De voorgestelde informatie is gebaseerd op lopende ontwerpteksten. Ze zijn voorlopig en kunnen worden gewijzigd tot de publicatie van de definitieve teksten in 2026.
Overgangsperiode tussen 1 januari en de officiële publicatie van de wet
De meerwaardebelasting treedt in werking op 1 januari 2026, conform het regeerakkoord, hoewel de wet nog niet in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. Dit akkoord voorziet in een retroactieve toepassing voor het volledige jaar 2026.
Voor de officiële publicatie van de wet
Tijdens de overgangsperiode – van 1 januari 2026 tot tien dagen na de officiële publicatie – kunnen financiële instellingen geen roerende voorheffing aan de bron inhouden. Voor de betaling van de belasting op meerwaarden die verschuldigd is tijdens deze overgangsperiode, voorziet de wetgever verschillende alternatieven. Zodra we hierover meer details hebben, houden we u op de hoogte.
Hoe betaalt u de meerwaardebelasting na de officiële publicatie van de wet?
Vanaf januari kunt u uw voorkeur aangeven voor de wijze van inhouding:
1. Inhouding aan de bron ('Opt-In')
- Dit regime geldt standaard vanaf de officiële publicatie van de wet.
- De bank zal automatisch 10% belasting inhouden op elke gerealiseerde meerwaarde.
- Als u gebruik wilt maken van vrijstellingen of aftrekken, kunt u het bedrag terugvorderen via uw belastingaangifte. U ontvangt een overzicht om deze stap te vergemakkelijken.
2. Persoonlijke aangifte ('Opt-Out')
- U kiest ervoor dat de bank de meerwaardebelasting niet inhoudt.
- De bank informeert de fiscus over uw keuze en bezorgt een overzicht van de gerealiseerde meerwaarden.
- U bent zelf verantwoordelijk om deze bedragen in uw aangifte op te nemen.
Voordelen:
• Geen voorafbetaling van de belasting.
• Betaling in één keer via de aangifte, met mogelijkheid om winsten en verliezen te compenseren en vrijstellingen aan te vragen.
Hoe vraagt u Opt-Out aan?
Er is geen actie vereist vóór eind 2025. U kunt uw keuze doorgeven tot aan de officiële publicatie van de wet. Vanaf januari 2026 informeren wij u over de stappen om uw beslissing te formaliseren. Onze adviseurs staan nu al klaar om u te begeleiden.
Nieuwe meerwaardebelasting: wat u moet weten in 12 vragen en antwoorden
U vindt hieronder antwoorden op 12 essentiële vragen over dit onderwerp.
1. Wie moet deze belasting betalen?
Deze maatregel is in de eerste plaats van toepassing op:
- Natuurlijke personen die in België wonen en onderworpen zijn aan de personenbelasting in België.
- Rechtspersonen onderworpen aan de rechtspersonenbelasting, zoals vzw's (met uitzondering van entiteiten die aftrekbare giften kunnen ontvangen).
Vennootschappen zijn niet in scope van deze nieuwe taks.
2. Welke activa vallen onder de belasting?
De taks zal van toepassing zijn op meerwaarden op financiële activa, onderverdeeld in vier verschillende categorieën:
- Financiële instrumenten
Aandelen (al dan niet beursgenoteerd), obligaties, afgeleide producten (opties, futures, swaps enz.), kasbons, fondsen en ETF's (exchange-traded funds)
- Verzekeringscontracten
Levensverzekeringen (Tak 21, 23, 26, 44)
- Crypto-activa
Munten, tokens, NFT, stablecoins
- Valuta’s
Beleggingsgoud, digitale munten van centrale banken (bv. de toekomstige digitale euro) en elektronisch geld dat niet op betaalrekeningen wordt aangehouden.
Beleggingen in het kader van pensioensparen, langetermijnsparen en groepsverzekeringen zullen niet geviseerd worden. Ook andere waardevolle voorwerpen dan beleggingsgoud, zoals zilveren voorwerpen, juwelen, schilderijen, ... zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van deze belasting.
Bovendien blijven de inkomsten die al onderworpen zijn aan de roerende voorheffing van 30% (dividenden, intresten of coupons) belast zoals vandaag en vallen ze niet onder deze nieuwe belasting.
3. In welke situaties zal de taks van toepassing zijn?
De taks is van toepassing in geval van een meerwaarde gerealiseerd naar aanleiding van een 'overdracht onder bezwarende titel' van financiële activa in het kader van het normale beheer van het privévermogen, d.w.z. elke overdracht van een financieel actief tegen een financiële of gelijkwaardige tegenprestatie. Het gaat onder meer om:
- De verkoop van aandelen, obligaties, fondsen, ETF's, afgeleide producten en andere financiële instrumenten.
