- VS: Economie navigeert door zwakke fase; monetair beleid wordt waarschijnlijk verder versoepeld.
- Eurozone: De nieuwe Duitse bugettaire stimuli zullen naar verwachting vanaf 2026 doorwerken; ECB is bijna klaar met renteverlagingen.
- Aandelenmarkten: Positieve vooruitzichten dankzij bedrijfswinstgroei en ondanks handelstarieven; indexdoelen verhoogd.
- Obligaties: Steilere rentecurves blijven aanhouden.
- Grondstoffen & valuta: Goud breekt door na consolidatiefase, vraag blijft sterk; USD onder druk; EUR profiteert van diversificatie.
Macro-economie
VS: optimisme ondanks tijdelijke zwakte
Zowel de recente banenrapporten als het sentiment bij aankoopmanagers wijzen erop dat de Amerikaanse economie momenteel een pauze inlast. Gezinnen en bedrijven passen zich aan aan de nieuwe realiteit van hogere handelstarieven, en dat doet de motor trager draaien. We verwachten echter dat deze pauze van korte duur is. De sterke financiële positie van gezinnen, de puike bedrijfswinsten, de aanhoudende investeringen in AI en de fiscale ingrepen zullen het optimisme naar onze verwachting doen terugkeren. Ook het enthousiasme rond de 250e verjaardag van de Amerikaanse Onafhankelijkheidverklaring kan de consumptie een duwtje in de rug geven.
Het risico bestaat dat de Federal Reserve te fel reageert op de huidige vertraging, zeker nu de druk om de rente te verlagen verder toeneemt. Maar dat zien we niet als het meest waarschijnlijke scenario. We verwachten nog vier extra renteverlagingen (telkens met 25 basispunten) tegen september 2026.
We gaan ervan uit dat de economie in 2025 1,5% zal groeien en in 2026 1,3%. Wat de inflatie betreft, zien we die zowel dit als volgend jaar stabiel blijven op 3% doordat bedrijven zich aanpassen aan de handelstarieven en hun toeleveringsketens herbalanceren.
Eurozone: groeivertraging, maar effect van stimuli in aantocht
Onze regio presteerde in het eerste kwartaal van 2025 sterk (+0,6% groei ten opzichte van het laatste kwartaal in 2024), maar in het tweede kwartaal zakte dat terug tot +0,1% ten opzichte van het eerste kwartaal dit jaar. Vooral Duitsland - ´s werelds derde grootste economie - liet het afweten. De vooruitzichten voor 2026 ogen daarentegen beter. Nieuwe overheidsinvesteringen in defensie en infrastructuur zouden de Duitse economie naar +1,2% groei kunnen tillen. Voor de hele eurozone mikken we op +1,1% groei in 2026.
De inflatie koelt ondertussen verder af richting de doelstelling van de Europese Centrale Bank (2%). We verwachten dat de ECB nog één renteverlaging zal doorvoeren, zodat de depositorente naar 1,75% zakt.
Japan: akkoord vermindert onzekerheid
Met het akkoord over een Amerikaans handelstarief van 15% zijn de onzekerheden over de Japanse economische ontwikkeling enigszins weggeëbd. Dit jaar verwachten we +1,2% groei voor het land van de rijzende zon. Het hoge inflatiepercentage van 3% kan dalen tot 2% tegen 2026.
De Bank of Japan zal haar monetaire beleid wellicht verder normaliseren en de beleidsrente verhogen naar 1% (momenteel ligt die op 0,5%). Dit zou op de economische dynamiek kunnen drukken, waardoor we een zwakkere bbp-groei van 0,7% verwachten in 2026.
China: sterke eerste jaarhelft moeilijk te herhalen
China imponeerde met een sterke bbp-groei van 5,3% in de eerste helft van 2025. Dat was onder meer te danken aan stevige exportcijfers in anticipatie op de handelstarieven. De VS en China kwamen recent overeen om de huidige handelstarieven ten minste tot midden november te verlengen, en het lijkt erop dat er geen verdere escalatie wordt verwacht in de nabije toekomst.
