De schenking van onroerend vermogen aan de kinderen

Estate Planning & Fiscaliteit - 28 september 2023

De schenking van onroerend vermogen aan de kinderen

FeitenMark en Marie, 62 en 60 jaar oud, zijn gehuwd volgens het stelsel van scheiding van goederen. Tijdens hun huwelijk hebben ze met hun beroepsinkomen een mooi onroerend vermogen opgebouwd, bestaande uit een verouderd herenhuis in Gent ter waarde van 1.000.000 euro en een prachtige villa in Knokke ter waarde van 3.000.000 euro. Beide goederen zijn onverdeeld eigendom, elk voor de helft. Het herenhuis in Gent moet grondig gerenoveerd worden. In de periode dat Mark en Marie niet in hun villa aan de kust verblijven, verhuren ze de villa. Mark en Marie hebben 2 meerderjarige dochters, Katrien en Sandra. Ze hebben tot dusver niets ondernomen met betrekking tot de planning van hun onroerend vermogen.

Persoonlijke doelstellingen – Mark en Marie willen geen tijd en geld steken in de renovatie van het herenhuis en gaan het verkopen. Met de verkregen verkoopprijs willen Mark en Marie een opbrengstappartement in Brugge aankopen. Wat de villa in Knokke betreft, daar vrezen Mark en Marie dat, bij hun overlijden, de kinderen hoge successierechten dienen te betalen, maar ze wensen wel dat de villa zeker in de familie blijft. Ze overwegen dus de villa te schenken aan Katrien en Sandra. Mark en Marie stellen zich daarbij wel nog een aantal vragen: wat zijn de belangrijkste aandachtspunten bij het schenken van de villa? Kunnen ze ervoor zorgen dat ze ook na de schenking nog recht hebben op de huurinkomsten? Kan de aankoop van het appartement in Brugge geoptimaliseerd worden?

Wat zijn de aandachtspunten bij het schenken van de villa?

Schenking van onroerend vermogen

Door te schenken zal het koppel een deel van hun onroerend vermogen definitief en onherroepelijk aan de kinderen overdragen. Dit is meteen ook het voornaamste nadeel van een schenking: in tegenstelling tot bijvoorbeeld een testament dat tijdens het leven van de opsteller ervan in principe steeds gewijzigd kan worden, kan de ouder-schenker behoudens in uitzonderlijke gevallen niet meer terugkomen op een aan de kinderen gedane schenking.

Mark en Marie wensen ook na de schenking de villa te kunnen bewonen en er desgevallend de huurinkomsten van op te strijken. Ze schenken de villa dus best met voorbehoud van vruchtgebruik. De kinderen worden hierdoor slechts blote eigenaars en moeten dulden dat hun ouders ongestoord de villa bewonen, verhuren en er de huurinkomsten van innen. Opgepast, de vruchtgebruikers en de blote eigenaars kunnen enkel samen het onroerend goed in zijn geheel verkopen.

Om dit zo goed mogelijk te bereiken, kunnen Mark en Marie in de schenkingsakte een specifieke clausule opnemen waarin ze elk in hun voordeel, als last op de schenking, bedingen dat bij het overlijden van de eerste van hen, de kinderen aan de langstlevende echtgenoot het levenslang vruchtgebruik van het geschonken goed zullen nalaten. Anders gezegd, enkel bij overlijden van de langstlevende echtgenoot zullen de kinderen de volle eigendom van de geschonken goederen verkrijgen. Tot op heden aanvaarden de belastingadministraties in de verschillende regio’s dat deze last zonder successie- of registratierechten/schenkbelasting kan uitgevoerd worden.

Indien een dergelijke clausule niet wordt opgenomen, voorziet de wet momenteel in twee mechanismen waardoor de langstlevende schenkende echtgenoot toch kan genieten van het vruchtgebruik van een eigendom dat door de overledene werd geschonken bij zijn of haar overlijden. Dit zijn de wettelijke aanwas van het vruchtgebruik en het opeenvolgend vruchtgebruik.