- Verzekeringscontracten: de betaling van het kapitaal of de afkoopwaarden van levensverzekeringspolissen (tak 21, 23, 44 enz.), inclusief buitenlandse en kapitalisatieverrichtingen.
- De taks is ook van toepassing bij emigratie ('exit tax'), dus wanneer een Belgisch fiscaal ingezetene zijn fiscale woonplaats overbrengt naar het buitenland. Deze belasting is van toepassing op niet-gerealiseerde meerwaarden op financiële activa, met de mogelijkheid tot overdracht of spreiding als de overdracht plaatsvindt naar een EU-land of een staat met een belastingverdrag met België (met inachtneming van bepaalde specifieke voorwaarden).
Niet alle verrichtingen worden echter beschouwd als overdrachten onder bezwarende titel.
- Schenkingen en nalatenschappen zijn uitgesloten van onmiddellijke belasting, hoewel de oorspronkelijke aankoopprijs in aanmerking blijft genomen voor de berekening van de toekomstige meerwaarden.
- Interne overdrachten zonder tegenpartij – bijvoorbeeld de overdracht van de ene rekening naar een andere op naam van dezelfde houders – worden ook niet beschouwd als belastbare overdrachten.
Merk op dat bepaalde uitzonderingen en specifieke regels nog moeten worden gepreciseerd door de regering.
4. Welke data zijn belangrijk om te onthouden?
De taks treedt in werking voor de geboekte meerwaarden vanaf 1 januari 2026.
Meerwaarden gerealiseerd vóór 2026 zijn niet belastbaar: wanneer een financieel actief op 1 januari 2026 een latente meerwaarde vertoont (d.w.z. als de waarde op 31 december 2025 hoger is dan de aankoopprijs), wordt de waarde op 31 december 2025 beschouwd als de nieuwe aankoopprijs om een eventuele toekomstige meerwaarde te berekenen.
In geval van een latente minderwaarde op 1 januari 2026, d.w.z. wanneer de aanschaffingswaarde de waarde op 31 december 2025 overschrijdt, heeft de belastingplichtige het recht om de werkelijke aanschaffingswaarde in te roepen. Deze mogelijkheid is evenwel afhankelijk van de mogelijkheid om die waarde te rechtvaardigen en is enkel van toepassing in het kader van een overdracht onder bezwarende titel die uiterlijk op 31 december 2030 wordt gerealiseerd (zie ook vraag 8).
5. Wat zal het belastingtarief zijn op de meerwaarden?
De meerwaardebelasting bestaat uit drie verschillende stelsels:
① De algemene regeling voorziet in een belasting van 10% op de gerealiseerde meerwaarden (verkoopwaarde verminderd met de aanschaffingswaarde).
Er geldt een jaarlijkse vrijstelling van 10.000 euro per natuurlijke persoon, verhoogd met 1.000 euro voor elk jaar waarin de vrijstelling niet werd gebruikt, maar met een plafond van 15.000 euro (zie ook vraag 7).
② De bijzondere regeling bij een substantiële participatie (zijnde 20% of meer van het kapitaal van een vennootschap) zijn onderworpen aan een belasting volgens een progressief barema, na toepassing van een vrijstelling op de eerste schijf van 1 miljoen euro over vijf jaar.
De meerwaardeschijven
|
Toepasselijk belastingtarief
|
|---|---|
< 1.000.000 euro
|
0,00% (Vrijgesteld)
|
Van 1.000.000 tot 2.500.000 euro
|
1,25%
|
Van 2.500.000 tot 5.000.000 euro
|
2,50%
|
Van 5.000.000 tot 10.000.000 euro
|
5,00%
|
Meer dan 10.000.000 euro
|
10,00%
|
③ De interne meerwaarden, die overeenstemmen met de winsten gerealiseerd bij de overdracht van aandelen door een belastingplichtige aan een vennootschap waarover hij rechtstreeks of onrechtstreeks via familieleden zeggenschap heeft, zijn onderworpen aan een belasting tegen het tarief van 33%.
6. Met welke aanschaffingswaarde kan rekening gehouden worden?
Voor de activa die vóór 31 december 2025 verworven zijn, wordt op die datum een 'foto' van hun waarde genomen. Tot eind 2030 kunt u echter een verzoek tot correctie indienen via de belastingaangifte om de oorspronkelijke aankoopprijs te gebruiken indien deze hoger is. Na 2030 wordt de waarde van 31 december 2025 de unieke referentie.
