persbericht Deutsche Bank AG
Samengevat:
"Ons eerste kwartaal bewijst eens te meer dat Deutsche Bank in alle vier de kernactiviteiten op de goede weg is en bouwt aan duurzame winstgevendheid", aldus Christian Sewing, Chief Executive Officer. "Naast een aanzienlijke groei van de inkomsten ten opzichte van een reeds sterk eerste kwartaal vorig jaar, hebben wij blijk gegeven van kosten- en risicodiscipline. We behaalden een rendement op het tastbaar eigen vermogen na belastingen van meer dan 7%, en het rendement van de Core Bank ligt nu al voor op onze ambitie voor volgend jaar. Deze resultaten geven ons het vertrouwen dat we onze doelstellingen voor 2022 zullen halen."
Deutsche Bank (XETRA: DBKGn.DB / NYSE: DB) rapporteerde woensdag haar beste kwartaalwinst sinds het eerste kwartaal van 2014. Dit resultaat is te danken aan de omzetgroei, een aanzienlijke verlaging van de voorziening voor kredietverliezen, en lagere aangepaste kosten¹ op jaarbasis.
De winst vóór belastingen bedroeg € 1,6 miljard over het eerste kwartaal van 2021, een stijging ten opzichte van € 206 miljoen in het eerste kwartaal van 2020. De nettowinst bedroeg € 1 miljard, vergeleken met € 66 miljoen in datzelfde kwartaal van vorig jaar. De groep realiseerde een RoTE¹ na belastingen van 7,4% in het kwartaal, tegenover een negatieve 0,3% in dezelfde periode vorig jaar, met een cost/income ratio van 77%. De winst over het eerste kwartaal is inclusief het effect van € 571 miljoen aan bankheffingen over het gehele jaar.
In de Core Bank, die de Capital Release Unit buiten beschouwing laat, is de winst vóór belastingen meer dan verdubbeld ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar tot € 2 miljard. Dit was te danken aan een aanzienlijke winstgroei t.o.v. Q1 2020 bij alle vier de bedrijfsonderdelen. De RoTE na belastingen van de Core Bank¹ bedroeg 10,9%, tegenover 4,9% in het eerste kwartaal van vorig jaar, terwijl de cost/income ratio verbeterde tot 71%, tegenover 77% in dezelfde periode vorig jaar. De aangepaste winst vóór belastingen¹, exclusief specifieke opbrengsten, transformatiekosten, bijzondere waardeverminderingen van goodwill en immateriële activa en herstructurerings- en ontslagvergoedingen, bedroeg € 2,2 miljard, ook meer dan een verdubbeling ten opzichte van Q1 2020, en de aangepaste RoTE¹ na belastingen bedroeg 11,9%. Voor een overzicht van de resultaten van de Core Bank verwijzen wij u naar de tabel op pagina 7 van de pdf (in het Engels).
De Capital Release Unit rapporteerde een verlies vóór belastingen van € 410 miljoen in het kwartaal, tegenover een verlies vóór belastingen van € 765 miljoen in het eerste kwartaal van 2020. Deze verbetering was deels te danken aan netto-opbrengsten van € 81 miljoen in het kwartaal, vergeleken met min € 57 miljoen in hetzelfde kwartaal vorig jaar. De kosten van risicovermindering in het huidige kwartaal werden gecompenseerd door positieve baten uit winsten op de verkoop van activa en het vrijgeven van reserves, die de marktomstandigheden weerspiegelen, alsook positieve operationele inkomsten.
De niet-rentekosten in de Capital Release Unit daalden met 28% t.o.v. Q1 2020 tot € 498 miljoen. Dit was voornamelijk te danken aan een daling van de gecorrigeerde kosten exclusief transformatiekosten¹ met 36% tot € 422 miljoen, als gevolg van verlagingen ten opzichte van vorig jaar van de allocatie van servicekosten, de allocatie van bankheffingen en de compensatiekosten.
De Capital Release Unit heeft de risicogewogen activa verder teruggebracht tot € 34 miljard aan het einde van het kwartaal, een daling van 24% ten opzichte van € 44 miljard 1 jaar geleden. De risicovermindering van € 1,5 miljard in het kwartaal werd tenietgedaan door modeleffecten en hogere kredietwaarderingsaanpassingen (CVA – Credit Valuation Adjustments). De risicogewogen activa omvatten € 23 miljard aan risicogewogen activa voor operationeel risico. De leverage blootstelling bedroeg aan het einde van het kwartaal € 81 miljard, tegen € 118 miljard in Q1 2020 en € 72 miljard in het vierde kwartaal van 2020. De stijging op kwartaalbasis weerspiegelde vooral een toename van de toewijzing van centrale liquiditeitsreserves, besproken tijdens de Investor Deep Dive in december 2020. Dit, samen met een hogere leverage van Prime Finance, compenseerde ruimschoots de vermindering van leverage blootstelling als gevolg van voortdurende risicovermindering, vervaldata, marktbewegingen en andere effecten.
