Tijdens de eerste maanden van 2022 werden beleggers getrakteerd op een pittige cocktail van hoge inflatie, stijgende rente en centrale banken die hun monetaire beleid verstrakken. Daarbij kwamen een oorlog, energieperikelen en een Chinese economie gebarricadeerd door lockdowns. Genoeg dus om de beurzen lager te duwen. En beleggers met een kater op te zadelen.
Na vier stressvolle maanden bracht mei gelukkig wat soelaas. In China – de op een na grootste economie ter wereld – mochten deuren en ramen stilaan weer open. Daarnaast gingen de markten niet langer uit van héél steile renteklimmen in de VS, waardoor aandelenbeleggers minder ijverig op de verkoopknop duwden. En het feit dat de oorlog in Oekraïne op dit moment niet verder escaleert, bracht ook wat rust. Toch maakte dit voorzichtig optimisme de verliezen niet goed. Nog steeds staan zowel aandelen als obligaties sinds het jaarbegin in rood territorium, te meer gezien de markten in juni weer steil naar beneden doken.
De grootste boosdoener is en blijft de inflatie. Die wordt onder meer opgepompt door de problemen in de toeleveringsketens, het Chinese zero-covid-beleid en de oorlog in Oekraïne die een stevige impact heeft op de energie- en voedselprijzen. Omdat Europa de energiebanden met Rusland zo snel mogelijk wil doorknippen, zal ook dat de komende jaren hoogstwaarschijnlijk een inflatoire impact hebben. Olie is immers een basisgrondstof voor 1001 producten: van autobanden en kaarsen tot tandenborstels en aspirientjes. Als het aanbod vrijwillig kleiner wordt gemaakt, verhoogt dit de prijsdruk. Historisch gezien hebben oorlogen niet het pad van de beurzen gedicteerd, maar zijn het vooral de economische gevolgen van de oorlog die dat doen.
Midden juni tekenden de Europese aandelenmarkten (STOXX Europe 600) een verlies van 16% op tegenover het jaarbegin. De Amerikaanse S&P 500 schaafde er 23% af, het sterkste verlies vanaf het jaarbegin sinds 1970. De Nasdaq – die de jongste jaren stevig boomde – kende de grootste terugval met 32%. Vooral het mandje met FANG+ aandelen1 bloedde hard, met een verlies van 36%2.
Dat groeiaandelen het minder deden, komt omdat deze activaklasse meer impact ondervindt van de stijgende rente. Veel groeiaandelen hadden bovendien al tijdens de coronacrisis een voorsprong genomen door sterkere winstverwachtingen (e-commerce, digitalisering, thuiswerken). De afstraffing was dan ook navenant.
Niet alleen aandelen kozen de weg omlaag. Ook de obligatiemarkt – qua marktkapitalisatie nog steeds een grotere markt dan aandelen – bleef niet gespaard. Dat is relatief ongewoon, daar beide activaklassen eerder omgekeerd gecorreleerd zijn: gaat de ene omhoog, dan gaat de andere traditioneel omlaag. Ditmaal niet dus. In de VS steeg de rente zelfs sterker dan tijdens de befaamde taper tantrum van 20133. Amerikaanse overheidsobligaties beleefden op die manier de slechtste start van het jaar in 20 jaar. Alle staats- en bedrijfsobligaties – van groeilanden tot Europa – zakten overigens mee weg. Vooral het eerste kwartaal was het slechtste in decennia. Geen enkel type obligaties kon vooruitgang boeken.
Tot zover het slechte nieuws. Want terwijl veel beleggers vinden dat het glas halfleeg is, is het misschien wel tijd om het stilaan weer halfvol te zien. We denken namelijk dat het slechte nieuws vandaag al grotendeels in de koersen verwerkt zit. Hoewel verdere dalingen niet uit te sluiten zijn, ligt het grootste deel ervan wellicht achter ons. Links en rechts lijkt de slinger zelfs al wat doorgeslagen. Verschillende indicatoren wijzen erop dat het opwaartse potentieel sterker is dan het neerwaartse:
De volatiliteit op de markten zal niet snel verdwijnen. En hoewel de situatie fragiel en uitdagend blijft, zien we mogelijkheden voor herstel. De beurzen lijken namelijk té pessimistisch. Zo heeft de S&P 500 meer dan 20% verloren tegenover zijn top van dit jaar, en dat is dichtbij het gemiddelde verlies in geval van recessie (24%), hoewel we niet in recessie zijn.