Over het algemeen zijn deze mechanismen minder beschermend voor de langstlevende echtgenoot dan de voornoemde contractuele clausule. Vanuit fiscaal oogpunt is de wettelijke aanwas van vruchtgebruik momenteel niet onderworpen aan successie- of schenkingsrechten in de drie gewesten van het land. Opvolgend vruchtgebruik is momenteel niet onderworpen aan successierechten in het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar wel in het Vlaams Gewest.

Voor een meer gedetailleerde vergelijking van deze drie beschermingsmechanismen verwijzen we naar ons artikel 'De schenking van een effectenportefeuille met voorbehoud van vruchtgebruik'.

Mark en Marie willen geen van hun dochters benadelen en wensen dus de schenking te doen als voorschot op hun erfdeel (voor dit laatste begrip verwijzen we naar een vorige artikel ‘Het schenken van roerend vermogen aan kinderen’).

Zonder deze schenking, vrezen Mark en Marie dat bij hun overlijden de kinderen wellicht hoge successierechten verschuldigd zullen zijn. En inderdaad, indien ze niets ondernemen, dan zal bij overlijden van één van hen het deel van de villa waarvan de overledene eigenaar was deel uitmaken van zijn nalatenschap, en dus aan de successierechten onderworpen worden. De kinderen en desgevallend de langstlevende echtgenoot zullen progressieve successierechten verschuldigd zijn op wat ze uit de nalatenschap van de overledene verkrijgen. Afhankelijk van het bevoegde Gewest bij het overlijden van de ouders bedraagt het hoogste tarief 27% (in het Vlaams Gewest) dan wel 30% (in het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Door een onroerende schenking te realiseren kunnen Mark en Marie de successiefactuur voor hun kinderen verlichten. Ze moeten daarbij wel rekening houden met een aantal aandachtspunten.

De schenking van een in België gelegen onroerend goed moet in principe via een Belgische notaris gebeuren. De notaris zal de verschuldigde schenkbelasting (Vlaams Gewest) dan wel registratierechten (Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) inhouden. Om te weten welke gewestelijke regelgeving op een schenking van toepassing is moet men nagaan in welk gewest de schenker zijn fiscale woonplaats heeft op het moment van de schenking. Heeft de schenker achtereenvolgens in verschillende gewesten gewoond gedurende de laatste vijf jaren vóór de schenking, dan ligt zijn fiscale woonplaats in het Gewest waar hij gedurende die periode het langst zijn fiscale woonplaats gehad heeft. De kinderen zijn registratierechten/schenkingsrechten verschuldigd op de waarde van het breukdeel van het onroerend goed dat elk kind van elk van de ouders ontvangt. Voor de berekening ervan wordt bovendien rekening gehouden met de waarde van de volle eigendom van het geschonken (breukdeel van het) onroerend goed, ook al wordt enkel de blote eigendom geschonken.

Wat zijn de tarieven voor het schenken van de villa?

In tegenstelling tot een schenking van roerende goederen die bij registratie aan een vlak tarief onderworpen worden zal een schenking van een Belgisch onroerend goed in principe belast worden aan progressieve schenkbelasting/registratierechten.

Indien Mark en Marie de villa in één keer schenken aan Katrien en Sandra dan bedragen de schenkbelasting/registratierechten in totaal 522.000 EUR, nog te verhogen met het ereloon van de notaris en de diverse aktekosten. Het is echter mogelijk om dit nog verder te optimaliseren: men kan immers de progressiviteit van de schenkingstarieven doorbreken door ’tussentijds’ te schenken. Deze planning houdt in dat het koppel om de drie jaar en één dag een deel van de villa schenkt aan de kinderen. Hierdoor wordt de progressiviteit van de tarieven van de schenkbelasting/registratierechten doorbroken. Waarom 3 jaar en één dag wachten? Wel, dit komt door de regel van het progressievoorbehoud bij onroerende schenkingen. Deze regel speelt in principe bij opeenvolgende schenkingen van Belgische onroerende goederen door dezelfde schenker(s) aan dezelfde begiftigde(n).

