De VS etaleert een opmerkelijke veerkracht en blijft sinds het begin van het jaar nog steeds op het groeipad verder marcheren, zij het aan een trager tempo dan vorig jaar. Volgens definitieve cijfers, dikte het bruto binnenlands product (bbp) aan met 2% in het eerste kwartaal, vergeleken met 2,6% in het vierde kwartaal van 2022. Afgezien van fluctuaties in de bedrijfsvoorraden bleef de binnenlandse vraag solide. Zo stegen de consumentenuitgaven – de hoofdmotor van de Amerikaanse economie – met 4,2% ondanks de hoge onderliggende inflatie. Joe Sixpack laat de dollars dus nog steeds rollen, met dank aan een sterke arbeidsmarkt (veel nieuwe banen, een licht stijgende maar historisch lage werkloosheidsgraad en stijgende lonen).
Hoewel we verwachten dat de groei tussen april en juni licht positief zal blijven, wijzen de industriële productie, de reële uitgaven en het dalende consumentenvertrouwen op een verdere groeivertraging. De pittige renteverhogingen van de Federal Reserve (Fed) tot een bandbreedte van 5% tot 5,25% zullen bovendien een steeds grotere impact hebben op de economie in de tweede jaarhelft. Ook de regionale bankencrisis laat enkele sporen na. De kredietvoorwaarden voor huishoudens en bedrijven zijn er mee door verstrengd, wat de binnenlandse vraag verder kan doen afremmen. De inperking van niet-militaire uitgaven – als onderdeel van de overeenkomst die Republikeinen en Democraten bezegelden in het kader van het schuldenplafond – zal anderzijds slechts een beperkte negatieve impact hebben op de groei.
Rekening houdend met al deze factoren blijft ons basisscenario dat de VS tussen nu en het einde van het jaar een milde en korte recessie zal doormaken. Daarna zou een geleidelijk economisch herstel moeten volgen, op voorwaarde dat er genoeg vooruitgang wordt geboekt in de strijd tegen inflatie. We verwachten dat de krapte op de arbeidsmarkt de komende kwartalen iets afneemt, maar nog steeds hoog zal blijven in vergelijking met eerdere recessies. Dit moet mee voorkomen dat de economie (te) diep wegzakt, en moet de opleving nadien helpen faciliteren. We gaan daarom uit van een bbp-groei van 1% dit jaar en 0,8% in 2024.
In tegenstelling tot de verwachtingen dook de eurozone afgelopen winter uiteindelijk toch in een recessie. Het bbp kromp met 0,1% in het eerste kwartaal van 2023, een terugval die identiek was aan het vierde kwartaal vorig jaar. De dip was dus heel mild en de schade bleef beperkt, onder meer dankzij de ingrepen om de energiefactuur van gezinnen en bedrijven te verlichten.
De recessie verbergt ook grote verschillen tussen landen. Zo tekenden Italië, Spanje en België allemaal een positieve groei op, terwijl de Duitse motor wel sputterde. Dat was vooral als gevolg van een slabakkende industrie (dalende productie en minder nieuwe orders). Ook tussen de sectoren zitten grote verschillen: over het algemeen worstelt de maakindustrie met een zwakke mondiale vraag en een overschot aan voorraden. De dienstensector houdt daarentegen beter stand en lijkt goed op weg om z’n expansie voort te zetten.
Na de lichte contractie in het eerste trimester zijn de vooruitzichten in tussentijd licht verbeterd. Ten eerste zou het ergste voor de consumenten al voorbij kunnen zijn. Ondanks de nog steeds hoge inflatie, zouden de gezinsinkomens op peil moeten blijven door een sterke daling van de energieprijzen, de gezonde arbeidsmarkt en de stijgende lonen. Ook het consumentenvertrouwen neemt toe, hoewel dat nog relatief zwak is, en het begrotingsbeleid zou enigszins expansief blijven. Bedrijven zullen daarentegen waarschijnlijk voorzichtig zijn met investeringen. We verwachten eveneens een beperkte bijdrage van de buitenlandse vraag aan de groei, gezien de wereldwijde vertraging die aan de gang is. Tot slot zal de economie ook te maken krijgen met het restrictieve monetaire beleid van de ECB. In dit verband gaan we ervan uit dat de ECB haar beleidsrentevoeten de komende maanden verder zal opkrikken – met een mogelijke verhoging van de depositorente tot 4% – voordat ze een langere pauze neemt. Onder deze omstandigheden zal het verwachte herstel na de milde recessie niet spectaculair zijn en verwachten we dat de groei in de eurozone in 2023 en 2024 onder de 1% blijft.
