We leven steeds langer. Daardoor nemen kinderen vaker op latere leeftijd afscheid van hun ouders. Die demografische verschuiving brengt echter ook een verschuiving in vermogensplanning met zich mee.
De kinderen hebben dikwijls zelf al een mooi vermogen opgebouwd: een eigen woning, een beleggingsportefeuille, ... Misschien zijn ze zélf al op pensioen. De kleinkinderen daarentegen, staan nog vaak aan het begin van hun carrière. Ze hebben vastgoedplannen, willen graag een stukje van de wereld zien, denken eraan een bedrijfje uit de grond te stampen ... Alleen hebben ze daar niet altijd de financiële middelen voor.
Daarom kan het voor grootouders zinvol zijn om naast de kinderen ook de kleinkinderen te betrekken bij hun vermogensplanning. Een generatiesprong organiseren kan dan een interessante oplossing zijn. Daarbij wordt een deel van het vermogen toegekend aan de kleinkinderen in plaats van de kinderen. Dat kan niet alleen financieel zinvol zijn voor de kleinkinderen; het kan soms ook fiscaal interessanter zijn.
De generatiesprong: nu of later?
Er zijn twee opties. Ofwel kunnen de grootouders een generatiesprong organiseren die later uitwerking krijgt na hun overlijden, bijvoorbeeld via een testament. Ofwel kunnen de grootouders een generatiesprong organiseren die nu al uitwerking krijgt tijdens hun leven, bijvoorbeeld via een schenking. Dat hoeft geen strikt of/of-verhaal te zijn. Een combinatie is ook mogelijk.
Een generatiesprong organiseren voor na het overlijden
1. De grootouders regelen niets
Als de grootouders niets regelen, dan kunnen de kinderen de nalatenschap van de grootouder(s) verwerpen ten voordele van de kleinkinderen. De kleinkinderen erven dan in de plaats van het kind. Dit is wel een alles-of-nietsverhaal. Ofwel aanvaardt het kind de volledige nalatenschap, ofwel verwerpt het kind de volledige nalatenschap. Door de volledige nalatenschap te verwerpen, wordt vermeden dat het vermogen bij het overlijden van het kind een tweede keer belast wordt bij de kleinkinderen. Maar ideaal of gewenst is deze situatie niet altijd.
De fiscale gevolgen van de verwerping verschillen per gewest. In het Vlaams en (sinds kort) het Brussels Hoofdstedelijk gewest betaalt het kleinkind successierechten op het erfdeel dat hem of haar toekomt. Hoe meer kleinkinderen, hoe lager de successierechten in principe zullen uitvallen. In het Waals gewest daarentegen zullen de kleinkinderen samen de successierechten moeten betalen die het kind had moeten betalen indien deze de nalatenschap niet had verworpen, wat uiteraard fiscaal nadeliger is dan in de beide andere gewesten.
In het Vlaams Gewest is het als kind onder voorwaarden wél mogelijk om (een deel van) de nalatenschap fiscaalvriendelijk door te geven aan de volgende generatie (de doorgeefschenking). Het kind aanvaardt de nalatenschap van de grootouder en betaalt daarop erfbelasting. Vervolgenskan het kind (een deel van) de erfenis binnen het jaar doorschenken aan de kleinkinderen met vrijstelling van schenkbelasting (weliswaar onder bepaalde voorwaarden en met bepaalde drempels). In het Waalse gewest werd een gelijkaardige regeling uitgewerkt maar deze is nog niet in werking getreden. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd nog geen regeling voorzien.
Vinden de grootouders de bovenstaande (passieve) pistes een slecht idee? Dan kunnen ze zelf een generatiesprong organiseren die uitwerking zal krijgen bij hun overlijden. Populaire technieken zijn het testament en de begunstiging via spaar- of beleggingsproducten.
2. Het testament
Met een testament kunnen de grootouders een deel van hun vermogen aan de kleinkinderen nalaten. In regel kan dat voor maximaal de helft van het vermogen, want de kinderen hebben wettelijk recht op minstens de helft van de wedersamengestelde nalatenschap.
Een legaat in volle eigendom betekent dat de kleinkinderen vrij over het nagelaten vermogen kunnen beschikken zodra ze 18 jaar zijn. Grootouders kunnen ook kiezen om het legaat in blote eigendom aan het kleinkind na te laten, en het vruchtgebruik toe te kennen aan het kind. Het kind kan dan bijvoorbeeld bepalen wanneer het kleinkind matuur genoeg is om over het volle eigendom te beschikken.