Stel dat Mark en Marie een nieuwe onroerende schenking aan hun kinderen doen binnen de 3 jaren volgend op een vorige onroerende schenking, dan wordt de waarde van de oude schenking toegevoegd aan de waarde van de nieuwe schenking. Niet om de oude schenking opnieuw aan de schenkingsrechten te onderwerpen, wel om een opduweffect te veroorzaken waardoor de nieuwe schenking in een hogere tariefschaal terecht kan komen en bijgevolg aan hogere schenkingsrechten kan onderworpen worden. Deze regel geldt in alle Gewesten. Tip! Deze regel van progressievoorbehoud is op vandaag niet van toepassing indien u buitenlands onroerend goed zou schenken.

De progressieve schenkbelasting/registratierechten voor onroerende schenkingen in rechte lijn zijn in alle gewesten dezelfde:
Schijf Tarief
in rechte lijn, echtgenoten
0.01 - 150.000 €
3%
150.000,01 - 250.000 €
9%
250.000,01 - 450.000 €
18%
Meer dan 450.000 €
27%

Door 3 jaar en één dag te wachten alvorens de volgende onroerende schenking te verrichten, vermijden Mark en Marie deze nadelige gevolgen. De tussentijdse schenking wordt tot op heden nog steeds aanvaard door de belastingadministraties van de verschillende Gewesten.

Betekent dit dat de onroerende schenking van Mark en Marie niet meer aan de successierechten kan onderworpen worden? Niet altijd! Naast de regel van het progressievoorbehoud in de registratierechten/schenkbelasting bestaat er in sommige gewesten ook een progressievoorbehoud in de successierechten. De fiscus houdt voor de berekening van de successierechten in principe ook rekening met de geregistreerde schenkingen van Belgische onroerende goederen die de overledene gedaan heeft binnen de 3 jaar voor zijn overlijden. De betreffende goederen worden opnieuw toegevoegd aan de nalatenschap, niet om opnieuw in de successierechten belast te worden maar wel om een opduweffect te veroorzaken waardoor andere onroerende goederen in zijn nalatenschap in een hogere tariefschaal terecht kunnen komen en dus aan hogere successierechten kunnen onderworpen worden. Deze regel geldt enkel in het Vlaams en het Waals Gewest. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd deze regel enkele jaren geleden afgeschaft.

Kortom, onder voorbehoud van de regels van progressievoorbehoud in de registratierechten/schenkbelasting en de successierechten kan de familie wel degelijk een belangrijke belastingbesparing realiseren. Stel dat Mark en Marie om de 3 jaar en één dag telkens 1/5 van de villa schenken aan de kinderen dan kunnen ze de villa op iets meer dan 15 jaar volledig overdragen aan de kinderen tegen een tarief van 3% of 90.000 EUR, wel nog te verhogen met het ereloon en de aktekosten die per schenking verschuldigd zijn. Dit uiteraard in de veronderstelling dat de waarde van de villa doorheen de jaren niet fluctueert. Stel dat Mark en Marie de periode van 15 jaren te lang vinden dan kunnen ze overwegen om per keer meer dan 1/5 van de villa te schenken. Hierdoor komen ze wel weer in de hogere schenkingstarieven terecht.

Wat zijn de mogelijkheden voor Mark en Marie om het nieuwe appartement onverdeeld aan te kopen?

Schenking van een appartement

Mark en Marie overwegen een nieuw appartement in Brugge in onverdeeldheid aan te kopen, met als doelstelling dit appartement permanent te verhuren en er de huurinkomsten van op te strijken. Ze kunnen deze aankoop op verschillende manieren verwezenlijken.

Stel dat het appartement in volle eigendom aangekocht wordt, dan zijn ze beiden volle eigenaar, elk voor de onverdeelde helft. Bij de aankoop zijn uiteraard de registratierechten van aankoop verschuldigd (in principe 12% in het Vlaams Gewest en 12,5% in het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Als volle eigenaar kunnen ze het onroerend goed o.a. bewonen, verhuren of zelfs verkopen. Ze dragen alle kosten (bijvoorbeeld brandverzekering, onderhoud, herstelling) en belastingen van het pand.

