Met de ongekende rally van bepaalde technologie megacaps in Amerika - die de aandelenmarkt in zijn geheel heeft voortgestuwd - in het achterhoofd, rijst de vraag: hoeveel ruimte voor koerswinst blijft er over? De algemene trend zal waarschijnlijk aanhouden zolang de macro-economische situatie stabiel blijft, de technologiereuzen positieve resultaten blijven leveren en nieuwe boeiende producten en diensten blijven lanceren. Ook het laatste nieuws is nog steeds bemoedigend: nieuwe productreleases en steeds krachtigere taalmodellen (LLM's) blijven het enthousiasme voor artificiële intelligentie (AI) binnen de beleggersgemeenschap aanwakkeren. Bovendien kunnen de aangekondigde aanzienlijke investeringen in datacenters het optimisme over productiviteitswinsten versterken, met de hoop dat deze zich vertalen in hogere marges en een lagere inflatiedruk, terwijl de bijbehorende investeringsbehoeften een aanzienlijk positief macro-economisch effect kunnen hebben. We benadrukken echter dat het te vroeg is om een nakende impact van AI op de economie als geheel te veronderstellen.
We denken dat small-cap aandelen zullen profiteren van de stabilisering van de obligatiemarkten en van de rendementen die waarschijnlijk hun piek hebben bereikt in de Verenigde Staten en Europa. Een herstel van de economische dynamiek in Europa zou als katalysator kunnen dienen voor gunstig gewaardeerde small-caps in de regio, die tegelijk een sterke winstgroei kunnen laten zien in de komende kwartalen en jaren. We denken ook dat Europese small-caps een aanvulling kunnen vormen op mega-caps (die naar verwachting goed zullen blijven preseteren vanwege de sterke seculaire winstgroei, de blootstelling aan AI, robuuste balansen en een sterkere prijszettingskracht) als onderdeel van een zogenaamde hybride belegingsstrategie (combinatie van tech aandelen en small-caps).
Gezien de lange geschiedenis van zeepbellen op de beurs – vaak gedreven door technologische innovaties - en de recente rally van de IT-sector (vooral bij aandelen die worden beschouwd als het epicentrum van de AI-revolutie), vragen beleggers zich terecht af of deze sector misschien op een zeepbel afstevent. Wij denken alleszins dat dit (nog) niet het geval is! De waarderingen van de grootste Amerikaanse technologiebedrijven zijn inderdaad hoog. Maar toch komen ze niet eens in de buurt van de pieken van de internetzeepbel. De 'Magnificent Seven', die velen beschouwen als de belangrijkste drijfveren en begunstigden van de AI-evolutie, worden verhandeld aan een koers-winstverhouding van 33,4x tegenover een verhouding van 59,1x voor de Amerikaanse IT-sector op het hoogtepunt van de internetzeepbel.
Naast de minder strakke waardering, is er een tweede belangrijk verschil tussen de huidige technologieleiders en die van 25 jaar geleden: de huidige groep is namelijk al zeer rendabel. Ze kunnen investeren in hun activiteiten of kleinere bedrijven overnemen, zelfs in de huidige renteomgeving, omdat hun kasreserves groter zijn dan die van hun voorgangers in het internettijdperk (dotcom). Bovendien steeg in de afgelopen drie jaar hun winst per aandeel met een gemiddeld jaarlijks groeipercentage (CAGR) van 39%, terwijl hun omzet met 24% steeg. Deze bedrijven zijn dus uitgegroeid tot echte winstmachines.
We blijven echter voorzichtig over de verwachting van een vergelijkbare omzet- en bedrijfswinstgroei in de toekomst. Uit onderzoek blijkt dat sinds 1985 slechts 121 bedrijven in de S&P 500 vijf jaar op rij een omzetgroei van meer dan 20% hebben kunnen handhaven, terwijl slechts vier bedrijven gedurende vijf jaar op rij een EBIT-marge van meer dan 50% hebben kunnen realiseren.
Europese small-caps (STOXX Europe 200 Small index) hebben zwak gepresteerd sinds hun piek van midden november 2021 tot het laatste dieptepunt van eind oktober 2023. In die periode liet de index een totaal verlies van -29% in euro optekenen, 26 procentpunten lager dan de STOXX 200 Large Index, de referentie-index van de large-caps. Dit prestatieverschil is echter niet verrassend gezien de typerende kenmerken van deze marktsegmenten.