Dankzij het opheffen van de restricties kwamen de Chinezen in de eerste maanden van 2023 massaal het huis uit. Sectoren zoals reizen, toerisme en horeca gingen van eerste naar vijfde versnelling, en droegen sterk bij aan het robuuste herstel in het eerste kwartaal, met een economische groei van 4,5%. Nu de mobiliteitsindicatoren grotendeels genormaliseerd zijn, is de ruimte voor verdere verbetering beperkter. Consumenten hebben vooralsnog geld uitgegeven aan diensten in plaats van duurzame goederen. En dat weerspiegelt zich in een sputterende industrie, die tegelijk met een zwakkere wereldwijde vraag worstelt en met een kwakkelende vastgoedmarkt.
Toch zijn er genoeg redenen om optimistisch te blijven over het herstel in China. De verbetering van de arbeidsmarkt, de injectie van kredieten in de economie en het geleidelijke herstel van de vastgoedmarkt zouden volgens ons mee moeten bijdragen aan de groei vanaf de tweede helft van het jaar.
Hoe dan ook zal Peking extra maatregelen moeten treffen om de binnenlandse vraag te stimuleren. Eenmaal het vertrouwen bij de Chinese consument wat meer opgekrikt is, zullen ze ook dieper in hun zakken tasten om de gigantische spaartegoeden aan te spreken die ze de afgelopen jaren opbouwden. Naast de recente renteverlaging door de People’s Bank of China zou de Chinese overheid verschillende andere initiatieven kunnen aankondigen ter bevordering van de groei zoals fiscale prikkels voor de aankoop van consumptiegoederen, en een nieuw steunplan voor de vastgoedsector. Verder zouden investeringen in digitale infrastructuur en hernieuwbare energie de economie moeten aanzwengelen. Ondanks de zwakke buitenlandse handel en de spanningen met Washington, verhoogden we onze groeiprognose voor 2023 tot 6%. Dit is ambitieuzer dan de groeidoelstelling die Peking zelf vooropstelt. Voor volgend jaar verwachten we dat de groei zich rond 5% stabiliseert.
India boekte tussen januari en maart een groei die sterker was dan verwacht. De economie leek over het algemeen weinig hinder te ondervinden van de stijgende rente en de wereldwijde groeivertraging. India profiteerde in het bijzonder van een stevige binnenlandse consumptie en de solide export van diensten. Bovendien draaide de Indiase overheid de subsidiekraan open voor een handvol sleutelsectoren in de maakindustrie. Het fiscale jaar werd afgesloten met een groei van 7,2%.
Het groeitempo zal de komende kwartalen wellicht iets vertragen. Daar zijn verschillende aanwijzingen voor: de vertraagde impact van de verkrapping van het monetaire beleid, de toenemende wereldwijde vertraging en afname van de ‘revenge spending’ nu de restricties al een tijd geleden teruggeschroefd zijn. Daarnaast bestaat ook het risico dat de belangrijke landbouwsector bedreigd zal worden door droogte in de tweede jaarhelft, als gevolg van El Niño (een verschijnsel waarbij het zeewater in het centrale en oostelijke deel van de Stille Oceaan ongewoon warm wordt).
Ondanks deze knipperlichten zou de Indiase economie krachtig genoeg moeten blijven. De verwachte sterke stijging van de overheidsinvesteringen en het geleidelijke herstel van de bedrijfsinvesteringen zouden voor het nodige weerwerk moeten zorgen. Op die manier zou India in staat moeten zijn om in de nabije toekomst een groeitempo van minstens 6% te kunnen handhaven.
Ook op langere termijn ogen de groeivooruitzichten structureel positief voor de Aziatische reus. India, dat onlangs het dichtstbevolkte land ter wereld werd, heeft een jonge bevolking, een snel groeiende middenklasse en is volop aan het digitaliseren. Het land zou ook buitenlandse investeringen moeten blijven aantrekken en de vruchten plukken van de grote structurele hervormingen van de afgelopen jaren.
2023
|
2024
|
|
---|---|---|
Wereld
|
2,8 (+0,1)*
|
3,0 (-0,1)
|
Verenigde Staten |
1,0 (+0,3)
|
0,8 (-0,3)
|
Eurozone |
0,8
|
0,9 (-0,2)
|
Duitsland |
0,0 (-0,3) | 1,2 |
Verenigd Koninkrijk |
0,2 (+0,7) | 1,1 |
Japan |
1,0 | 0,9 (+0,1) |
China |
6,0 (+0,5) | 5,0 (-0,3) |
India |
6,0 | 6,2 |
Brazilië |
0,5 (-0,5) | 1,5 |
Rusland |
-1,0 | 1,5 |
Bron: Deutsche Bank Wealth Management, juni 2023
* Op- en neerwaartse herzieningen tegenover maart 2023
Word cliënt om te kunnen profiteren van het advies van onze experts.
Bel Talk & Invest op 078 153 154 of maak een afspraak in uw Advisory Center, online of via 078 156 160.
Nog geen cliënt? Blijf toch op de hoogte over onze beleggingsopportuniteiten en nieuwigheden binnen onze beleggingsdiensten.
U kunt op elk moment uitschrijven.