Desondanks zijn de goede economische data uit de eerste helft van het jaar moeilijk over te doen naarmate het jaar vordert. Hoewel we meer fiscale stimuli verwachten aan het einde van dit kwartaal, lijkt het erop dat de economische groei dit jaar zal dalen tot 4,8% en verder zal vertragen tot 4,2% in 2026.
Aandelen
Ondanks enkele tegenslagen kozen aandelen deze zomer de weg omhoog. Nieuwe handelsakkoorden met de VS verminderden de spanningen en bedrijven toonden ondertussen dat ze tegen een stootje kunnen, ondanks de handelstarieven. We blijven positief over aandelen (hoewel tijdelijke terugvallen mogelijk zijn) en we verwachten dat de bedrijfswinstgroei wereldwijd zal toenemen. Dat zou ook de koersen moeten ondersteunen. Daarom verhogen we onze koersdoelen voor de belangrijkste indexen.
S&P 500: recordhoogtes door sterke winstverwachtingen
De Amerikaanse beurs tikte nieuwe records aan, ondersteund door sterke winstcijfers, deregulering, de vooruitzichten op een soepeler monetair beleid en de ‘One Big Beautiful Bill Act’ die de belastingverlagingen verlengt. Techbedrijven vormen een groot deel van de korf van de S&P 500 en zij blijven profiteren van de honger naar artificiële intelligentie. We verhogen ons koersdoel voor de S&P 500 naar 6.800 punten, in lijn met onze verwachting van aanhoudende bedrijfswinstgroei de komende 12 maanden.
Europese aandelen: gunstige kaarten op tafel
Europese aandelen consolideerden recent na een sterke start van het jaar. De onzekerheid over het segment van halfgeleiders en gezondheidszorg drukte de stemming, en beleggers keerden hun aandacht weer richting de VS. Toch zien we mogelijkheden voor Europa met zijn sterkere economieën, de hogere Duitse uitgaven, de onderwogen blootstelling aan Europa bij beleggers, de aantrekkelijke waarderingen, de stijgende bedrijfswinsten en de hogere vraag naar diversificatie (weg van de VS). Ons nieuwe koersdoel voor de STOXX Europe 600 bedraagt 575 punten.
Japanse aandelen: steun van handelsakkoord
Japanse aandelen trokken deze zomer een spurtje, aangedreven door sterke kwartaalresultaten, de handelsdeal met de VS en vooruitzichten op fiscale stimuli na het aftreden van premier Ishiba. In de toekomst verwachten we dat het gunstige economische klimaat en de aanhoudende winstgroei de markt verder zullen ondersteunen. We blijven positief en verhogen ons koersdoel voor de MSCI Japan naar 1.920 punten.
Opkomende markten: gemengd beeld
De prestaties van opkomende markten waren de voorbije maanden verdeeld. De Chinese overheid lanceerde initiatieven om overcapaciteit te verlagen en de prijszetting te verbeteren. Er was bovendien veel animo voor AI-aandelen, wat de beurzen mee omhoog jaagde. In India daarentegen drukten de tariefgeschillen met de VS de koersen. Vooruitkijkend voor de opkomende markten zien we opwaarts potentieel, aangedreven door de bedrijfswinsten in technologie, de zwakkere dollar en het vooruitzicht op nieuwe handelsakkoorden. Ons nieuwe doel voor de MSCI Emerging Markets Index is 1.320 punten.
Obligaties
Amerikaanse staatsobligaties: steilere rentecurve
Het rendement op Amerikaanse staatsobligaties is gedaald door de tijdelijke vertraging van de economie. Tegelijk is er politieke druk op de Federal Reserve, wat de langetermijnrente kan opdrijven. Met het herstel dat we in 2026 verwachten en de mogelijke beleidsrenteverlagingen, kan de rentecurve opnieuw een stukje steiler worden doordat beleggers een hogere vergoeding vragen voor obligaties met langere looptijden.