Voor activa verworven vanaf 1 januari 2026 zal de aankoopprijs worden gebruikt als uitgangspunt voor de bepaling van de waarde van de financiële activa.
Bewijsbelang: er moet een rechtvaardiging van de aankoopprijs worden verstrekt, in het bijzonder voor financiële activa die na 31 december 2025 zijn verkregen. Bij ontstentenis van bewijs zal de aanschaffingswaarde als nul worden beschouwd en zal het volledige bedrag verkregen bij de wederverkoop belastbaar zijn.
Bij gespreide aankopen zal de 'First In First Out'-methode (FIFO) van toepassing zijn: de eerst aangekochte deelbewijzen worden beschouwd als de eerst verkochte.
Voor een financieel actief in vreemde valuta moet bij de berekening van de meerwaarde rekening gehouden worden met de schommeling van de wisselkoers. Zo moeten de aankoopprijs en de overdrachtprijs worden omgerekend in euro volgens de wisselkoers die van toepassing is op respectievelijk de aankoopdatum en de verkoopdatum.
7. Wordt een vrijstelling overwogen?
In het kader van de algemene regeling geniet elke natuurlijke persoon een jaarlijkse vrijstelling van 10.000 euro. Indien deze vrijstelling niet wordt gebruikt, stijgt ze met 1.000 euro per jaar gedurende vijf jaar, zonder een plafond van 15.000 euro te mogen overschrijden. Dit bedrag wordt jaarlijks herzien volgens de indexering.
In het kader van een belegging op basis van het gemeenschappelijk vermogen van twee echtgenoten kan iedereen van de vrijstelling genieten. Zo kan het totale bedrag van de vrijstelling die van toepassing is op deze beleggingen oplopen tot 20.000 euro, in sommige gevallen zelfs tot 30.000 euro.
Beleggers die een substantiële participatie hebben (minstens 20% in een vennootschap) genieten een vrijstelling van 1 miljoen euro over een periode van vijf opeenvolgende jaren. Deze vrijstelling wordt gelijkgesteld met een fiscale reserve die de belastingplichtige tijdens deze periode kan mobiliseren.
8. Wat gebeurt er in geval van minderwaarde?
De gerealiseerde minderwaarden kunnen worden afgetrokken van de gerealiseerde meerwaarden. Dit kan enkel indien de minderwaarde gerealiseerd werd door dezelfde persoon, in hetzelfde jaar en in dezelfde categorie van belastbare financiële activa.
Het zal niet mogelijk zijn om deze minderwaarden over te dragen naar de volgende jaren. Enkel de minderwaarden vastgesteld na de 'foto' van 31 december 2025 zullen in aanmerking worden genomen. Historische verliezen vóór die datum zijn niet aftrekbaar.
In geval van een historische minderwaarde, d.w.z. wanneer de aanschaffingswaarde van een financieel actief hoger is dan de waarde ervan op 31 december 2025, kan dat verlies niet worden afgetrokken van een meerwaarde op een ander actief. Indien op hetzelfde actief echter later een meerwaarde wordt gerealiseerd, is het mogelijk om de belasting te beperken rekening houdend met de aanschaffingswaarde vóór 2026, op voorwaarde dat die prijs kan worden bewezen en het actief vóór 31 december 2030 wordt verkocht. Zo kan de latente minderwaarde afgetrokken worden van de meerwaarde op hetzelfde actief, maar kan het eventuele overschot ervan niet worden overgedragen naar andere financiële activa.
9. Wat met de periode tussen 1 januari 2026 en de publicatie van de wet?
Tijdens deze overgangsperiode (van 1 januari 2026 tot de dag voor de tiende dag na de officiële bekendmaking) kunnen financiële instellingen geen roerende voorheffing aan de bron inhouden.
Meerwaarden blijven onderworpen aan de taks, maar deze wordt niet automatisch ingehouden. U hebt hier drie opties:
1) Opt-Out kiezen
• Als u kiest voor Opt-Out, geldt deze status voor het volledige jaar 2026.
• De keuze voor Opt-Out is alleen geldig als alle rekeninghouders hun akkoord geven. Indien dit niet het geval is, moet de bank standaard de belasting op de meerwaarde inhouden.
• De betaling van de belasting gebeurt na ontvangst van het aanslagbiljet (eind 2027 of in 2028).
• U kunt Opt-Out aanvragen tot aan de officiële publicatie van de wet. Na deze publicatie blijft de aanvraag mogelijk tot 30 juni 2026, op voorwaarde dat er vóór de aanvraag geen meerwaarde is gerealiseerd.
