Sinds de laatste vergadering van de Federal Reserve (Fed) heeft de volatiliteit op de financiële markten hoogtij gevierd en worden de zenuwen van beleggers zwaar op de proef gesteld. De onophoudelijke verkoopgolf op de aandelenmarkten leidt tot een reeks belangrijke vragen die snel beantwoord moeten worden. De belangrijkste vraag voor beleggers is of de aandelenmarkten nog verder zullen dalen (met 10% of meer ten opzichte van de huidige niveaus) of dat, beter nog, we een bodem aan het vormen zijn. Het juiste antwoord is er één dat niemand graag hoort: dat hangt ervan af. Laten we het uitleggen aan de hand van een typische beursdaling:
Om te beginnen is er een schok. Op de huidige markten is deze schok er waarschijnlijk om verschillende redenen gekomen:
Tot dusver hebben de aandelenmarkten flinke klappen gekregen, en enkele heroplevingen en veelvuldige sectorale omwentelingen gekend. In sommige opzichten hebben de obligatiemarkten voor een nog onaangenamere verrassing gezorgd: de stijgende obligatierentevoeten blijven wegen op de aandelenmarkten, door het negatieve effect dat ze hebben op de beurswaarderingen en de bezorgdheid over de toekomstige herfinanciering van bedrijven.
De huidige fase van dalende beurzen is echter een nog grotere uitdaging, omdat de gebeurtenissen op de markt stilaan losgekoppeld geraken van fundamentele factoren. Zo startte deze week wederom met zware verliezen voor de Nasdaq-index, ondanks de daling van de obligatierentes. De daling van de aandelenmarkten gaat onverminderd door en sommige traders lijken vergeten te zijn waarom zij in de eerste plaats aandelen hebben verkocht, namelijk vanwege de sterke stijging van de obligatierente.
Dit kan nog altijd rationeel zijn, aangezien veel beleggers te maken hebben met limieten in hun risicobudget en daarom gedwongen zijn hun blootstelling aan aandelen te verminderen. Niettemin is de reden voor de aanhoudende verkoop steeds vaker "omdat de markt gisteren omlaag ging". Deze gevaarlijke fase, die wij een sell-off noemen, heeft duidelijk een stroomonderbreking nodig. Deze kan komen uit verschillende hoeken, bv. centrale banken, macro-economische verrassingen (een herstel in China) en/of de obligatiemarkten zelf onder de vorm van een hernieuwde belangstelling van beleggers voor obligaties omdat de rendementen nu veel hoger liggen. Als deze onderbreking er echter niet komt, kan de sell-off zichzelf in de hand blijven werken.
Na de slechtste start van het jaar voor Amerikaanse schatkistcertificaten sinds 1788, zou de belangstelling voor obligaties op een gegeven moment kunnen terugkeren. Veel institutionele beleggers hebben immers jarenlang rendement moeten inleveren en vinden het huidige rendement van 4,4% op Amerikaanse investment grade bedrijfsobligaties wellicht zeer aantrekkelijk. Wij zeggen niet dat we (al) een bodem hebben bereikt, want de technische cijfers zijn niet gunstig en het obligatievolume blijft aan de hoge kant, maar vroeg of laat kan er een natuurlijke vraag naar obligaties ontstaan. In ieder geval zouden minder volatiele obligatiemarkten al voldoende kunnen zijn om de nervositeit op de aandelenmarkten te verminderen. Bovendien zijn de inflatieverwachtingen de afgelopen dagen zowel in de VS als in Europa gedaald, wat een eerste teken kan zijn dat de inflatie haar piek bereikt heeft. Dit fenomeen is in ontwikkeling, hoewel het zich waarschijnlijk eerst in de VS zal afspelen en iets later in de eurozone.
In het algemeen bieden aandelen bescherming tegen inflatie. Dit komt omdat winsten en omzet in nominale termen worden uitgedrukt en ondernemingen hun prijzen in theorie kunnen verhogen naarmate de kosten stijgen. Niet alle bedrijven kunnen echter op dezelfde manier het hoofd bieden aan de stijgende inflatie en daarom is prijszettingsvermogen een cruciale factor. Aan de andere kant gaat een hoge inflatie vaak gepaard met hogere rentevoeten, zowel door de krachtige economische groei als een dreigende monetaire verstrakking die erop gericht is de groei net af te remmen om de inflatie te bestrijden. Hogere rentevoeten leiden op hun beurt doorgaans tot lagere waarderingen (= koers/winst verhoudingen).
De inflatie zal de komende maanden waarschijnlijk gedeeltelijk afnemen naarmate de toeleveringsketens normaliseren, de groei vertraagt en het vergelijkingsniveau gunstiger wordt. Dit zou niet alleen kunnen leiden tot een opleving van de S&P 500, maar ook tot een verandering inzake sectorvoorkeuren.
De geschiedenis leert ons dat zodra het strakkere monetaire regime is ingecalculeerd en de inflatie tekenen van matiging vertoont, aandelen beginnen te stijgen. Wanneer deze analyse wordt toegepast op de relatieve prestaties van sectoren, suggereren de resultaten dat niet-essentiële consumptiegoederen en de financiële sector beter kunnen presteren in een regime van een ’hoge maar dalende’ inflatie, naarmate de druk op de financiën van de consument afneemt. Gezondheidszorg en essentiële consumptiegoederen zouden het ook goed moeten doen, aangezien de inflatie alsnog een bezorgdheid blijft en beleggers een goed prijszettingsvermogen blijven belonen. Energie en materialen doen het daarentegen doorgaans minder goed wanneer de inflatie een hoogtepunt bereikt. Beleggers moeten zich dus voorbereiden op een nieuwe ronde van sectorrotatie in de komende 2 maanden.
Word cliënt om te kunnen profiteren van het advies van onze experts.
Bel Talk & Invest op 078 153 154 of maak een afspraak in uw Financial Center, online of via 078 156 160.
Dit materiaal vormt geen beleggingsadvies of aanbeveling. Er kan geen garantie worden gegeven dat enige prognose, doelstelling of beleggingsdoelstelling kan worden bereikt. Beleggingsproducten zijn onderhevig aan risico’s. Ze kunnen zowel omhoog als omlaag evoluereen en de kans bestaat dat de belegger het bedrag van zijn belegging niet recupereert.