaire en budgettaire knoppen te draaien. De Chinese centrale bank heeft de rente voor leningen op 5 jaar verlaagd van 4,60% naar 4,45% om de hypotheekmarkt te stimuleren. Ook enkele beperkingen op de aankoop van onroerende goederen zijn versoepeld. Wij denken dat het ergste van de malaise op de vastgoedmarkt al achter de rug is. Indien nodig kunnen in de komende maanden verdere renteverlagingen volgen.

    Op fiscaal vlak heeft China steunmaatregelen aangekondigd voor de sectoren die het zwaarst door de coronacrisis zijn getroffen. Fiscale stimuleringsmaatregelen kunnen bestaan uit verdere belastingverlagingen, alsook het stimuleren van investeringen in de modernisering van de verwerkende industrie, innovatie en groene transitie. Er zijn ook investeringen in infrastructuur gepland om verouderende steden en regio’s te moderniseren en beter met elkaar te connecteren. Gezien de enorme economische kosten van de zero-covid-strategie zal het voor China echter moeilijk worden om de groeidoelstelling van ongeveer 5,5% voor 2022 te halen. Daarom verwachten wij dat de groei dit jaar minder dan 4% zal bedragen en volgend jaar weer zal aantrekken tot 5,3%.

    Deel dit artikel


    Dit zou u ook kunnen interesseren

    10 februari 2021

    Een robuuste portefeuille opbouwen dankzij de kern-satellietbenadering

    8 juni 2022

    Welke kansen biedt de digitale economie?

    3 mei 2022

    (R)evolutie in mobiliteit: hoe erin beleggen?

    ×