1. Gehuwd volgens een stelsel met een huwgemeenschap? Voorzie een keuzebeding
In huwelijksstelsels met een huwgemeenschap (zoals bij het wettelijk stelsel) wordt in principe het gemeenschappelijk vermogen bij een overlijden in twee gelijke delen verdeeld. De langstlevende huwelijkspartner blijft dan volle eigenaar van de ene helft, terwijl de andere helft in de nalatenschap van de overledene valt.
Is er geen testament dan wordt die andere helft verdeeld tussen de erfgenamen volgens de regels van het erfrecht. Zijn er kinderen, dan erven zij de blote eigendom van die helft en de langstlevende huwelijkspartner het vruchtgebruik. Hij of zij kan dan in principe niet meer alleen beschikken over deze goederen zonder akkoord van de kinderen.
Dit strookt niet altijd met de wensen van het echtpaar. Een mogelijke oplossing is het toevoegen van een keuzebeding aan het huwelijkscontract. Zo kan de langstlevende huwelijkspartner na het overlijden van de eerststervende kiezen welke goederen hij of zij uit de huwgemeenschap wil (bv. in volle eigendom) en wat er eventueel al naar de kinderen mag.
2. Zorg ervoor dat de inkomsten van uw eigen goederen ook eigen blijven
In het wettelijk stelsel zijn alle goederen die u bezat voor het huwelijk eigen. Dat geldt in principe ook voor alle goederen die u tijdens uw huwelijk via schenking of erfenis verkreeg. Kan u niet meer aantonen dat een goed eigen is, dan wordt het vermoed gemeenschappelijk te zijn.
Volgens het wettelijk stelsel zijn ook de inkomsten van eigen goederen (bv. inkomsten uit goederen verkregen uit een schenking of erfenis) gemeenschappelijk. Als de eigen goederen (zoals een beleggingsportefeuille) vermengd raken met de gemeenschappelijke inkomsten (intresten/coupons/dividenden), wordt het moeilijk om nog een onderscheid te maken. Is er twijfel? Dan zal dit in het voordeel van de gemeenschap spelen door de werking van het gemeenschapsvermoeden. Om dit te vermijden, kan u in het huwelijkscontract bepalen dat de inkomsten van eigen goederen steeds eigen blijven.
3. Gehuwd met scheiding van goederen? Overweeg extra bescherming voor elkaar
In het stelsel van scheiding van goederen staat de autonomie van de echtgenoten voorop. Maar ook hier is het mogelijk om bijsturingen te doen. Dit kan bijvoorbeeld door een beschermende regeling te voorzien in het geval van een echtscheiding of overlijden.
Echtgenoten hebben onder andere de mogelijkheid om een toegevoegd intern gemeenschappelijk vermogen te voorzien waarin één of beide echtgenoten eigen goederen inbrengen. Deze ingebrachte goederen worden dan tussen echtgenoten als gemeenschappelijk beschouwd. U kan zelfs een keuzebeding aan dit gemeenschappelijk vermogen koppelen. Dat biedt dus een belangrijke bescherming aan de langstlevende huwelijkspartner.
4. Let op de vormvereisten van uw testament
U kan perfect zelf een testament opstellen. Dat kost niets. Om geldig te zijn, moet het wel aan bepaalde vormvereisten voldoen, zoals handgeschreven, gedateerd en ondertekend zijn. Een nadeel van een eigenhandig testament is dat het minder zekerheid biedt dan een notarieel testament. Het kan eenvoudig worden betwist en inhoudelijke fouten zijn mogelijk. Ook kan het testament verloren gaan. Daarom is het een goed idee om uw eigenhandig testament in bewaring te geven bij een notaris. De kost hiervan is beperkt.
5. Denk na over de bestemming van uw gezinswoning
De gezinswoning geniet een bijzondere bescherming in ons land. Als een van de partners overlijdt, dan is het niet de bedoeling dat de ander in de problemen komt. Bijvoorbeeld omdat er geen geld is om de erfbelasting te betalen. Of omdat een kind of andere erfgenaam als nieuwe mede-eigenaar dwars gaat liggen.