Nadeel is dat indien ze komen te overlijden, het onroerend goed in hun nalatenschap zal vallen en in principe onderworpen zal worden aan de hogerop vermelde progressieve successietarieven.

Mark en Marie kunnen ook voor de gesplitste aankoop van het appartement kiezen. Daarbij kopen ze enkel het vruchtgebruik van het onroerend goed aan en de kinderen kopen de blote eigendom ervan. De registratierechten van aankoop zijn hier uiteraard ook verschuldigd (zie hierboven). Als vruchtgebruiker hebben Mark en Marie recht op het levenslang genot, gebruik en vooral ook de huurinkomsten van de woning. Ze zijn onder andere de onroerende voorheffing verschuldigd en dragen in principe de kosten van de brandverzekering en van de gewone onderhouds- en herstellingswerken (voor zover niet ten laste van de huurder). De kinderen dragen als blote eigenaars in principe de grove herstellingswerken. Met de inwerkingtreding van het nieuwe goederenrecht op 1 september 2021 is hier een nuance aangebracht. De grove herstellingswerken dienen door de ouders-vruchtgebruikers te worden gedragen, als deze uitsluitend aan hen te wijten zijn (bijvoorbeeld door slijtage). De volle eigendom van de woning kan enkel door Mark en Marie samen met hun kinderen verkocht worden.

Het koppel wil bovendien dat de langstlevende nog steeds het vruchtgebruik op het volledige appartement kan genieten. In principe zal bij overlijden van een van de twee zijn of haar vruchtgebruik immers uitdoven. De langstlevende echtgenoot zou in dat geval nog slechts recht hebben op de helft van het vruchtgebruik op het appartement, terwijl de kinderen voor de helft volle eigenaar worden van het appartement. Om dit vermijden kan voorzien worden dat bij overlijden van de eerststervende, het vruchtgebruik van de overledene zal aanwassen bij dat van de langstlevende. Anders gezegd, enkel bij overlijden van de langstlevende onder Mark en Marie zullen de kinderen de volle eigendom van de geschonken goederen bekomen.

Het uiteindelijke opzet van de planning bestaat erin dat bij overlijden van de laatste van de ouders het vruchtgebruik op het volledige appartement uitdooft, zodat de kinderen de volle eigendom van het appartement verwerven. Dit kan zonder successie- of registratierechten/schenkbelasting mits aan bepaalde voorwaarden voldaan is. Belangrijk daarbij is met welke middelen de kinderen de blote eigendom van het appartement aankopen: dit kan met eigen middelen (hypothese 1) of met gelden die Mark en Marie hen eerst geschonken hebben (hypothese 2).

Hypothese 1

De kinderen kopen de blote eigendom van het appartement met eigen middelen aan. Bij overlijden van Mark en/of Marie moet er rekening gehouden worden met een wettelijk vermoeden dat het deel van het appartement waarvan de overledene het vruchtgebruik had nog in volle eigendom in diens nalatenschap zit en als een legaat aan de kinderen-blote eigenaars beschouwd moet worden. Bijgevolg zijn de kinderen dus in principe successierechten verschuldigd berekend op de waarde van de volle eigendom van het betreffende deel van het appartement op het moment van overlijden. Dit vermoeden speelt ongeacht de datum van aankoop dus zelfs indien deze meer dan 3 jaren vóór het overlijden heeft plaatsgevonden. Door de invoering van dit vermoeden wou de wetgever destijds een einde maken aan de praktijk dat ouders die een onroerend goed willen aankopen de successierechten op dat goed vermijden door op voorhand aan hun kinderen op bedekte wijze geld toe te stoppen waarmee deze laatsten dan de blote eigendom van het goed aankopen. De kinderen kunnen dit vermoeden weerleggen door aan de bevoegde belastingadministratie te bewijzen dat er geen bedekte bevoordeling was in hun hoofde. De kinderen moeten in dat geval bewijzen dat:

  • Ze over eigen middelen beschikten vóór de aankoopakte;
  • Ze precies die middelen gebruikt hebben voor deze aankoop;
  • Ze de correcte prijs betaald hebben voor de blote eigendom. De waarde van de blote eigendom wordt bepaald door middel van sterftetabellen.

