Geschreven door
Hendrik Deblander
Head of Tax
Samengevat:
Als u dividenden ontvangt vanuit het buitenland, wordt u als Belgisch fiscaal resident vaak dubbel belast. Een eerste keer via bronheffing in het buitenland en vervolgens roerende voorheffing ten belope van 30% in België. Dat geldt ook voor dividenden van Franse oorsprong.
Volgens het Frans recht bedraagt de bronheffing 12,8%. In België wordt op de ontvangen dividenden vervolgens nog 30% roerende voorheffing afgehouden.
In het dubbelbelastingverdrag tussen België en Frankrijk is evenwel bepaald dat België een verrekening van de Franse bronheffing moet toestaan. Het gaat om het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting of afgekort het FBB. Die verrekening bedraagt 15% van het nettobedrag van het dividend na inhouding van de Franse bronheffing en de Belgische roerende voorheffing.
De Belgische fiscale administratie weigerde deze FBB toe te passen, gezien het FBB voor particulieren in het Belgisch recht reeds afgeschaft werd sinds 1988. Dat standpunt werd meermaals aangevochten met als voornaamste argument dat verdragsbepalingen voorrang hebben op intern recht.
In een nieuw arrest van 15 oktober 2020 werd opnieuw geoordeeld dat het dubbelbelastingverdrag voorrang heeft op het Belgisch recht en dat het FBB dus toegepast moet worden. In een persartikel in januari 2021 verklaarde de minister van financiën dat hij de rechtspraak volgt en dat is goed nieuws voor de particuliere beleggers met Franse dividenden.
Bijgevolg kunt u voortaan een verrekening vragen van 15% FBB op dividenden van Franse oorsprong.
Voor de dividenden ontvangen tijdens het jaar 2020 kan de verrekening van het FBB via de personenbelasting (Aanslagjaar 2021).
Hiertoe vermeldt u in kader VII (inkomsten van kapitalen en roerende goederen) :
In principe kunt u tevens een teruggave vragen voor het verleden tot vijf jaar terug (i.e. voor inkomsten tot 2015).
De procedure voor de terugvordering van het FBB verschilt naargelang de dividenden al dan niet in de aangifte personenbelasting opgenomen werden.
Is de bezwaartermijn (= binnen de 6 maanden na het versturen van het aanslagbiljet) nog niet verlopen, dan kunt u een bezwaarschrift indienen om de teruggave van het FBB te vragen.
Is de bezwaartermijn wel verlopen, dan kunt u een verzoek tot ambtshalve ontheffing indienen binnen de vijf jaar te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting gevestigd werd. We willen u er evenwel op wijzen dat het niet zeker is dat zo’n verzoek tot ambtshalve ontheffing ontvankelijk zou zijn.
Als de Belgische bank de roerende voorheffing inhield, kunt u in principe de te veel betaalde bronheffing terugvorderen. Dat betekent dat u ten onrechte gestorte roerende voorheffing kunt terugvorderen als u opteert voor de toepassing van de bevrijdende roerende voorheffing . Deze teruggave kunt u vragen binnen de vijf jaar te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin de voorheffingen gestort zijn.
Let wel, ook hier blijft het onzeker of de fiscus dit zal aanvaarden.