Uittreksel uit de boodschap van Christian Sewing, CEO van Deutsche Bank, ter gelegenheid van de presentatie van de jaarresultaten van Deutsche Bank AG over 2021.
In juli 2019, toen Deutsche Bank haar transformatiestrategie en doelstellingen voor 2022 publiceerde, werden haar plannen met scepsis ontvangen. Weinig waarnemers hadden er vertrouwen in dat de bank zulke ambitieuze doelstellingen binnen drieënhalf jaar zou kunnen verwezenlijken.
Zij betwijfelden evenzeer of de bank erin zou slagen haar bedrijfsmodel opnieuw af te stemmen of dat zij erin zou slagen de kosten aanzienlijk te verlagen, zodat Deutsche Bank opnieuw duurzaam winstgevend zou worden. Bijna niemand geloofde dat zij de transformatie uit eigen middelen zou financieren en in staat zou zijn om kapitaal terug te geven aan haar aandeelhouders, zoals ze had beloofd.
Vandaag bewijst Deutsche Bank dat ze haar beloftes nakomt. Aan het begin van het derde en laatste jaar van haar "Compete to Win"-strategie presenteert ze opnieuw een reeks sterke resultaten.
Haar winst vóór belastingen bedroeg in 2021 3,4 miljard euro en ze rapporteerde een nettowinst van 2,5 miljard euro. Dat laatste resultaat is niet alleen meer dan vier keer hoger dan in 2020, het is ook het beste resultaat sinds 2011. Hierdoor zal de bank opnieuw in staat zijn om een aanzienlijk bedrag uit te keren aan haar aandeelhouders. Gisteren heeft zij aangekondigd dat zij op haar aandeelhoudersvergadering in mei zal voorstellen om ongeveer 400 miljoen euro in de vorm van dividenden uit te keren. Daarnaast heeft de Raad van Bestuur besloten om voor 300 miljoen euro aan eigen aandelen in te kopen.
De uitstekende jaarresultaten voor 2021 zijn des te opmerkelijker indien men bedenkt hoe zwaar Deutsche Bank vorig jaar heeft geïnvesteerd om haar transformatie te versnellen. Bijna alle verwachte kosten in verband met de transformatie van de bank zijn nu geboekt: 97 procent om precies te zijn. En dit alles heeft ze bereikt in een aanhoudend moeilijk economisch klimaat.
De winst is bijzonder verheugend omdat alle activiteiten van de bank tot de groei ervan hebben bijgedragen. In 2021 heeft ze de winst en de inkomsten van de vier pijlers van de Core Bank verhoogd en heeft ze de waarde van haar evenwichtig bedrijfsmodel bewezen.
De netto-inkomsten van de groep over het volledige jaar bedroegen 25,4 miljard euro. Dat is een stijging van 6 procent ten opzichte van 2020. En die stijging is grotendeels te danken aan de sterke groei van nieuwe activiteiten en de toename van het marktaandeel.
De ontwikkeling van de opbrengsten in 2021 in haar kernactiviteiten was als volgt:
Deze toegenomen belangstelling voor ESG komt niet alleen tot uiting in vermogensbeheer; het enthousiasme voor ESG-producten neemt snel toe in al haar bedrijfsonderdelen. Aan het eind van het jaar bedroegen de ESG-gerelateerde financieringen en beleggingen 157 miljard euro. Deutsche Banks doelstelling van ten minste 200 miljard euro zal zij daarom hoogstwaarschijnlijk al in 2022 bereiken in plaats van eind 2023.
Het feit dat de bank duurzaamheid in de zomer van 2019 als een topprioriteit van het management heeft gedefinieerd, heeft zijn vruchten afgeworpen. De bank heeft niet alleen haar duurzaamheidsteam uitgebreid, maar ook extra ESG-experts in de regio's en in haar businesses in dienst genomen. En dat is nog maar het begin.
De prestaties op het gebied van duurzaamheid laten ook zien dat haar transformatie over meer gaat dan alleen cijfers. Het gaat om het teweegbrengen van diepgaande verandering; het gaat om het definiëren van het doel van de bank. Deutsche Bank is de globale huisbank en als zodanig wil zij de best mogelijke adviseur, partner en risicomanager zijn voor haar cliënten.
Om dit te bereiken heeft de bank gericht geïnvesteerd in het bedrijf en heeft ze ook extra geld opzij gezet voor variabele beloning. Daarmee speelt ze in op recente loonontwikkelingen in een aantal zeer concurrerende sectoren van de banksector, waar de race om de beste en meest getalenteerde mensen aan te trekken nu veel harder is. Ze heeft ook de uitgaven voor technologie verhoogd en haar transformatie versneld, omdat ze daarmee de kosten blijvend kan verlagen en de groei van de onderneming kan ondersteunen. En ze is blijven investeren om haar antiwitwassystemen te optimaliseren en haar controles verder te versterken.
Deze investeringen zijn de belangrijkste reden waarom haar aangepaste kosten in 2021 langzamer zijn gedaald dan in voorgaande jaren. Met 19,3 miljard euro lagen de gecorrigeerde kosten exclusief transformatiekosten en terugvorderbare Prime Finance-kosten ongeveer 250 miljoen euro lager dan een jaar eerder.
Deutsche Bank blijft zich volledig aan de kostendiscipline houden en wil haar uitgaven volgens plan blijven verlagen om dit jaar haar doelstelling van 8 procent rendement op het tastbaar eigen vermogen en haar doelstelling van een kost/inkomstenratio van 70 procent te bereiken.
Nu haar Capital Release Unit eerder presteert dan gepland aan het einde van het jaar 2022, heeft de bank al de noodzakelijke voorwaarden gecreëerd om deze beide doelstellingen te kunnen halen. Eind vorig jaar heeft zij ook de overdracht van cliënten, technologie en personeel van haar Prime Finance-activiteiten en elektronische makelarij aan BNP Paribas met succes afgerond.
Dat zij dit jaar opnieuw kapitaal zal kunnen uitkeren, is te danken aan haar solide balans. Haar Common Equity Tier 1 (CET1) kapitaalratio was eind 2021 hoger dan gepland, ondanks de negatieve impact van de wijzigingen in de reglementaire methodologie. Met 13,2 procent blijft de ratio ruim boven haar minimumdoelstelling en de wettelijke vereisten.
Met deze sterke kapitaalbasis en haar uitstekende marktpositie ten opzichte van haar concurrenten wereldwijd, ligt het nu in de handen van de bank om haar drieënhalf jaar durende transformatiestrategie met succes te voltooien.
Dit jaar kan Deutsche Bank eindelijk aan de markt bewijzen dat ze duurzaam winstgevend is. Er is een ongelooflijk potentieel - niet in het minst voor haar aandelenkoers. De bank noteert nog steeds aan ongeveer 45 procent van de boekwaarde, wat geen recht zou doen aan een bank die een rendement op tastbaar eigen vermogen van 8 procent behaalt.