Wordt dit bewijs geleverd dan zullen de kinderen toch geen successierechten verschuldigd zijn op het betreffende deel van het appartement. De kinderen verkrijgen in dat geval de volle eigendom van het betreffende deel van het appartement zonder successierechten.

Schenking - hypothese 1
Schenking - hypothese 2

Hypothese 2

De kinderen hebben onvoldoende eigen middelen om de blote eigendom te financieren. In dat geval kunnen Mark en Marie eerst de benodigde middelen aan hun kinderen schenken, waarmee deze laatsten dan de blote eigendom van het appartement kunnen aankopen. Bij overlijden van Mark of Marie speelt ook hier het hierboven vermelde wettelijk vermoeden dat het deel van het appartement waarvan de overledene het vruchtgebruik had, zich nog steeds in volle eigendom in diens nalatenschap bevindt.

Om de toepassing van de successierechten te vermijden zullen de kinderen dus moeten aantonen dat er geen bedekte bevoordeling heeft plaatsgevonden in hun hoofde. Kan de voorafgaandelijke schenking van de gelden door Mark en Marie aan de kinderen beschouwd worden als een bedekte bevoordeling? Het antwoord op deze vraag hangt af van de gewestelijke regelgeving die van toepassing is op het overlijden van Mark of Marie.

Ter herinnering: om te weten welke gewestelijke regelgeving van toepassing is moet nagegaan worden in welk gewest de overledene zijn laatste fiscale woonplaats had. Heeft de erflater achtereenvolgens in verschillende gewesten gewoond gedurende de laatste vijf jaren, dan ligt zijn fiscale woonplaats in het gewest waar hij gedurende die periode het langst zijn fiscale woonplaats gehad heeft.

Wat hierna volgt is gebaseerd op de volgende veronderstellingen:

  • Mark en Marie moeten aan hun kinderen het volledige bedrag geven dat nodig is om hun deel van de aankoopprijs te betalen,
  • In het verkoopscompromis is de betaling van een voorschot voorzien.

Besluit

Een onroerende vermogensoverdracht naar de kinderen toe kan op verschillende manieren gebeuren. Schenkingen zijn nog steeds het instrument bij uitstek om reeds in het vermogen van Mark en Marie bestaande onroerende goederen over te dragen. Door tussentijds te schenken kunnen de registratierechten/schenkbelasting binnen de perken gehouden worden. Wel moet daarbij steeds rekening gehouden worden met de verschillende regels van progressievoorbehoud. Een gouden regel is dus om niet te dralen met het starten van onroerende schenkingen. Heeft men een nieuw onroerend goed op het oog, dan kan men onmiddellijk bij de aankoop al een vermogensplanning organiseren, de gesplitste aankoop. Wel moet de gesplitste aankoop volgens de regels van de kunst gedaan worden, anders riskeren de kinderen na het overlijden van de ouder(s) onaangename discussies te moeten voeren met de bevoegde belastingadministratie. Denk dus goed na vooraleer u start met een onroerende vermogensoverdracht en laat u daarbij steeds adviseren door uw notaris of een specialist in vermogensplanning.

Wilt u weten wat onze aanpak voor u zou kunnen betekenen?

Volgende keer: de bankgift

De bankgift is een veel voorkomende planningstechniek om vermogen over te dragen. Deze techniek biedt enkele interessante voordelen. Zo verloopt een bankgift via een relatief eenvoudige procedure die zelfs volledig onderhands (dus zonder notaris) kan gebeuren. Ook fiscaal gezien is het mogelijk om aan 0% schenkbelasting te schenken, weliswaar onder bepaalde voorwaarden.

Toch zijn er ook enkele belangrijke aandachtspunten en valkuilen waarmee rekening moet gehouden worden en waar we in een volgend artikel dieper op in zullen gaan.

Deel dit artikel


Dit zou u ook kunnen interesseren

7 juni 2023

Het schenken van een effectenportefeuille met voorbehoud van vruchtgebruik

23 maart 2023

Het schenken van roerend vermogen aan kinderen

17 april 2023

De zorgvolmacht: begin er op tijd aan!

×