We denken dan ook dat de tweede jaarhelft beter wordt dan de eerste. Mits inachtname van de nodige volatiliteit, is er vanop de huidige niveaus een aantrekkelijk potentieel over een horizon van 12 maanden. Veel zal echter afhangen van de vraag of de centrale banken, ondanks de renteverhogingen, de economie kunnen behoeden voor een recessie. Voor de volgende maanden moeten dus nog steeds de inflatiecijfers en -verwachtingen aandachtig in het oog gehouden worden. Zij zullen mee bepalend zijn voor de richting en rust, dan wel nervositeit op de beurzen.
Obligaties werden opnieuw wat aantrekkelijker. Maar het rendement is nog onvoldoende om het verlies aan koopkracht goed te maken. Obligatiebeleggers kunnen omwille van de onzekere omstandigheden best kiezen voor veiligere opties (die rente is nu ook positief) en eerder hoogkwalitatief papier dan high yield opnemen. Aandelen blijven weliswaar de beste keuze om u in te dekken tegen de hogere inflatie en het verlies aan koopkracht.
Beleggen in aandelen gaat echter gepaard met een hobbeliger parcours. Het blijft dan ook belangrijk om de lange termijn voor ogen te houden, en niet voortdurend in en uit te stappen. Wie een beleggingshorizon van 5, 7 of 10 jaar heeft, houdt zich daar best aan. Bij hogere volatiliteit en in periodes waarin tijdelijke verliezen mogelijk zijn, is dat een principe dat u niet overboord mag gooien.
Wij herhalen dat het veel beter is om belegd te blijven dan te proberen de (aandelen)markten te timen. Bij een slechte timing zal u waarschijnlijk de verkochte posities niet aan een hoger niveau terugkopen en kan u een mooie rit missen. Focus ook bij dalende koersen op de langere beleggingshorizon, net zoals u dat doet bij stijgende koersen.
Een robuuste portefeuille met een doordachte verdeling van activaklassen blijft noodzakelijk om door mogelijke stormen te navigeren. Zo’n portefeuille bestaat uit een stevige kern met daarrond enkele satellieten:
Dalende koersen kunnen voor beleggers een opportuniteit zijn om ofwel de kern verder uit te bouwen of extra aandelenblootstelling te nemen via de satellieten. Onze voorkeursectoren zijn gezondheidszorg en infrastructuur (eerder defensieve sectoren), de financiële sector (kan profiteren van hogere renteniveaus) en technologie (sterk geleden onder de hogere rente, maar op lange termijn blijft de structurele groei intact).
10 februari 2021
1 Facebook, Apple, Amazon, Netflix and Alphabet (Google), Alibaba, Baidu, NVIDIA, Tesla en Twitter.
2 Bron: Bloomberg Finance LP. Gegevens van 17 juni 2022.
3 De uitdrukking verwijst naar de stijging van de rente op Amerikaanse staatsobligaties in 2013, die het gevolg was van de aankondiging van de Federal Reserve (Fed) dat zij het tempo van haar aankopen van obligaties zou verlagen.
4 De term “fonds” is de gemeenschappelijke benaming voor een ‘Instelling voor Collectieve Beleggingen’ (ICB), die kan bestaan onder het statuut van een ICBE (UCITS) of een AICB (niet-UCITS), en die diverse rechtsvormen kan aannemen (bevek, GBF enz.). Fondsen zijn financiële instrumenten waarvan de prijs afhangt van de schommelingen op de financiële markten; zij vallen dus niet onder het herroepingsrecht wanneer zij worden gekocht op afstand of buiten verkoopruimten, volgens art. VI 58, 2 van het Wetboek van Economisch Recht. Aan beleggingsproducten zijn risico’s verbonden. Ze kunnen zowel stijgen als dalen en mogelijk krijgt u het bedrag van uw belegging niet terug.