2) Opt-In kiezen voor de overgangsperiode
De regering werkt verder aan een oplossing voor de meerwaarden die tijdens de overgangsperiode kunnen worden gerealiseerd. We volgen de evolutie van deze vraag nauwgezet op. Elke nieuwe bepaling zal op gepaste wijze worden meegedeeld.
3) Geen keuze
Als u geen keuze maakt, bent u automatisch Opt-Out. De bank zal geen roerende voorheffing inhouden voor de overgangsperiode, van 01/01/2026 tot aan de officiële publicatie van de wet (datum nog te bevestigen). Dit betekent dat u zelf verplicht bent om de gerealiseerde meerwaarden tijdens deze overgangsperiode aan te geven in uw belastingaangifte.
10 dagen na publicatie van de wet zal de Opt-In-regeling standaard van toepassing zijn.
10. Hoe zal de taks worden ingehouden?
Er zijn twee manieren van waarneming:
1) Inhouding aan de bron (‘Opt-In’)
Deze regeling zal standaard van toepassing zijn vanaf de officiële publicatie van de wet.
— De bank zal automatisch 10% taks inhouden op de meerwaarden gegenereerd bij elke transactie voor de financiële activa aangehouden op een effectenrekening.
— Bepaalde elementen worden echter niet door de bank beheerd en moeten in uw belastingaangifte worden vermeld:
• Jaarlijkse vrijstelling: dit zult u moeten aanvragen in uw aangifte.
• Minderwaarden: deze kunnen in mindering gebracht worden via uw aangifte.
• Activa verworven vóór 2026: de bank zal de waarde per 31/12/2025 gebruiken. Als u een hogere vroegere aanschaffingswaarde wenst aan te geven om de meerwaarde te verminderen of te annuleren, dan moet u dit vermelden in uw aangifte en het bewijs bewaren voor de belastingadministratie.
2) Persoonlijke verklaring (‘Opt-out’)
Om van deze regeling gebruik te kunnen maken, moet u deze uitdrukkelijk aanvragen bij uw bank.
— Zonder uitdrukkelijke keuze zal de Opt-In-regeling standaard van toepassing zijn.
— Kiest u voor de Opt-Out, dan moet u uw meerwaarden zelf aangeven in uw jaarlijkse belastingaangifte. Tegelijkertijd kunt u er uw minderwaarden opgeven en de voorziene vrijstellingen aanvragen.
— De bank zal de informatie over de meerwaarden doorgeven aan de belastingadministratie.
Voordelen van de Opt-Out-regeling:
• Voorfinanciering van de belasting vermijden.
• De belasting in één keer betalen via de aangifte, met de mogelijkheid om meer- en minderwaarden te compenseren en tegelijkertijd de vrijstellingen aan te vragen.
In elk geval zal een aangifte verplicht zijn voor meerwaarden die niet via het Belgische bankcircuit worden geïnd, met name die uit het buitenland of van bepaalde activa zoals cryptomunten of fysiek goud.
11. Wat met de andere belastingen?
Deze nieuwe taks komt bovenop de huidige regelingen, zoals:
- De Reynderstaks: een roerende voorheffing van 30% op de intrestcomponent van de gerealiseerde meerwaarden op fondsen die meer dan 10% van hun activa beleggen in schuldeffecten (of 25% als de deelbewijzen vóór 1 januari 2018 werden verworven), zoals bepaald in artikel 19bis van het WIB92.
- De belasting van 33% op de meerwaarden uit speculatie, buiten het normale beheer van het privévermogen.
- Het tarief van 16,5% dat van toepassing is op bepaalde meerwaarden op substantiële participaties.
12. Hoe zal Deutsche Bank u begeleiden?
Wij volgen de evolutie van deze hervorming op de voet. Zodra de definitieve bepalingen bekend zijn, kunnen we u meer details geven over de mogelijke impact op uw portefeuille. Aarzel niet om contact op te nemen met uw adviseur voor bijkomende informatie.
Ontvang het belangrijkste financiële nieuws per e-mail
Nog geen cliënt? Blijf toch op de hoogte over onze beleggingsopportuniteiten en nieuwigheden binnen onze beleggingsdiensten.
U kunt op elk moment uitschrijven.
Beleggingsproducten zijn onderhevig aan risico’s. Ze kunnen zowel omhoog als omlaag evolueren en de kans bestaat dat de belegger het bedrag van zijn belegging niet recupereert. Elke beleggingsbeslissing moet in overeenstemming zijn met uw Financial ID (beleggersprofiel). Meer info op deutschebank.be/financialid.
Dit artikel en de informatie die het bevat vormen geen beleggingsadvies.
Dit zou u ook kunnen interesseren
18 december 2025
Perspectieven 2026 - Beleggen in morgen: kansen en risico’s
8 december 2025