Een heel forse stijging van de langetermijnrente lijkt ons echter niet waarschijnlijk. Dat komt onder meer omdat de overheid de voorkeur geeft aan de uitgifte van kortlopende obligaties boven langlopende in lijn met de deregulering die de vraag van institutionele beleggers naar Treasuries aanwakkert, en omdat nieuwe wetgeving rond stablecoins de vraag naar Amerikaans staatspapier doet aanzwengelen. Tegelijk zien we risico’s op hogere rentes als de inflatie opnieuw oploopt door de fiscale steun en het versoepelende monetaire beleid. Onze rendementsdoelstelling voor Treasuries (10 jaar) voor eind september 2026 bedraagt 4,25%; voor Treasuries met een looptijd van 2 jaar verwachten we 3,50%.
Duitse Bunds: veilige haven
De Duitse economie zal de komende tijd wellicht aantrekken. Gecombineerd met de sterkere overheidsuitgaven en hogere schulduitgifte, duwt dit de Bund-rendementen al omhoog. Bunds blijven hoe dan ook een veilige haven. Omdat Amerikaanse en Franse obligatiemarkten met eigen risico’s kampen, blijft de stijging van Bund-rendementen relatief beperkt. Onze rendementsdoelstelling voor Bunds (10 jaar) voor eind september 2026 bedraagt 2,60%; voor de 2-jaars looptijd verwachten we 1,80%.
De rendementen van Franse staatsobligaties komen dichtbij Italiaanse
De renteverschillen tussen Franse staatsobligaties en Duitse Bunds zijn de jongste tijd opgelopen door politieke onzekerheid en het risico op verdere kredietverlagingen. We verwachten dan ook geen snelle daling van de risicopremie. Dat contrasteert sterk met Italië: daar zorgen politieke rust, gematigde groei en mogelijke upgrades van de kredietrating voor aantrekkingskracht, waardoor de spreads bijna gelijk zijn geworden aan die van Frankrijk. De Franse spreads kunnen wellicht nog wat oplopen, maar onvoldoende om de obligatiemarkten ongerust te maken.
Investment Grade: bescheiden toename in spreads verwacht
De spreads op Investment Grade-obligaties1 in EUR en USD blijven historisch laag, dankzij een sterke instroom en solide balansen. Het netto-aanbod ligt lager dan vorig jaar. Ondanks de blijvend sterke vraag naar carry – het extra rendement dat beleggers ontvangen door obligaties aan te houden – verwachten we vanaf de huidige niveaus een lichte verbreding van de spreads.
High Yield: historisch krappe spreadniveaus
Spreads van High Yield-obligaties2 noteren nog altijd op historisch lage niveaus. In de VS is het netto aanbod – nieuwe uitgiften min de vervallen obligaties – dit jaar beperkt gebleven. Toch blijft dit segment beleggers lokken dankzij rendementen tot bijna 7%. In Europa is het netto aanbod dit jaar dan weer groter. De wanbetalingspercentages blijven waarschijnlijk op een hoger niveau, wat voor bredere spreads kan zorgen, maar zonder de marktstabiliteit te bedreigen.
Opkomende landen: spreads op laagtepunt
De spreads op staatsobligaties van opkomende landen staan op een meerjarig dieptepunt. Dat komt door de sterke kapitaalinstroom, de zwakkere dollar, de aantrekkelijke rendementen en enkele handelsdeals. Omdat deze positieve factoren al grotendeels zijn ingeprijsd, is de buffer tegen nieuwe risico’s beperkt. We verwachten daarom een lichte verbreding van de spreads.
Ook in Azië staan de spreads op een dieptepunt. Dat komt door de sterke vraag, betere fundamentals en een lager aanbod. Mogelijk verbreden de spreads lichtjes. De rendementen liggen nog steeds boven het gemiddelde sinds de financiële crisis, waardoor obligaties in Azië aantrekkelijke carry blijven bieden.