De wetgever heeft daarom beschermende maatregelen voorzien. Alleen: die bescherming reikt niet voor iedereen even ver. Daarom is het zinvol om te kijken of de wettelijke regeling voor de gezinswoning u en uw partner voldoende beschermt. Via een testament of het huwelijkscontract kan u een regeling op maat uitwerken.
6. Overweeg een generatiesprong
Ons wettelijk erfrecht bepaalt dat de kleinkinderen niet erven van hun grootouders als hun eigen kinderen nog in leven zijn. Willen grootouders toch een deel van hun vermogen aan een kleinkind nalaten, dan kunnen ze dit doen door elk een testament op te maken. Het testament zorgt voor een versnippering, omdat er meer erfgenamen betrokken worden in de nalatenschap. Hierdoor zal er globaal gezien ook minder erfbelasting verschuldigd zijn.
In het Vlaams Gewest kan dit ook nog een (bijkomende) fiscale besparing opleveren. Een grootouder kan tot 12.500 euro belastingvrij aan een kleinkind nalaten, maar enkel als het kleinkind niets anders erft van de grootouder. Beide grootouders kunnen dit doen waardoor ze per kleinkind 25.000 euro belastingvrij kunnen nalaten. In het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaan er ook gelijkaardige fiscale vrijstellingen voor erfgenamen in rechte lijn; deze zijn echter enkel van toepassing wanneer de erfgenaam wettelijk tot de nalatenschap wordt geroepen (dus niet via testament).
7. Zorgvolmacht: denk aan een opvolger voor uw lasthebber(s) ...
Een zorgvolmacht helpt u voor te bereiden op de dag dat u uw vermogen niet meer zelf kan beheren. De keuze van een lasthebber is een belangrijke beslissing, want hij of zij zal uw vermogen beheren. Maar wat als hij of zij zelf wilsonbekwaam wordt, of uw vermogen niet langer wil beheren? Daarom doet u er goed aan om ook een opvolger voor uw lasthebber in de zorgvolmacht te voorzien.
Een samenwerking tussen twee (of meer) lasthebbers kan soms ook nuttig zijn. Het is bovendien mogelijk om de bevoegdheden van de lasthebbers te verdelen naargelang het onderwerp. Zo kan u bijvoorbeeld voor een zakelijke aangelegenheid uw zakenpartner aanduiden als lasthebber en voor privé-aangelegenheden uw huwelijkspartner of kind.
8. ... en overweeg de mogelijkheid voor uw lasthebber om te schenken
Als u wils- of handelingsonbekwaam bent, is het niet meer mogelijk om zelf nog een schenking te doen. Als u wil dat uw lasthebber ook schenkingen kan doen, neemt u best richtlijnen op in uw zorgvolmacht. Hoe concreter de richtlijnen, hoe duidelijker het is voor de lasthebber wat er kan en wat niet.
Belangenconflicten tussen de lastgever en de lasthebber zijn niet uit te sluiten. Een echtgenoot (of kind)-lasthebber kan bijvoorbeeld niet zomaar een schenking doen aan zichzelf. Dit hoeft echter geen probleem te vormen. U kan deze potentiële conflicten in uw zorgvolmacht opvangen door een ad-hoc lasthebber te voorzien voor het geval er tegenstrijdige belangen opduiken. Indien u dit niet zelf voorziet, kan de vrederechter een ad-hoc lasthebber aanstellen.
9. Schenkt u als voorschot op erfdeel of buiten erfdeel?
Schenkingen aan kinderen kunnen als ‘voorschot op erfdeel’ of ‘buiten erfdeel’ worden gedaan. In het eerste geval willen de ouders de gelijkheid tussen de kinderen bewaren, zelfs al gebeuren de schenkingen op verschillende tijdstippen. Deze schenkingen als voorschot op erfdeel worden later verrekend in de nalatenschap, opdat elk kind gelijk behandeld wordt.