De tarieven van toepassing op een kleinkind zijn de verlaagde tarieven van toepassing in de rechte lijn. In het Vlaamse gewest gaan de tarieven van 3% in de laagste schijf tot 27% in de hoogste schijf. In het Brussels Hoofdstedelijk en Waals gewest gaan de tarieven van 3% in de laagste schijf tot 30% in de hoogste schijf. Elk gewest kent echter wel vrijstellingen of abattementen toe indien het erfdeel van het kleinkind relatief beperkt is. Zo is bijvoorbeeld in het Vlaamse gewest een kleinkind geen erfbelasting verschuldigd indien het verkregen erfdeel de 12.500 euro niet overschrijdt.
3. Begunstiging via spaar- of beleggingsproducten
Grootouders kunnen de kleinkinderen ook begunstigen via bepaalde spaar- of beleggingsproducten. Denk bijvoorbeeld aan een tak 23 beleggingsverzekering en een (effecten)rekening met een derdenbeding. Een extra voordeel is dat de grootouders kunnen bepalen dat het kleinkind een bepaalde leeftijd moet bereiken voordat het vermogen beschikbaar komt, bijvoorbeeld 24 jaar in plaats van 18 jaar. Op deze producten is in regel ook erfbelasting verschuldigd (zie eerder voor tarieven).
Een generatiesprong organiseren tijdens het leven
Grootouders hoeven niet te wachten tot hun overlijden om de kleinkinderen iets toe te stoppen. Dankzij een schenking kunnen de kleinkinderen al meteen met het vermogen aan de slag. Bij een schenking geldt wel: gegeven is gegeven, al kunnen grootouders natuurlijk altijd voorwaarden en lasten koppelen aan een schenking. Op die manier hoeven ze bijvoorbeeld geen schrik te hebben dat het kleinkind een sportwagen zal kopen, of al op 24 jaar met pensioen gaat.
Fiscaal interessanter
Ook bij een schenking aan een kleinkind mogen grootouders het voorbehouden erfdeel van hun kinderen niet uit het oog verliezen (zie eerder). Zijn de kleinkinderen minderjarig, dan is de tussenkomst van de ouders nodig om de schenking namens de minderjarige te aanvaarden. Het beheer van het vermogen van een minderjarige gebeurt door de (langstlevende) ouder(s). Een schenking bij leven aan de kleinkind(eren) kan fiscaal interessanter zijn dan dezelfde goederen bij het overlijden aan de kleinkind(eren) toe te kennen.
Onderhands of notarieel
Een schenking kan onderhands gebeuren (zonder registratie of tussenkomst van een notaris), of notarieel. Het voordeel van een onderhandse en niet-geregistreerde schenking is dat er géén schenkbelasting verschuldigd is. Het grote risico van een onderhandse schenking is dat de grootouder nog 3 jaar (Vlaanderen en Brussel) of 5 jaar (Wallonië) na de schenking moet leven. Overlijdt de grootouder binnen die periode, dan is er alsnog erfbelasting verschuldigd. Het voordeel van een notariële schenking is dat er in regel géén erfbelasting op het geschonkene verschuldigd is, zelfs als de grootouder binnen 3 of 5 jaar overlijdt. Het nadeel is dat er schenkbelasting verschuldigd is (al zijn die tarieven veel lager dan de erfbelasting).
Let op voor gevoeligheden
Schenken aan de kleinkinderen kan binnen een familie een delicate oefening zijn, omdat het evenwicht zoek kan raken. Stel: de grootouders hebben drie kinderen. Het eerste kind heeft geen kinderen, het tweede heeft er één en het derde heeft er vier. Hoe verdelen de grootouders de taart zodat niemand zich tekort gedaan voelt? Voor deze en andere situaties kan het nuttig zijn om een erfovereenkomst op te stellen.
Heeft u vragen over uw vermogensplanning?
Maak een afspraak in het Advisory Center van uw keuze. Onze experts ontvangen u graag.
Ontvang het belangrijkste financiële nieuws per e-mail
Nog geen cliënt? Blijf toch op de hoogte over onze beleggingsopportuniteiten en nieuwigheden binnen onze beleggingsdiensten.
U kunt op elk moment uitschrijven.