Grondstoffen
Goud: nieuwe records na pauze
Na het record van 3.500 dollar per ons in april 2025 schipperde de goudprijs maandenlang tussen 3.100 en 3.450 dollar. Die consolidatie kwam door een seizoensgebonden zwakkere vraag naar goud en de hernieuwde focus van beleggers op het herstel van de Amerikaanse aandelenmarkten.
Eind augustus trok goud opnieuw aan en verpulverde sindsdien het ene record na het andere. De vraag werd ondersteund door onzekerheid rond het Amerikaanse tariefbeleid, stijgende overheidsschulden en twijfels over de onafhankelijkheid van de Federal Reserve. Dat uitte zich in een aanhoudend sterke instroom in trackers3 op goud.
Centrale banken blijven hun reserves ondertussen diversifiëren met goud, terwijl de vraag uit Azië robuust blijft, ook aan de huidige hoge prijzen. De dalende Amerikaanse kortetermijnrente en een mogelijk iets zwakkere dollar geven extra steun. Op korte termijn zijn correcties mogelijk, maar op middellange termijn verwachten we een aanhoudend hoge goudprijs. Onze prognose is 3.800 dollar per ons voor september 2026.
Koper: afgeremd door zwakke Chinese vraag
De koperprijs blijft de jongste tijd ter plaatse trappelen. De kans op een opwaartse uitbraak is gering zolang de Chinese vraag lauw blijft. Tijdens de eerste jaarhelft stegen de wereldwijde voorraden aanzienlijk. Toch blijft het globale aanbod nog steeds krap en zorgen de wereldwijde energietransitie en investeringen in technologie voor een sterke vraag op lange termijn. Door deze mix van factoren verwachten we dat de koperprijzen op korte termijn relatief stabiel zullen blijven. Ons koersdoel voor september 2026: 9.600 dollar per ton.
Olie: prijzen onder druk door overaanbod
De olieprijzen bleven de jongste maanden zwak, op een korte piek na door spanningen in het Midden-Oosten. Het aanbod is ruim: de OPEC+-landen draaiden hun vrijwillige productieverlagingen terug en ook landen buiten de OPEC+ pompen meer olie op. India’s hogere verbruik weegt niet op tegen China’s zwakkere consumptie. De Verenigde Staten - ‘s werelds grootste olieproducent - zetten ondertussen druk om de olieprijzen laag te houden.
Geopolitieke risico’s kunnen kortstondige pieken geven, maar de huidige niveaus zijn op lange termijn moeilijk houdbaar. Onze verwachting voor Brent in september 2026: 57 dollar per vat.
Valuta
USD
De Amerikaanse invoertarieven blijken geen bevlieging en zullen wellicht van kracht blijven. Hoewel dat op de economie drukt, rekenen we na de huidige vertraging op een solide Amerikaanse groei. Nu de eerste tekenen van zwakte op de arbeidsmarkt zichtbaar zijn, heeft de Fed opnieuw de rente verlaagd na de pauze eerder dit jaar. De ECB is dan weer bijna klaar met haar cyclus van renteverlagingen. In combinatie met politieke druk op de Fed kan dat de dollar een stukje verzwakken.
We voorzien dat beleggers hun portefeuilles langzaam zullen verschuiven van Amerikaanse activa naar andere regio’s. De hoge Amerikaanse begrotingstekorten blijven de USD tegenwind bezorgen, terwijl Europa net kan profiteren van fiscale stimuli, vooral in Duitsland. Ons basisscenario: een iets zwakkere dollar op middellange termijn. Wij verwachten dat de EUR/USD eind september 2026 zal noteren aan 1,20.
GBP
De Britse economie hield goed stand in het tweede kwartaal, na een sterk eerste kwartaal. De inflatie bleef echter boven de doelstelling van de Bank of England. In augustus volgde na een nipte stemming een renteverlaging naar 4%. Voor de komende 12 maanden verwachten we slechts twee extra verlagingen. Voor eind september 2026 verwachten we dat het pond zal appreciëren tot GBP/USD 1,40.