Doet een ouder een schenking buiten erfdeel aan één van de kinderen, dan wil hij of zij het kind meer geven dan het andere. Wel zal moeten nagegaan worden of deze schenking het voorbehouden erfdeel (de reserve) van de andere kinderen niet heeft aangetast. In dat geval kan het benadeelde kind de inkorting vragen van de schenking om zo zijn of haar reserve te herstellen.
10. Behoud de controle over uw schenking
Bij een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik krijgt de begiftigde enkel de blote eigendom van de geschonken goederen. Door gepaste clausules in de schenkingsakte op te nemen (zoals een vervreemdingsverbod) kan de blote eigenaar met de geschonken goederen in feite niets meer doen. Pas als de schenker overlijdt - of als de schenker afstand doet van het vruchtgebruik - wordt de begiftigde in principe de volle eigenaar. De vruchtgebruiker heeft ondertussen recht op de vruchten (intresten, dividenden, coupons, huuropbrengsten, ...) van de geschonken goederen. De blote eigenaar kan dus voorlopig niet van de schenking ‘genieten’ maar zal vooral blij zijn met de gerealiseerde fiscale besparing (de uitgespaarde successierechten).
Een notariële schenkingsakte is wel vereist bij een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik. Er is dan ook schenkbelasting verschuldigd. Voor roerende goederen bedraagt die in het Vlaams en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 3%; in het Waals Gewest 3,3%. In elk gewest wordt de belasting berekend op de waarde van de volle eigendom, ook al wordt enkel de blote eigendom geschonken.
11. Ga zorgvuldig te werk bij een bankgift
Voor bepaalde schenkingen moet u langs de notaris, zoals voor een schenking van vastgoed. Maar als u geld of een effectenportefeuille wil schenken in volle eigendom, bent u niet verplicht om beroep te doen op een notaris. U bent evenmin verplicht om uw schenking te laten registeren en schenkbelasting te betalen. Afhankelijk van de omstandigheden kan u dan zelf een ‘bankgift’ doen.
Bij een bankgift verstuurt u eerst een intentiebrief naar de begiftigde (bij voorkeur aangetekend). Daarin omschrijft u de voorwaarden, lasten en modaliteiten die u wenst te verbinden aan de toekomstige schenking. U schrijft vervolgens het geld en/of de effecten over van uw rekening naar een rekening op naam van de begiftigde. Daarna maken beide partijen een begeleidend document op (de ’pacte adjoint’). In dat document bevestigen de partijen dat de overschrijving als schenking bedoeld is en worden de afgesproken voorwaarden, lasten en modaliteiten vermeld. U stelt de pacte adjoint best op in zoveel exemplaren als er partijen zijn. Vervolgens verstuurt de schenker de door alle partijen ondertekende pacte adjoint aangetekend naar de begiftigde met de post. Het is aan te bevelen om dit kort na de schenking te doen. U werkt hier best met de techniek van de gevouwen omslag, waarbij de brief tot envelop wordt gevouwen. De brief kan u dichtplakken aan de zijkant. Omdat de poststempel op het geschrift zelf wordt gezet, kan de datum nadien nog moeilijk betwist worden. Tot slot is het aangewezen om de bankafschriften samen met de pacte adjoint en het bewijs van de aangetekende zending steeds te bewaren.
Als de schenker binnen de drie jaren (in het Vlaams Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) of vijf jaren (in het Waals Gewest, vanaf 1 januari 2025 wellicht ook in het Vlaams Gewest) na de schenking ernstig ziek wordt en er een risico op overlijden is, kan de ondertekende pacte adjoint alsnog geregistreerd worden. Door de registratie zal er wel schenkbelasting verschuldigd zijn, maar kunnen de (veel hogere) successierechten alsnog vermeden worden.
Heeft u vragen over uw vermogensplanning?
Neem contact op met uw personal banker of private banker. Hij of zij helpt u met plezier verder.
Ontvang het belangrijkste financiële nieuws per e-mail
Nog geen cliënt? Blijf toch op de hoogte over onze beleggingsopportuniteiten en nieuwigheden binnen onze beleggingsdiensten.
U kunt op elk moment uitschrijven.
24 september 2024