Europese small-caps zijn doorgaans meer cyclisch, omdat hun relatieve prestaties ten opzichte van large-caps in het verleden samenhangen met de hoogte- en dieptepunten van de conjunctuurindicatoren. Belangrijker nog, deze twee groepen vertonen over het algemeen aanzienlijke balansverschillen. Door financiële en vastgoedondernemingen uit te sluiten - die zouden de vergelijkbaarheid van de twee indexen scheef trekken - bevat de small-capindex meer ondernemingen met een schuldenlast. In vergelijking met hun grote tegenhangers is de nettoschuld/EBITDA-ratio van smallcaps 30% hoger, of 1,3x.
Bovendien wordt ongeveer de helft van de schuld van de small-caps gefinancierd tegen variabele rentevoeten, een aanzienlijk hoger percentage dan bij large-caps. De rentabiliteit van kleine bedrijven werd dus zwaarder getroffen op het moment dat de obligatierendementen in Europa begonnen te stijgen.
Het vooruitzicht op een dalende rentabiliteit vertaalde zich in een dubbel zo harde klap voor de small-capindex, die in 2021 verhandelde tegen een koers-winstverhouding over de volgende 12 maanden van meer dan 20x - een premie van meer dan 40% ten opzichte van zijn eigen mediaan over 10 jaar en ten opzichte van de large-capindex. Ondanks het recente herstel, bedraagt de koers-winstverhouding van de STOXX 200 Small index momenteel 12,7x, nog steeds ongeveer 20% lager dan het historische gemiddelde.
Sindsdien hebben de Europese kleinere bedrijven terrein gewonnen dankzij de verwachte renteverlagingscyclus van de Europese Centrale Bank (ECB), wat de tegenwind veroorzaakt door het renteniveau zou moeten afzwakken. Daarenboven zou dit vooruitzicht tevens een heropleving van de Europese economie moeten ondersteunen in de tweede helft van dit jaar, gebaseerd op hogere reële lonen, een beter consumentensentiment, een normalisering van de energieprijzen, de aanhoudende begrotingssteun en de stabiliserende groei in China. De bedrijfswinstvooruitzichten zijn dus verbeterd en small-caps zouden terug kunnen aanknopen met een hogere bedrijfswinstgroei om zo een premie te verdienen in vergelijking met hun grotere tegenhangers. De negatieve winstherzieningen zijn voorbij en de consensusramingen wijzen op een EPS-groei van 10% en 14% jaar-op-jaar in 2024 en 2025, bijna 6 procentpunten en 4 procentpunten meer dan large-caps. Fusies en overnames (M&A) kunnen een extra impuls geven. Volgens de M&A-experts zullen de volumes in de tweede helft van 2024 naar verwachting nog stijgen na een periode van lagere activiteit.
Al bij al heeft de verbeterde context geleid tot een opmerkelijk herstel van de STOXX 200 Small index sinds het dieptepunt van eind oktober 2023, waardoor de STOXX 200 Large-index zelfs iets overtroffen werd. Ondanks die lichte outperformance is de korting op de koers-winstverhouding van de small-caps toegenomen, wat een interessant instapmoment zou kunnen betekenen voor beleggers.
Beleggingsproducten zijn onderhevig aan risico’s. Ze kunnen zowel omhoog als omlaag evolueren en de kans bestaat dat de belegger het bedrag van zijn belegging niet recupereert. Elke beleggingsbeslissing moet in overeenstemming zijn met uw Financial ID (beleggersprofiel). Meer info op deutschebank.be/financialid.
Prognoses zijn gebaseerd op veronderstellingen, schattingen, meningen en hypothetische modellen of analyses die onjuist kunnen blijken. Alleen ter illustratie. Dit artikel en de informatie die het bevat vormen geen beleggingsadvies.
Rendementen uit het verleden zijn geen betrouwbare indicator voor toekomstige rendementen.
Nog geen cliënt? Blijf toch op de hoogte over onze beleggingsopportuniteiten en nieuwigheden binnen onze beleggingsdiensten.
U kunt op elk moment uitschrijven.
1 De term "fonds" is de gebruikelijke benaming voor een Instelling voor Collectieve Beleggingen (ICB), die kan bestaan onder het statuut van een ICBE (UCITS) of een AICB (niet-UCITS), en die diverse rechtsvormen kan aannemen (bevek, GBF enz.). Een ICB kan compartimenten bevatten. De fondsen zijn onderhevig aan risico’s. Ze kunnen zowel stijgen als dalen en mogelijk krijgen beleggers het bedrag van hun belegging niet terug.