JPY: geleidelijke appreciatie verwacht
De Japanse economie blijft in goeden doen, weliswaar met sterke loonstijgingen, een hoge inflatie en nog verder stijgende inflatieverwachtingen. Deze context zou verdere renteverhogingen door de Bank of Japan rechtvaardigen. Toch blijft de centrale bank voorzichtig, deels omdat de impact van Amerikaanse handelstarieven op de Japanse export nog moet blijken. Ondertussen zien we weinig bewijs dat Japanse beleggers kapitaal uit het buitenland terughalen. We verwachten dat USD/JPY eind september 2026 aan 135 zal noteren.
CNY: stabiliteit of lichte stijging
Ondanks oplopende spanningen met de VS heeft China een devaluatie van de yuan vermeden. Sterker nog, de munt bereikte recent het hoogste niveau sinds de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De economie kampt met een zwakke consumptie en een slabakkende huizenmarkt, waardoor extra stimuli waarschijnlijk nodig zijn. Dat zou de munt tegelijk kunnen ondersteunen. Ook meer samenwerking binnen het ‘Global South’ kan de vraag naar CNY versterken. We rekenen daarom op een stabiele koers of een lichte appreciatie, met USD/CNY aan 7,15 eind september 2026.
Beleggen in de technologiesector?
Beleggen in de gezondheidszorgsector?
Beleggen in Europese smallcaps?
Ontdek ook de analyse van Wim D’Haese, Head Investment Strategist, in onze video
“Optimisme, geen euforie”

Beleggingsproducten zijn onderhevig aan risico’s. Ze kunnen zowel omhoog als omlaag evolueren en de kans bestaat dat de belegger het bedrag van zijn belegging niet recupereert. Elke beleggingsbeslissing moet in overeenstemming zijn met uw Financial ID (beleggersprofiel). Meer info op deutschebank.be/financialid.
Dit artikel en de informatie die het bevat vormen geen beleggingsadvies.
Rendementen uit het verleden zijn geen betrouwbare indicator voor toekomstige rendementen.
Ontvang het belangrijkste financiële nieuws per e-mail
Nog geen cliënt? Blijf toch op de hoogte over onze beleggingsopportuniteiten en nieuwigheden binnen onze beleggingsdiensten.
U kunt op elk moment uitschrijven.
Dit zou u ook kunnen interesseren

20 augustus 2025
Lage rente en inflatie: Op zoek naar een nieuwe dynamiek voor uw vermogen?
1 ‘Investment Grade’-obligaties zijn obligaties van uitgevers waarvan de financiële situatie als solide wordt beschouwd. Ze hebben een rating van AAA tot BBB- bij Standard & Poor’s, of een equivalente rating bij Moody’s of Fitch. Hoe hoger de rating, hoe groter de kans dat de belegger op de eindvervaldag wordt terugbetaald door de uitgever (behalve bij faillissement).
2 ‘High Yield’-obligaties zijn obligaties van uitgevers waarvan de financiële situatie als veel riskanter wordt beschouwd. Ze hebben een rating tussen BB+ en D bij Standard & Poor’s, of een equivalente rating bij Moody’s of Fitch. Omdat het risico op wanbetaling door High Yield-uitgevers aanzienlijk hoger is, bieden ze een potentieel hoger rendement dan ‘Investment Grade’-obligaties.
3 Trackers, ook wel ETF's (Exchange Traded Fund) genoemd, zijn fondsen die op de beurs noteren, waardoor u ze gedurende de hele beursdag kunt kopen en verkopen, zoals beursgenoteerde effecten. Trackers streven ernaar het verloop van een vooraf bepaalde beursindex zo getrouw mogelijk na te bootsen.
4 De term "fonds" is de gebruikelijke benaming voor een Instelling voor Collectieve Beleggingen (ICB), die kan bestaan onder het statuut van een ICBE (UCITS) of een AICB (niet-UCITS), en die diverse rechtsvormen kan aannemen (bevek, GBF enz.). Een ICB kan compartimenten bevatten. De fondsen zijn onderhevig aan risico’s. Ze kunnen zowel stijgen als dalen en mogelijk krijgen beleggers het bedrag van hun belegging niet terug.