Volgens het huidige standpunt van VLABEL (de Vlaamse Belastingdienst) maakt een schenking aan de kinderen vóór de aankoop van het goed, ongeacht of die schenking notarieel of onderhands verloopt (al dan niet onderworpen aan de schenkingsrechten van 3% of 7% naargelang de graad van verwantschap), het mogelijk om te bewijzen dat ze eigenaar van de gelden waren en dat de verrichting geen bedekte bevoordeling vormt op voorwaarde dat die gelden worden gebruikt voor de betaling van hun deel in de aankoopprijs.
Op het ogenblik dat de schenking moet plaatsvinden, hebben de belastingdiensten van het Vlaamse Gewest zich willen onderscheiden van de twee andere gewesten van het land door te aanvaarden dat ze uiterlijk plaatsvindt vóór de ondertekening van de authentieke aankoopakte van het goed (en deze niet te eisen vóór de ondertekening van het verkoopscompromis zoals in de twee andere gewesten).
Hoewel de tekst van zijn standpunt niet 100% duidelijk is, lijkt VLABEL ervan uit te gaan dat de betaling van een voorschot voorzien in het verkoopscompromis niet tot gevolg heeft dat de datum van dat compromis de referentiedatum wordt vóór welke de schenking moet plaatsvinden. VLABEL maakt in dat verband geen enkele nuance met betrekking tot de partij die de betaling van dat voorschot moet doen en de partij die het uiteindelijk effectief betaalt.
In bepaalde situaties stellen we vast dat notarissen of adviseurs een voorzichtigere aanpak blijven verkiezen waarbij de kinderen effectief hun deel van het voorschot dat bepaald is in het verkoopscompromis betalen met gelden die hen vooraf zouden zijn gegeven, bijvoorbeeld wanneer het compromis voorziet in de betaling van een voorschot door alle kopende partijen (ouders-vruchtgebruikers en kinderen-blote eigenaars). In dat geval vindt een schenking al plaats vóór de betaling van dat voorschot.