Stijgende energieprijzen: gaan we van reflatie naar stagflatie?

Markten

Stijgende energieprijzen: gaan we van reflatie naar stagflatie?

11 oktober 2021 - Leestijd 3 min. 

Geschreven door

Ahmed Khalid
Investment Strategist Europe

Samengevat:
  • De olieprijzen staan op het hoogste peil in drie jaar, tussen 29 september en 5 oktober alleen al stegen de aardgasprijzen in de Europese unie met 36% en de elektriciteitsprijzen in Duitsland met meer dan 55%.
    • De recente consolidatie en volatiliteit op de markten worden versterkt door de stijging van de olieprijzen.
      • Het effect op de inflatie zal waarschijnlijk beperkt zijn, terwijl sectorale rotatietrends op de aandelenmarkten ons inziens zullen aanhouden.

      Gasprijzen 460% gestegen tot nu toe

      De aardgasprijs in de Europese Unie, zoals gemeten door het Nederlandse TTF-aardgasfuturescontract, is op dinsdag 5 oktober met meer dan 20% gestegen en met 36% in een tijdspanne van 1 week. De totale stijging sinds het begin van het jaar bereikt zelfs 460%. De dagelijkse leveringen van aardgas uit Rusland aan het compressiestation van Mallow in Duitsland hebben moeite om het niveau van vóór eind juli te bereiken. Bovendien kenden de verwachte hogere leveringen uit Rusland een tegenslag, omdat de Russische binnenlandse vraag vermoedelijk zal toenemen als gevolg van het koudere weer. Het land verbruikt momenteel gemiddeld ongeveer 140 miljoen kubieke meter per dag meer dan in dezelfde periode van 2019, en zelfs 200 miljoen kubieke meter per dag meer dan het niveau van vorig jaar. Nu de gasopslagniveaus ongeveer 15% lager liggen dan het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar voor deze tijd van het jaar, zijn de aardgasprijzen sterk gestegen en wordt er verhandeld tegen ongeveer USD 210 per vat olie-equivalent.

      Olie op hoogste niveau in 3 jaar

      De natuurlijke vraag naar ruwe aardolie zou ook moeten profiteren van de hoge gasprijzen. En nu de OPEC+ vasthoudt aan haar scenario van een maandelijkse verhoging met 400.000 vaten per dag tot ten minste eind volgende maand, blijven de olieprijzen rond hun hoogste niveau in drie jaar schommelen.

      Daarenboven heeft de bezorgdheid over de Noorse uitvoer van hydro-elektriciteit een hoogtepunt bereikt, nu het peil van de stuwmeren is gedaald tot het laagste niveau in tien jaar. Dit alles heeft geleid tot hogere elektriciteitsprijzen: de elektriciteitsprijzen voor één maand in Duitsland zijn in een tijdsspanne van 1 week met 55% gestegen, wat de totale stijging sinds het begin van het jaar op 320% brengt.

      Ongerustheid maar tijdelijk?

      Hoewel veel zal afhangen van de strengheid van de komende winter, lijken sommige recente stijgingen te wijzen op een overreactie. Dergelijke hoge gasprijzen zullen immers ook meer aanbod aantrekken, te meer omdat de prijzen in Azië minder hoog waren. Bovendien is het waarschijnlijk dat Rusland de aanvoer zal opdrijven zodra het zijn eigen voorraden heeft opgebouwd. Het tekort aan elektriciteit, samen met het verankerde probleem van onderbrekingen in de bevoorradingsketen, wakkert de bezorgdheid van de beleggers aan.

      Het tekort aan productiemiddelen heeft geleid tot de recente daling van de PMI's in de eurozone wat heeft geleid tot bezorgdheid over mogelijke stagflatie, vergelijkbaar met de situatie in de VS zo'n 40 jaar geleden. We verwachten evenwel dat de knelpunten aan de aanbodzijde in de halfgeleidersector tegen het eerste kwartaal van 2022 zullen beginnen afnemen, wanneer de investeringen in extra productiecapaciteit vruchten beginnen af te werpen.

      Het spookbeeld van stagflatie

      Hoge energieprijzen wakkeren de vrees voor stijgende inflatie aan, waarbij veel bedrijven melding maken van het risico dat hogere energiekosten met zich meebrengen en sommige daardoor zelfs de productie opschorten. Maar uiteindelijk wordt het risico voor de winstgevendheid beperkt omdat bedrijven de extra kosten aan de consumenten kunnen doorrekenen.

      Dit zal onvermijdelijk de kosten voor gezinnen verhogen, maar zij zouden dit moeten kunnen dragen. Het bruto beschikbaar inkomen van de Europese gezinnen bevindt zich namelijk op het hoogste niveau sinds de oprichting van de eurozone. Bijgevolg zal het totale effect op de groei beperkt zijn: volgens de huidige ramingen zal het cumulatieve effect op het bbp in de komende kwartalen ongeveer 0,25% bedragen.

      Aangezien het energiesegment in zijn geheel ongeveer 10% van de inflatiemand van de Europese Unie uitmaakt, zal het effect op de inflatie waarschijnlijk niet buiten proportie zijn. Het geraamde effect van slechts 40 basispunten (0,4%) op de inflatie in 2022, is een van de redenen waarom de centrale banken zich niet al te veel zorgen maken. Verdere stijgingen van de energieprijzen zullen echter een bevestiging zijn voor degenen die reeds verwachtten dat de inflatie zal aanhouden, gezien de verstoringen in de bevoorradingsketen.

      Gevolgen voor beleggingen

      Hoewel de effecten op de inflatie-indexen eerder beperkt zullen zijn, zullen de prijsbewegingen op korte termijn de nervositeit en volatiliteit op de markten doen toenemen. De recente tendensen van sectorrotatie (van 'groei'- naar 'waarde'- en/of cyclische aandelen) op de aandelenmarkten zullen ons inziens aanhouden.

      Is het tijd om uw beleggingen bij te sturen?

      Bel onze experts van Talk & Invest op 078 153 154.

      Maak een afspraak in uw Financial Center via 078 156 160 of online.

      ×