De netto-inkomsten van de groep bedroegen € 7,2 miljard, een stijging van 14% t.o.v. Q1 2020. Dit zijn de hoogste kwartaalinkomsten sinds het eerste kwartaal van 2017, ondanks het afstoten van niet-strategische activiteiten als onderdeel van de transformatie. De groei t.o.v. het eerste kwartaal vorig jaar was vooral te danken aan de groei van de inkomsten van de Core Bank met 12% tot € 7,2 miljard.
De evolutie van de netto-inkomsten in de kernactiviteiten van Deutsche Bank verliep als volgt:
De provisie voor kredietverliezen bedroeg € 69 miljoen in het kwartaal, een daling van 86% ten opzichte van € 506 miljoen in het eerste kwartaal van 2020, en 6 basispunten (bps) van de gemiddelde leningen op jaarbasis. De provisies voor dubieuze leningen (Fase 3) daalden met 40% ten opzichte van Q1 2020, deels door minder bijzondere waardeverminderingen en deels door vrijmakingen op specifieke vorderingen. De provisies werden verder verlaagd door het vrijgeven van voorzieningen voor niet-afgeloste leningen (Fasen 1 en 2), wat een weerspiegeling was van de verbeterde macro-economische vooruitzichten.
De Common Equity Tier 1 (CET1) ratio is in het afgelopen kwartaal gestegen tot 13,7%. Het CET1-kapitaal werd positief beïnvloed door de nettowinst, deels tenietgedaan door een dividenduitkering van € 300 miljoen, aandelencompensatie en andere effecten.
De risico gewogen activa stegen licht van € 329 miljard naar € 330 miljard gedurende het kwartaal, grotendeels als gevolg van valutaomrekeningseffecten. Een stijging van de risicogewogen activa met € 4 miljard als gevolg van de Targeted Review of Internal Models (TRIM) van de Europese Centrale Bank heeft zich zoals verwacht in het eerste kwartaal voorgedaan. De bank verwacht dat de CET1-ratio met ongeveer 80 basispunten extra zal worden belast als gevolg van definitieve TRIM-besluiten en andere gereguleerde risicogewogenactiva inflatie die in het tweede kwartaal van 2021 wordt verwacht.
De leverage ratio bedroeg 4,6% (fully loaded) in het eerste kwartaal, een daling met 8 basispunten ten opzichte van het einde van het vorige kwartaal en exclusief bepaalde depositosaldi bij de centrale bank. Inclusief deze tegoeden zou de ratio 4,2% zijn geweest, een daling met 12 basispunten ten opzichte van het vorige kwartaal. Deze evolutie is het gevolg van een groei van de hefboomwerking met 2% in het afgelopen kwartaal, voornamelijk als gevolg van wisselkoerseffecten, in combinatie met handelsvolumes en een groei van de nettoleningen. Op een phase-in basis kwam de leverage ratio uit op 4,7%, een daling met 8 basispunten op kwartaalbasis.
De liquiditeitsreserves bedroegen € 243 miljard aan het eind van het eerste kwartaal, stabiel ten opzichte van het vierde kwartaal van 2020. De Liquidity Coverage Ratio bedroeg 146% en het overschot boven de wettelijke vereisten bedroeg € 70 miljard.
Deutsche Bank bleef in het afgelopen kwartaal vooruitgang boeken bij de groei van de volumes duurzame financiering en beleggingen. De volumes stegen met € 25 miljard, het hoogste kwartaalvolume tot nu toe, tot een cumulatief totaal van € 71 miljard, tegenover € 46 miljard aan het einde van het vierde kwartaal van 2020.
Mijlpalen in het eerste kwartaal van 2021 waren onder meer:
Deutsche Bank zal op 20 mei 2021 een Sustainability Deep Dive organiseren.
1 Voor een beschrijving van deze en andere niet-GAAP financiële maatstaven, zie 'Gebruik van niet-GAAP financiële maatstaven' op p. 17-25 van het 1st quarter 2021 Financial Data Supplement